Natuurpad | 21 maart 2022 | Tongeren-Apeldoorn (17-18)

Deze keer vertrek ik met pijn in het hart van mijn overnachtingsadres. Ik had graag een nachtje gebleven, in deze wereld van verschil met de nacht ervoor. Een intiem, natuurlijk en sfeervol ingericht hotel, een geweldige kamer en (h)eerlijk eten. Maar de zon, de omgeving en het voornemen voor een nieuwe etappe Natuurpad lokken me naar buiten. 

Het is rond half 10 en mistig buiten na een koude nacht. Ik heb met ruim 20 kilometer een pittige wandeldag voor de boeg. Vandaag hoop ik ten westen van Apeldoorn uit te komen. Dat klinkt serieus ver. Eerst naar Gortel en daar begin ik aan het grote Kroondomein Het Loo. 



Via Anna's Hoeve en de Molenweg zoek ik mijn weg terug naar de aansluiting met etappe 17. Ik liep hier gisteren al even toen ik de route van Wandelnet over de Tongerense heide en het Wisselse veen volgde. De ochtend begint goed. Het is fris, links en rechts ligt rijp op de velden, maar de zon stijgt snel en de temperatuur voelt steeds aangenamer. Van de Molenweg volg ik een sluippaadje het bosgebied Tongeren in. Ik weet wat er komen gaat en ben blij dat ik gisteren een uitstapje heb gemaakt.






Als ik vanaf het sluippaadje de aansluiting met het brede Van Manenspad vindt, volgt vanaf daar een lange, rechte weg langs de Tongerense Heide. Een enkele keer doorkruist het mijn rondwandeling van gisteren, zoals bij het uitkijkpunt. Dus vandaag, onder deze zonnige weersomstandigheden, loop ik juist weer even naar boven en neem de heide - waar ik straks minder van zal zien - voor een laatste keer in me op.






Op deze maandagochtend heb ik het gebied, op een enkele fietser na, voor mezelf. Dat maak je in Nederland niet vaak mee. Dat maakt vandaag, naast het mooie het weer, ook bijzonder. En hoewel ik onderweg soms mijn twijfels heb, komt aan het ruim 3 kilometer lange Van Manenspad ook een eind. Bij het heideachtige Greveld ga ik links over het Gortelsepad, een korter maar weer kaarsrecht fietspad annex zandweg. Ik nader twee veelzeggende grenspalen met opschrift: Het Loo. Hier begint de Koninklijke Houtvesterij Het Loo, ook aangeduid als Kroondomein Het Loo. Het is maar even dat je het weet als bezoeker. Het verschil tussen beiden is me niet helemaal duidelijk. Maar aangezien een houtvesterij iets zegt over de aanwezigheid van bomen, lijkt me dat de eerste deel uitmaakt van de tweede en niet andersom. Ik denk er niet verder over na, het loopt namelijk niet anders. Over het fietspad wandel ik tussen twee zandruggen door. Dat wil zeggen, ooit was het een lange zandrug maar omwille van de doorgang van wagen en fiets is het van elkaar gescheiden. Het vormt de rug van de Gortelse berg. 



Dan ben ik in Gortel, de buitenwijk ervan. Via een doorsteek passeer ik langs een jonge koningslinde, geplant in 2013 als herdenkingsboom voor de troonwisseling tussen toenmalig koningin Beatrix en onze huidige koning Willem. 


Bij de parkeerplaats om de hoek aan de Oranjelaan wandel ik het koninklijke bos in. Ik kom niemand tegen maar alleen voel ik me geen moment. Ook dit is, zonder mensen, een bewoonde wereld. Er is volop bedrijvigheid in het bos. Ik hoor het gekwetter van mezen, het geroffel van spechten en vogels die ik niet bij naam ken. Het vliegt op en fladdert voor me uit. Ik zie zelfs een vroege, botergele vlinder die ondanks een schielijk golvende vlucht sneller vliegt dan ik lopen kan. En hoor ik daar ook een koekkoek?








Zo volgen 12 kilometers door wisselend bos, minder rechte paden en langs de oude Koningseik, met de kenmerkende hart- of bladvorm in de stam. Net als de zomereik van Tongeren waar ik gisteren stilstond heeft ook deze boom een respectabele leeftijd maar vermoedelijk zo'n halve eeuw jonger dan die andere woudreus. Ook deze zomereik is vermoedelijk nog zo'n kleine 300 jaar oud. Maar helaas, de koninklijke Quercus robur lijkt zijn beste tijd te hebben gehad.




Van laag- en dichtbegroeid gemengd bos bereik ik meer open bos met statige bomen als de beuk. Maar ik zie ook veel kaalslag, zowel natuurlijk als door mensenhanden. Zo vallen me veel zieke bomen op, vooral de beuken met zwammen die als natuurlijke carillonklokjes op gedirigeerde afstand van elkaar op de stammen bevestigd lijken. De laatste kilometers lopen niet prettig, vanwege de vermoeidheid maar ook omdat hier de fiets- annex zandpaden plaatsgemaakt lijken te hebben voor een breed grindachtige weg die hoog in het midden en dan schuin naar de zijkanten afloopt. Ondanks het grind oogt het als een racebaan. Wellicht belangrijk voor een betere afvloeiing van het regenwater maar voor de wandelaar loopt het schuin en niet aangenaam voor enkels.



Bij het Ruitersgat sta ik even stil. Over dit water doet een Veluwse volksverhaal de ronde. Het stamt mogelijk uit de periode van de Franse bezetting van Nederland rond 1800. Het verhaal gaat dat een Fransman hier met zijn paard door het donker reed toen hij een lichtje door de bomen zag schijnen. Aangetrokken door het lichtje spoorde hij zijn paard aan maar belandde in het Ruitersgat waar geesten hem onder water trokken. Alleen zijn zwaard en botten werden teruggevonden. Het lichtje tussen de bomen zou in het donker nog steeds te zien zijn. Hoewel de zon langzaam zakt, wacht ik niet op het donker om te zien of het klopt. Ik loop verder tot ik de Amersfoortseweg even buiten Apeldoorn bereik. Bij het luxueuze 5-sterrenhotel neem ik de bus naar het station van Apeldoorn. In 2 uur ben ik terug in het Westen. De bus rijdt er gelukkig weer.



Wil je verder lezen? Klik dan hier.

2 opmerkingen:

  1. Wat leuk om je blogs te lezen over langste natuurpad. Zo herkenbaar. Ik ben begonnen in februari en ga binnenkort weer 4 dagen lopen van Hooghalen naar Dalfsen.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Ha Amber, leuk om te horen dat je ook het Natuurpad loopt! Gaat het voorspoedig? Veel wandelplezier en geniet vooral van de mooie omgeving!

    BeantwoordenVerwijderen