Het is maandagmiddag, iets voor half een. Na een vier uur durende treinreis is het perron, de stationsaanduiding en een abri ongeveer het enige dat ik van Eygelshoven te zien krijg. Het is een lichte teleurstelling dat de Dutch Mountain Trail zonder verdere aanduiding vanaf dit splinternieuw maar verder onbeduidend stationnetje-buiten-de-bebouwde-kom van start gaat, slechts één halte voorbij het wereldvermaarde Landgraaf. Als dit het visitekaartje is voor de rest van de route verwacht ik een bescheiden streekpad.
Direct na de spoorwegovergang valt aan de rand van de weg, met het formaat van een deur, het eerste klaphek achter me dicht. Ik sta in Landgraaf. Met deze eerste stappen loop ik de wereld van de route binnen. De komende week telt alleen De Tocht en staat alles in het teken ervan. Tijd om de wandelspieren op te warmen is er nauwelijks. Binnen 300 meter begint het eerste klimmen en dalen via het ecoduct over de provinciale weg N300. Met een gevulde rugzak van zo'n 10 kilo vind ik deze eerste schreden best spannend maar dit is waar ik voor ben gekomen. Welkom op de Dutch Mountain Trail!
Na pakweg drie kilometer sta ik aan de voet van de Wilhelminaberg, mijn eerste uitdaging, mijn eerste summit. Het is alleen geen berg maar een heuvel, en dan ook nog eens een kunstmatige heuvel. Maar van die opgestapelde mijnstenen afkomstig uit de Wilhelmina-mijn is nu nauwelijks meer iets te zien.
Vanuit het noordoosten begin ik mijn tocht naar de top van deze groenbegroeide afvalberg. Voorbij een open plek in het bos met een korte vlonder over de Strijthagerbeek moet ik me plots via een immens steile, tien meter langer mountainbikehelling naar boven zien te werken. Ik vraag me af of de routemakers wel begrijpen dat dit niet te doen is met bepakking. Ik foeter inwendig. De grond is kleiachtig maar kurkdroog en gladgereden door mountainbikers. Stel dat ik hen in volle vaart naar beneden tegenkom. Als ik maar niet wegglijd. Honderd-en-een denkbeeldige beren vind ik op mijn pad. Maar ik ga. Het is zwaar. Maar gelukkig lijken mensenhanden of -voeten kleine inkepingen te hebben gemaakt zodat ze de lange glijbaan waar ik tegenop moet klunen mij wat steun en afzetmogelijkheden geven. Mijn wandelstokken bieden geen uitkomst. En dan zijn er nog de iele boompjes die zich gewillig laten vastpakken. Toch heeft de routemaker enig mededogen want het laatste stuk - mijn hartslag moet zich echt herstellen - gaat via een slingerend pad naar boven. Eenmaal boven zie ik dat normale mensen met de trap gaan. Aan de andere kant van de kunstberg kun je via de 508 treden - ook nog een stevige klim - naar boven lopen.
En dan sta ik daar. De top (225 meter boven NAP) geeft een onaardse ervaring. In een zwarte skate bowl staan masten opgesteld. Het is een lichtkunstwerk waar ik zo midden op de dag geen effect van zie, wel van de ingeblikte winter van een skihal ernaast. Twee medewerkers pauzeren in hun half uitgetrokken skipakken in de zomerse warmte buiten. Wat me terug op aarde brengt, is het uitzicht tot in de verste verte. Orientatieplaquettes wijzen in bijna alle windstreken naar herkenningspunten. Ik voel me trots. De eerste top kan ik mijn boekje noteren.
Alsof de vreemde ervaring boven er nooit is geweest, volgt na de afdaling en het passeren van de N300 (met de dubbele rotonde en de ingang naar Gaia Zoo), weer het lieflijke groen van de stadsparken van Kerkrade, de Anstelvallei met de Anstelerbeek, langs kasteel Erenstein, de tempel en de Mariakapel tot ik bij een rotonde uit het Hambos gespuugd wordt en terugkeer in de realiteit van de stad. Maar al leek het zo, de stad was nooit ver weg.
Vanuit het Hambos bij de rotonde wijk ik af van de route. Inmiddels is de temperatuur flink opgelopen, ben ik ergens mijn zonnebril kwijtgeraakt en maak ik een noodzakelijke uitstap naar een supermarkt. Ik volg de lange Domaniale Mijnstraat waaruit elk zuchtje wind is weggetrokken. Halverwege, vlak voor het winkelgebied staat schacht Nulland (Nieuwland) van ooit de oudste steenkolenmijn van Nederland. Nu is het een bezienswaardigheid en bevat een museum om de geschiedenis aan de mijntijd en de koempels (mijnwerkers) levend te houden. Via dezelfde weg keer ik met mijn boodschappen terug op mijn route.
Langzaam begint de dag en de warmte zijn tol te eisen. Aan de zuidwestgrens van Kerkrade en de grens met Duitsland loop ik de laatste kilometers door een niet nader aangeduid stuk bos langs de Crombacherbeek. Oververhit kom ik bij de B&B aan. Mijn gastvrouw geeft me eerst een glas water en tilt mijn rugzak voor me de trap op. Mijn kamer heeft als enige een dakterras met een stukje groen, kunstgras wel te verstaan. Hier droogt mijn eerste vakantiewasje, geniet ik van de avondzon en van deze eerste, geslaagde dagetappe. Een lange nacht valt over Kerkrade.
Leuk om je ervaring te lezen! We waren samen in het Broodhuis 😄wij vonden het ook zo gaaf!
BeantwoordenVerwijderenLeuk dat je reageert! Bedankt nog voor het sapje wat ik bijna vergat! ;-)
VerwijderenDank, leuk om te lezen en je tips te gebruiken.
BeantwoordenVerwijderenLaat me weten als je nog vragen hebt? Veel succes met voorbereiden maar vooral veel plezier met lopen!
VerwijderenInmiddels is het ruim een jaar later. Wat heb je er een prachtige beschrijving van gemaakt. Ik zie het allemaal voor me.
BeantwoordenVerwijderenVanuit de supermarkt is het exact 1.0 km naar de B&B. Maar je hebt de route weer opgepakt en bent wat later weer uitgestapt.
Het was fijn om je als gast binnen gehad te hebben. En dank voor de vriendelijke omschrijving van m'n B&B!
Hai Margriet, leuk om weer van je te horen. Ik vond het ook een fijn verblijf en een super ontbijt! ;-)
BeantwoordenVerwijderenHee wat leuk. Wij hebben hier ook overnacht met 4 dames, oktober 23. Een aanrader!
BeantwoordenVerwijderen