Natuurpad | 22 augustus 2023 | Mun-Veghel (26-27)

Als ik 's ochtends de gordijnen opendoe, wacht buiten een stralend nieuwe dag en een ontbijtje op het terras in de zon. In het maisveld ernaast is de boerman al vroeg aan het sproeien en de nevel die aanwaait, geeft de ochtend iets extra fris. Mijn gastvrouw tipt me om niet langs de lange, drukke Rijksweg terug te lopen maar juist de andere kant op te gaan en achterlangs door De Maashorst en vanaf daar de route op te pakken. Volgens haar een heel stuk rustiger en mooier. En dat doe ik want zij kan het weten. Dat ik daarvoor een klein beetje smokkel met de route weet ik alleen. Ik vertrek om half tien en dat is al twee uur winst ten opzichte van gisteren.



De eerste kilometer voert langs wat 'buitenhuizen' en de zandwinning wat volgens grote borden ooit zal transformeren tot de noordelijke Natuurpoort van de Maashorst. Voorlopig zit dat er niet in, rustig is het er wel maar dat kan door de vakantie komen.



Via deze alternatieve route bereik ik wandelknooppunt 30 en vanaf daar loop ik weer 'volgens het boekje'. Even verderop nodigt een splinternieuwe picknicktafel uit om te pauzeren in het groen maar ik laat me na twee kilometer niet verleiden. Daar denk ik vanmiddag vast anders over want het belooft weer een warme dag te worden.
Minder uitnodigend zijn de aankondigingsborden van de grote grazers. Alert op alles wat beweegt steek ik het veerooster over. En hoewel ze hier niet allemaal in een gebied bij elkaar zijn gezet - ik schreef het vaker - heb ik het niet op grote grazers. Het zijn niet de Exmoorponys waar ik bang voor ben maar de kolossale runderen, woest harig uitgedost met tactisch geplaatste, loeischerpe hoorns. 
Maar zolang ik ze niet spot, geniet ik van mijn omgeving want De Maashorst is een prachtig natuurgebied. Ik passeer het grote heideveld van de Kanonsberg en verwacht dan ook een berg te zien. Als die er al is, vertoont hij zich niet. Eenmaal voorbij het heidegebied raakt mijn gps de route kwijt. En ook het routeboekje is niet erg duidelijk. En dus slalom ik wat tussen kreupelhout en door bladeren op zachte ondergrond. Ik blijf met haren, wandelstokken en rugzak in en achter takken hangen. Eindelijk eens serieus onverhard is het een leuke uitdaging tot ik voor een schrikdraadhek sta. Hoe verder? Ik volg het hekwerk en even verder naar links dient de oplossing zich aan: het klaphek lijkt verplaatst te zijn. Ik had gewoon het pad kunnen volgen. Als het hek met een klap dichtvalt haal ik stiekem opgelucht adem: geen wilde grazer gezien, alleen wilde grazerpoep. 




Na deze inspanning en met vijf kilometer totaal verlaat ik het centrale deel van De Maashorst. Op de hoek met de Palmenweg gun ik mezelf even een herstelmoment op een elektriciteitskastje, het enige beschikbare straatmeubilair. Ook deze ochtend startte ik met een zware rugzak. Tweeëneneenhalve liter water gevoegd bij een verschoning voor vijf dagen maakt dat ik rond elf uur al loop te puffen en te zweten. Zittend in de zon neemt deze snel in kracht toe en ook daarom blijft het bij een korte stop. 
Eenmaal op weg passeer ik verderop alsnog wat 'wild', een groepje heideschapen in een afgebakend veldje. Zij zijn meer op hun hoede voor mij dan andersom.
Vanaf de Keltenweg loop ik langs een wildloos maar historisch veld. Bij eerdere opgravingen zijn aanwijzingen gevonden van een prehistorische grafheuvel. Aan de hand van de gevonden grafgiften stelden onderzoekers vast dat hier een onbekend maar belangrijk figuur lag begraven maar was niet meer vast te stellen of het om een man of vrouw ging. Bij het ontbreken van een 'gezicht' is deze nu gekroond tot de Vorst of de Vorstin van de Maashorst. In hetzelfde gebied zie ik een onbeduidend langgerekt heuveltje, een soort natuurlijke verkeersdrempel. Het is niet zomaar een drempel maar een middeleeuwse Landweer, een aarden wal. Samen met een greppel gaf de wal de grens aan tussen twee gebieden en kon als verdedigingswerk dienen. Het principe van wal en greppel doen me denken aan de muur van Hadrianus waar ik vorig jaar langs liep.



Even na twaalf uur zoek ik een bankje in de speeltuin van natuurcentrum De Maashorst. Ik heb er pas zes kilometer op zitten maar toch eet ik hier mijn lunch. Het voelt goed om op een normale bank te zitten, op veilige afstand van een Tauros. Het natuurcentrum voelt gemoedelijk, geen groot vermaak maar nog lekker basic met een klein terras en speeltuin. Ondanks de vakantie is het er aangenaam rustig.
Na de lunch wordt het stevig doorstappen. Het is één uur en ik heb nog minstens 15 kilometer te gaan. Vanaf hier loop ik door het meest zuidelijke deel van De Maashorst'. Onderweg ontmoet ik wat hardwerkende kabouters, ik heb geen tijd voor hen en zij niet voor mij. Ook de bank met de aanlokkelijke tekst 'dit is wat billen willen' laat ik links, of was het rechts, liggen en in de verte dient zich weer de A50 aan waar ik via een mens- en dier-ecoduct de snelweg oversteek. Ik heb begrepen dat deze gezamenlijke brug niet echt werkt. Met name de dieren laten het afweten. Ik kan me er iets bij voorstellen want fietsers zijn er genoeg. 
De witte, halfopen kolom met een roestvrijstalen bol op de kruising van fietspaden blijkt een fata morgana. Ik zie het aan voor een waterdrinkpunt. Bij nadere inspectie gaat het om de weergave van de planeet Neptunus en maakt het object deel uit van het planetenpad wat tussen de sterrenwacht in Vinkel en het natuurcentrum De Maashorst ligt. Ik bewaar het pad voor een andere keer. Water heb ik nog genoeg.






Ruim anderhalf uur later ben ik bij de Bedafse Bergen, de precieze uitspraak is me onbekend maar het is een wonderlijk verschijnsel zo'n smalle strook 'duin' tussen het overwegend boerenland. De Bedafse Bergen zijn het gevolg van menselijk handelen in de Middeleeuwen. In een notendop vertelt de geschiedenis dat bomen werden gekapt, heide ervoor in de plaats kwam en schapen uitgezet werden om te grazen. Daarmee kwam het zand bloot te liggen wat de stuifduinen heeft gevormd. Nu is het een indrukwekkend natuurgebied en het beklimmen van die duinen betekent voor de een een goede conditionele training en voor de ander een ware uitputtingslag. Mijn route is genadig, ik loop over een lager gedeelte en dwars over het smalle deel van het zandgebied.



Na de Bedafse Bergen en een pauze op een nabijgelegen terras - ik eet er een heerlijk monchou-taartje/-toetje in een glas en drink een verfrissende, dorstlessende verse muntthee - stap ik weer op. Het gaat moeizaam, mijn voeten beginnen na 15 kilometer te branden in mijn schoenen en ik heb nog iets van 8 kilometer te gaan voor ik mijn logeeradres bereik. Het is al vier uur, mijn tempo ligt met deze warmte niet hoog maar ik wil ook genieten van mijn omgeving. 
Heb ik net mijn hielen gelicht van het terras of ik bereik alweer de volgende mooie (natte) natuurpareltjes: het Sint Annabos en de Wijstgronden. Dat vraagt weer even om stilstaan. Wijstgronden kennen een hoger en lager gelegen deel. Vreemd genoeg zijn niet de lage, maar de hoger gelegen delen natte gebieden. Oorzaak is een breuklijn tussen beide waarbij het water naar de oppervlakte wordt gedrukt. Het kwelwater kan wel wegzakken in de doorlaatbare, lagergelegen grond maar niet in de minder doorlaatbare hogergelegen grond. Het gebied is zo uniek dat het om een aardkundig monument gaat. Wat mij vooral opvalt, is de rust. En de muggen. Met name als er water in de buurt is.





Voorbij de Wijstgronden als ik voor de tweede keer een stukje over de Beemdenweg loop, passeer ik de brug over de Leijgraaf. Niets natuurlijks aan deze beek maar een geleide, gegraven loop, vandaar de naam. Het is een lang (fiets)pad richting, jawel, de A50. De tunnel aan het einde is niet meer toegankelijk en de route is omgelegd. Opnieuw volgt een stuk asfalt en een nogal eentonige omgeving. Het zal de vermoeidheid zijn. Maar wat vooral opvalt, is het gebrek aan begrip voor de wandelaar. Op de niet al te brede weg worden met tachtig kilometer per uur de vouwen uit mijn broek gereden. En omdat het uiteindelijk toch een onbeduidende weg is, lijken het me voornamelijk mensen uit de omgeving. Ik sleep me nog net door het tunneltje verderop en plof neer op een groot betonblok langs een drukke verbindingsweg. Nog zo'n drie of vier kilometer te gaan tot mijn overnachtingsadres maar ik kan even geen stap meer verzetten. Ik eet wat ik nog in mijn rugzak heb en drink de laatste slokken water. In de late middagzon zit en rust ik. Ik mag moe zijn en even vergeten wat ik nog heb te gaan. En zo herstel ik. Een beetje. Genoeg om de laatste kilometers onder mijn voeten door te laten gaan.



De aanwijzingen uit het boekje ontgaan me nu de route onder de A50 door is verlegd maar na zo'n 500 meter pak ik de route weer op. Ondanks tegensputterende voeten is het Duitse lijntje prachtig in het avondlicht. Met de zon rechts van me, speelt het lage licht door de bladeren. Voorlopig hoef ik niet op te letten. Het is alsmaar rechtdoor. In het tegenlicht dansen wolken van muggen. Ik sla wat met mijn pet om mij heen om me een weg te banen. Na twee kilometer bereik ik eindelijk het voetgangersbruggetje waar volgens het boekje de etappe eindigt. Vanaf hier zal ik via de navigatie op mijn telefoon de weg naar mijn slaapplek vinden. Als ik de locatie instel, slaat de schrik me om het hart. Volgens mijn telefoon ben ik niet in Veghel maar op de hoogte van Mariaheide, een dorp buiten Veghel, en heb ik nog een uur te lopen in plaats van twintig minuten. De paniek slaat toe: ik sta ergens in een buitenwijk, hoe kom ik waar ik wil zijn nu ik echt geen uur meer kan lopen. Maar hulp is altijd in de buurt. Over de brug komen een man en vrouw mijn kant opgelopen. Ze laten de hond uit. Ik vraag ze om mee te kijken en na wat aanwijzingen blijk ik toch in Veghel en kan ik opgelucht door. Het zijn slechts twintig maar evengoed loodzware twintig minuten. Bij mijn logeeradres word ik verwelkomd door vier stevige treden naar een bordes. Gelukkig staat daar bovenaan mijn gastvrouw om me op te vangen. Ze haalt me binnen in de keuken en biedt me glazen water en thee. Het is rond acht uur in de avond. De teller staat vandaag op 26 kilometer. Morgen wil ik nog vroeger vertrekken voor de etappe Veghel-Liempde.





Geen opmerkingen:

Een reactie posten