13 augustus 2021 | Vrijdagmiddag in het Singelpark

De Leidse stationshal is het vertrekpunt van onze vrije vrijdagmiddagwandeling. Blij om elkaar weer in levende lijve en gezond te zien, omhelzen we elkaar met mondkapje en een verantwoorde corona-knuffel. De laatste keer is even geleden. Appen en zoomen houdt een vriendinschap warm maar het blijft een sudderstand. We steken meteen van wal en gaan al pratend aan de wandel.

Leiden, rijk-historische vestingstad, wetenschapsstad, studentenstad, sleutelstad en nu ook Singelparkstad. Dat laatste is ons doel. Daarvoor lopen we vanaf het station een stukje richting de stad tot de eerste brug over het water. Links van de weg ligt het grand cafe, rechts het statige Museum Volkenkunde. Via de poort van het museumterrein pakken de route op langs het water van de Morssingel, de eerste van de zeven Leidse singels rondom de voormalige stadsvesting. Zo lopen we achter het museum langs en staan even stil. Een kleurrijke muurschildering markeert de tijdelijke expositie First Americans in het museum. Soms moet je kiezen. We lopen door.


Het is alweer even geleden, zo'n rondje lopen. Het wandelen in eigen omgeving raakt sleets, fysieke ongemakken belemmeren langere afstanden en het werkaanbod doet een werkweek overlopen. Kortom, een trits van smoesjes om niet te wandelen. Onze wandelafspraak komt ook daarom als geroepen. 

We gaan tegen de wijzers van de klok in in de richting van de westelijke Morspoort. We lopen door het eerste, misschien wel het kleinste parkje van de route, langs molen De Put en door over de withouten Rembrandtbrug. Onder de ophaalbrug komt het water van de Morssingel en de Rijn samen in het Galgewater. In deze hoek speelden zich de kinderjaren van Rembrandt van Rijn af. Weinig tastbaars uit die tijd is bewaard gebleven maar de molen en brug zijn waardevolle replica's voor een historische beleving. Via het Rembrandtpark lopen we al pratend naar de Aeldisbrug, gelegen over het smalle water van de Groenhazengracht.

Het Singelpark is een aaneenschakeling van verschillende bestaande, nieuw aangelegde of heringerichte parken. Om die losse parken tot een Singelpark te verbinden, zijn op verschillende plekken vijf bruggen geplaatst. Met een prijsvraag is gekozen voor tijdloze fantasy-achtige brugnamen verwijzend naar kennis, wetenschap, wijsheid en historie om zo de stad, haar inwoners en bezoekers te verbinden. Vijf bruggen in volgorde hoe wij ze gaan tegenkomen, te beginnen met de eerst geplaatste brug en de eerste nieuwe brug van onze wandeling: Aeldis (ouderdom), Hapynion (geluk), Helar (gezondheid), Lovium (liefde) en Wisennia (wijsheid). De geplaatste Binnenoostsingelbrug bij de Wisenniabrug en de Zijlpoort is in vorm en naam een vreemde eend in de bijt maar past daarmee ook weer in een 'doe maar gewoon'-stad als Leiden. Hoewel niet gelijk in lengte en hoogte, is het gebruik van het roestige cortenstaal kenmerkend. Over smaak valt te twisten maar ik vind het erg mooi.

We lopen van de Aeldisbrug naar het universiteitsterrein, langs de strakke, betongrijze en witte gebouwen naar de klassieke gebouwen met de groene Hortus botanicus. Erlangs wel te verstaan, via de 5e Binnenvestgracht, want zonder betaling is de historische Hortus niet mee te nemen in de route. 

Mijn wandelmaatje en ik hebben veel te bepraten en ik vergeet regelmatig om naar mijn omgeving te kijken. Van het historische kadestraatje aan de binnenvest lopen we langs de imposante Sterrewacht, gelegen op de voormalige ravelijn van de oude vesting, door het jonge Sterrenpark. Met een schuin oog herken ik iets in de vorm en aanleg van vaste planten maar schenk er vanwege ons gesprek geen aandacht aan. Wel staan we stil bij en op de brug van de Boisotkade. Links van ons de Vliet, rechts het water van de Witte Singel.



Zelfs op deze vrijdagmiddag oogt Leiden rustig en gemoedelijk als een dorpse stad. Het is gezellig dagjesmensendruk in de stad. Hoewel er een klein briesje staat doet zelfs het weer ingetogen mee. Een zonnetje en een wolkje wisselen elkaar af en daarmee is het soms wat koeler, soms wat warmer. Het geeft iets dromerigs aan Leiden wat ik van deze levendige arbeiders- en studentenstad niet ken. Al babbelend gaan we verder over de Jan van Houtkade met het Kruithuisje, een middeleeuwse waltoren. Het historische huisje is nu een hermetisch gesloten escaperoom.

De afgelopen tijd kunnen we niet inhalen maar we proberen het toch. En dus kletsen we al kuierend door het Engelse landschapspark van het Plantsoen. De heren Zocher senior en junior, de bekende park- en landschapsarchitecten in de 19e eeuw, hebben er voor getekend maar hun versie kwam nooit tot uitvoering. Toch heeft het er alle kenmerken van. We blijven even staan bij de klassieke volière, vogelnamen kennen we niet - behalve parkieten - maar de felle en ingetogen kleuren van de bewoners van verschillend pluimage bewonderen we des te meer. Iets verderop heeft een kabouter zijn intrek genomen in een monumentale plataan, naast de voordeur hangt het gemeentelijk monumentenbordje met de twee sleutels. Ondanks ons geklets, zien we samen misschien wel meer dan alleen.


Het is alweer even geleden dat ik het rondje Singelpark liep. Het was vorig jaar op een woensdag in februari. Die woensdag protesteerden boeren in Den Haag en het coronavirus leek veilig ver in Azië. De eerste besmetting in Nederland was nog niet vastgesteld, de invoering van vergaande maatregelen als mondkapje en thuiswerken ondenkbaar. En toch herinner ik me die dag als de spreekwoordelijke stilte voor de storm, een kwestie van tijd met zo'n onafwendbare, naïef-afwachtende houding voor wat komen gaat omdat je niet weet wat te verwachten. Het was een koude dag, een beetje guur zelfs, de bomen kaal en menig brug in het Singelpark zou zijn plek nog aangewezen krijgen. Geen zon, geen terrassen. Mijn wandelmaatje-van-toen en ik warmden ons in het grand cafe bij de brug aan een kop warme thee en het geroezemoes van de andere bezoekers. Ruim een half jaar later werd het park officieel geopend maar de meeste bruggen moesten dat in het daaropvolgende coronajaar zonder trompetgeschal doen.

Hoe anders zijn de tijden nu. De boeren lijken gekalmeerd (of hebben het te druk met hooien en oogsten), het openbare leven komt mondkapjesloos weer op gang en nieuwe versoepelingen lijken een kwestie van weken. Ondanks het seizoen wil het  vandaag niet echt zomeren maar voelt het aangenaam genoeg voor het terras. We stoeien wat met de route na het Plantsoen maar tot nu toe wordt het niet echt lastig. Via de brug van Geluk (Hapynion) bereiken we het nieuw ingerichte en in te richten Meelfabriek-terrein. Hoewel een gebied in ontwikkeling - ik ben benieuwd naar de binnentuin - voel ik de verfrissende werking van de combinatie oud naast nieuw wat ik ook heb ervaren tijdens een wandeling door de Utrechtse nieuwbouwwijk Terwijde.



Als gevolg van werk-in-uitvoering lopen we misschien niet altijd 'volgens plan' maar dat hindert geen moment. Zonder wandelkaart of app houden we het brede water van 'een der zeven singels' in het zicht en pakken zo de route weer op. Behalve bordjes, plantenbakken, dieren- en plantenikonen voor een kinderspeurtocht en groene bladerpalen houden zelfs de kleinste aanwijzingen in het wegdek ons uiteindelijk bij de les. 


Van het Ankerpark steken we de beweegbare Loviumbrug over. Meteen op de hoek bij de oostelijke Zijlpoort ploffen we in de kussens neer op het terras. Hier waait en draait de wind flink om onze hoofden. Zonnebrillen en menukaarten dreigen van de tafel te waaien en moeten worden verzwaard of klemgezet. Het is een levendig knooppunt van straten en waterwegen. De Loviumbrug gaat speciaal voor ons even open, maar dat kan ik me ook verbeelden. Het studentenleven is nog niet begonnen maar de vrijdagmiddagborrel op het terras en de plezierbootjes over de Singel en door de grachten luiden het weekend in. Daar proosten we op en op ons weerzien. 



Voorbij het hek met een wit doodshoofd als aankondiging (of waarschuwing?) voor de roomskatholieke begraafplaats Zijlpoort met de Calvarieberg, belanden we in het heringerichte Blekerspark. De hoog-lage, laag-hoge vlonders naar het eilandje met treurwilg maken het speels. Via De Bleek gaan we over de Wisenniabrug naar het Huigpark, het voormalige opslagterrein van de energiecetrale. Met sportveldjes en straatfitnesstoestellen (calisthenics) lijkt dit vooral favoriet bij jongeren. Het leidde tot klachten van omwonenden dat er geregeld overmatig fysiek werd getraind, wat concreet geluidsoverlast en openlijke vrijpartijen betekende.




Bij het nog in te richten Energiepark raken we van het pad. We komen op het Papegaaisbolwerk maar treffen hier, behalve markante bezoekers, geen doorgang langs het water en lopen gewoon een extra rondje. Al zijn we plaatselijk bekend, voor het eerst missen we een duidelijke aanwijzing. Daarbij is de Langegracht opengebroken voor een ingrijpende herinrichting. We lopen over rijplaten en vinden onze weg terug door een hekwerk tijdelijk uit zijn betonnen voet te tillen. Het water van de Maresingel zien we terug bij de Marepoortbrug. 


Dan komt de rijzige gestalte van molen De Valk, toezichthouder op het jaarlijks 3 oktoberfeest, in beeld. We lopen een stukje langs het water van wat hier inmiddels de Rijnsburgersingel heet en gaan achter de molen langs. De 'molentuin' aan de Lammermarkt is ontworpen en ingericht door de bekende landschapsarchitect Piet Oudolf. Plots schiet de inrichting van het Sterrenpark in het begin van onze route me weer te binnen. Hij heeft als kenmerkende stijl dat vaste planten in elk jaargetijde decoratief zijn. Zou het Sterrenpark ook...? Het Kiekpad brengt ons terug bij het startpunt, de brug bij het Museum Volkenkunde. Het grand cafe bewaren we voor een andere keer, net als de rest van onze gespreksstof.

Het Singelpark, gelegen op de oude vestingwallen, is meer dan een ommetje van 6 kilometer om de oude stad. Het is een stadspark, een botanisch park, een kunstpark en niet in de laatste plaats een sociaal park zodat je er kunt wandelen, spelen, rusten, sporten, tuinieren en ontmoeten. 





Geen opmerkingen:

Een reactie posten