27 juni 2021 | Langs trekvaart & buitenplaats

Vandaag fiets ik een route van ongeveer 20 kilometer door de Bollenstreek. Dit is het eerste weekend waarin we eindelijk weer van alles mogen, Oranje vanavond tegen Tjechie speelt, de zon schijnt en de lucht vrijwel blauw is. Bij zulke omstandigheden kan er weinig misgaan.

Ik start in Lisse bij de rotonde van de Westelijke Randweg met de Stationsweg en al snel fiets ik langs het landgoed en kasteel Keukenhof in de richting van het voormalige station. 



Voorbij het spoor en de brug over de Leidsevaart ligt buurtschap Halfweg. Ik maak een bocht naar links om een grasveldje met picknicktafel. Ernaast staat een moderne versie van de waterpomp waar een dorstige reiziger zijn fles kan vullen. Aan het einde van de scherpe bocht fiets ik verder langs de Leidsevaart, de voormalige trekvaart Haarlem-Leiden. Een grenspaal markeerde de grens tussen het gebied van Haarlem en Leiden, de reiziger wist dat hij 'Halfweg' was. De grenspaal staat er nog steeds. Het herinnert aan een tijd dat wegen onbetrouwbaar waren en de trein nog niet geintroduceerd zodat het vervoer van mensen en goederen vooral over water ging.


Ik fiets heerlijk zo aan de rand van de Hogeveensepolder. De meters rollen onder mijn banden weg, links van mij het water van de trekvaart, het spoor Haarlem-Leiden en de Lageveensepolder met het coulissenlandschap van weilanden en hakbossen erachter. Verderop staan twee poldermolens schuin tegenover elkaar, ieder in de eigen polder. Links de Lageveensemolen, een rode wipmolen, en rechts de Hogeveensemolen, een rietbedekte molen met een lage stenen voet. Als de waterstand erom vraagt doen de oudjes nog dienst ter ondersteuning van het jonge, elektrische gemaal. 

Ondanks een incidentele auto die mij op deze smalle 60 kilometer-weg passeert, is het rustig fietsen. Ook het spoor waar de sprinter en intercity heen en weer rijden tussen Haarlem en Leiden geeft weinig overlast. Met de komst van die spoorlijn moest de molenaar er wel iets voor over hebben om vanuit de Hogeveensepolder bij de Lageveense wipmolen te komen. Eerst roeide hij de Leidsevaart over, stak - met toestemming van de NS - lopend het spoor over en roeide nog eens een sloot over. Die toestemming is vervallen en de huidige molenaar moet nu dan ook een flinke omweg maken.

Rechts van de weg zie ik vooral lintbebouwing van vrijstaande huizen, schuren en bedrijfspanden. Het is veel leuker om links naar het water te kijken met de witte waterlelie en de gele plomp en de rietkragen erlangs. Onder een spoorbrug mondt het water van het Mallegat uit in de Trekvaart. Terug in oostelijke richting voert het water langs bollengronden en vindt dan voorbij het buurtschap De Engel aansluiting met de Lissese Ringsloot. Rijke burgers uit de stad lieten dan ook voor de zomermaanden hun huisraad over het water vervoeren, om van de trekvaart via smallere kanalen als het Mallegat hun zomerverblijf te bereiken. 




Ik fiets tot de Piet Gijzenbrug aan de 's-Gravendamseweg van Noordwijkerhout. De brug over de trekvaart en het buurtschap verwijzen naar de herberg Piet Gijs, het latere Stationskoffiehuis. Inmiddels is het restaurant vele horecaeigenaren en internationale keukens verder. 

Het is oppassen als ik hier de drukke weg oversteek. Aan de overkant volg ik niet langer de Leidsevaart maar ga rechts over het fietspad met tegemoetkomende fietsers en bromfietsers links en auto's en vrachtwagens rechts van me. Gelukkig duurt dit drukke, lawaaige stuk maar kort. Bij de tweede rotonde ga ik links de Leeweg in en fiets heerlijk koel onder de bomen. De Leeweg ligt in het gebied van het historische landgoed Leeuwenhorst. Oostelijk wordt het gebied begrensd door de Leidsevaart en westelijk met de veelzeggende naam Westeinde. In dit bomenrijke gebied ligt nog een samenstel van vier buitenplaatsen: Oud-, Nieuw- en Klein Leeuwenhorst en Dijkenburg. Ik fiets langs alle vier, als eerste langs Oud-Leeuwenhorst. In de middeleeuwen lag hier een nonnenklooster. Wat nu over is, is de oprijlaan met hekpijlers links van de Leeweg, de boerderij Oud-Leeuwenhorst en een door greppels omgeven eilandje van een17e eeuwse tuin. Overigens heeft de naam Leeuwenhorst niets te maken met leeuwen, wel met het water van de Lee en een verhoging in het landschap (horst). Tegenover de oprijlaan fiets ik rechts onder de provinciale weg door en meteen in de bocht rechts een pad in. Het is meer een bospad dan een fietspad maar ik weet me fietsende te houden.


Dwars door het bos sla ik aan de andere kant linksaf en fiets over de Gooweg langs de voorzijde van Klein-Leeuwenhorst met het 19e eeuwse huis en de statige oprijlaan. Overgestoken fiets ik de groene Hoogweg in. Aan het eind ervan is de T-splitsing met het Westeinde, de westelijke grens van Leeuwenhorst. Links op de hoek ligt 20e eeuwse huize Remotus, een ontwerp van veelzijdig ontwerper en architect De Bazel. Destijds bedoeld als sanatorium, nu gerestaureerd en gered van de slopershamer. Rechts ligt Nieuw-Leeuwenhorst en tegenover de Hoogweg aan het Westeinde ligt de vierde buitenplaats Dijkenburg of Dijckenburch. Ik ga rechts, langs Nieuw-Leeuwenhorst, een binnenduinlandgoed op een oude strandwal en inmiddels een natuurgebied van het Zuid-Hollands Landschap. Het groene Nieuw-Leeuwenhorst heeft geen huis meer, het is gesloopt door de bezetter in WO II. Alleen de parkachtige uitstraling met de Spiegelvijver herinnert eraan.



Voorbij de bomen zie ik rechts de klokkentoren van het voormalig, 20e eeuwse kleinseminarie Leeuwenhorst, een vooropleiding voor jongens die via het grootseminarie priester konden worden. Inmiddels is het een hotel annex congrescentrum en recent doet het ook dienst als priklocatie van de GGD.


Op de hoek met de Langelaan fiets ik weer richting de 's-Gravendamseweg. Voorbij het viaduct onder de provinciale weg sta ik even stil op de brug over de Zanderijvaart en kijk naar de brug van de Leeweg waar ik zojuist fietste.


Dan volgt weer het lawaaige deel over de 's-Gravendamseweg en passeer ik de Leidsevaart via de Piet Gijzenbrug. Onder een grote overhangende tulp lees ik dat het 25 graden is. Als ik stilsta voelt het plakkerig warm. Op de hoek bij de rotonde ligt kwekerij 't Soldaatje. Dit punt is een begrip in de streek en vermoedelijk een overblijfsel uit de tijd dat een schildwacht hier toezicht hield.



Iets voorbij de rotonde, op de Loosterweg, stop ik rechts op de Bultbrug aan de Drechsberg, de laatste een verbastering van Gerechtsberg of De Rechtberg. Beide namen slaan op de aanwezigheid van een galg die hier op een duin heeft gestaan. Ooit was het een bosrijke omgeving en werd er gejaagd. Van het jachthuis werd later een uitspanning gemaakt en stond op 'de Bult'. Weer later werd het gebied afgegraven, eerst voor de zandwinning, daarna werd het vlak bollenland. Alleen de Bultbrug verwijst er nog naar.


Verder gaat de tocht over de Loosterweg. In deze tijd van het jaar hebben narcissen, hyacinten en tulpen het veld geruimd voor meer zomerse snijbloemen terwijl aan het eind van de zomer knollen zoals dahlia's en gladiolen weer bloeien. Al fietsend door dit vlakke land is het niet voor te stellen dat hier ooit hoge duinen lagen, afgewisseld met bosrijke delen lagen waarin werd gejaagd en binnenduinen waarin groente en fruit gekweekt. Maar ook dit open landschap dreigt te verdwijnen door toenemende lintbebouwing. Verderop ontmoet ik het water van het Mallegat weer als ik stilsta op de Coehoorn- of Loosterbrug. Hier zie ik hoe het water in westelijke richting stroomt, naar de spoorbrug en de Leidsevaart erachter.



Voorbij de Essenlaan wordt de Loosterweg weer een groene weg, tussen de bomen van Wassergeest en het Reigersbos. Zo fiets ik langs het Keukenhofbosch terug naar mijn beginpunt. 's Avonds barst het onweer los, regent het pijpenstelen en ligt Oranje uit de Europese Kampioenschappen. Het kan verkeren.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten