1 augustus 2020 | Groen lint in een vinexwijk

Vandaag ga ik op zoek naar Groen (met een hoofdletter) in de grootste vinexwijk van Nederland: Leidsche Rijn. Ik ben nieuwsgierig. Wat doet nieuwbouw-op-grote-schaal met een gebied waar sinds het eind van de vorige eeuw tot op de dag van vandaag wordt gebouwd. Is sprake van een troosteloze aaneenschakeling van buurten of enig hoopgevend groen?

Met de routeplanner van wandelnet zoek ik naar de groenstroken op de digitale kaart en knoop ze aaneen tot een tocht van 10 kilometer. Ik vertrek vanaf het station Terwijde in oostelijke richting maar niet voor de laatste inkopen in het naastgelegen winkelcentrum. Deze buurt, Het Zand, is de nieuwste bouwlocatie en alles ademt naar nieuw: kaal, zanderig en strak. Maar binnen een paar honderd meter sta ik oog in oog met een oude boerderij en stel vast dat de straat waar ik loop ouder is dan de omgeving doet vermoeden.

Dat geldt ook voor Het Zand, de weg die sinds jaar en dag in de richting van De Meern gaat. Maar hoe groen de weg ook is, het is juist die noord-zuidverbinding waardoor het op een racebaan lijkt. Al vrij snel ga ik naar links en sta dan oog in oog met een hypermodern gebouw en twee oude tuindersschoorstenen als stille getuigen uit vroeger tijden. De herkomst van de schoorstenen begrijp ik want nog geen halve eeuw geleden stonden kassen in dit voormalig polderlandschap. Het contrast verwart en heeft daardoor juist iets verfrissends. Dat vind ik hèt kenmerk van deze wijk.


Gesproken over vroeger tijden, bij het maken van de route koos ik voor het Groot Zandveld, een stadspark met een echte stadsschaapskooi en schapen. In de Romeinse tijd maakte dit gebied deel uit van de Limes, de noordelijke grens van de Romeinen. Bij het bouwklaar maken van de wijk zijn dan ook verschillende, belangrijke opgravingen gedaan. De resultaten zijn te zien in het zuiderlijker gelegen Castellum Hoge Woerd. Voor nu vind ik het contrast tussen het landelijk(-ogend) gebied en een hypermodern appartementencomplex kennelijk zo fascinerend dat ik de grondvorm van een Romeinse wachttoren spontaan oversla. 



In de vlinderwijk, via de prachtige Vuurvlindersingel waar het water van de singel aan het oog is onttrokken door een kraag van lisdodde en de paarse pluimen van de vlinderstruiken, loop ik langs het Amaliapark en door het vlinderpark. Helaas is er geen vlinder te zien. Dat komt vast door het drukkend warme, bewolkte weer. Af en toe voel ik een paar lichte spetters. Als ik het vlinderpark verlaat, ben ik bij het Castellum Hoge Woerd. Eerder noemde ik dit misschien wat gekscherend de stip van het Lint maar het cirkelvormig gebied is zeker een bezoek waard, niet alleen vanwege het moderne romeinse fort Castellum. Ook een kleine bierbrouwerij en -proeverij (met de toepasselijke naam Maximus), een plattelandswinkel met groente en fruit en een kinderboerderij maken hier deel van uit. Ik steek over naar het Vasalisplantsoen, ongeveer halverwege komt de zevende etappe van het Limespad erbij. We lopen voorlopig gezamenlijk op hoewel ik in tegengestelde richting loop. Via het Vasalisplantsoen met de schuin geplaatste bruggetjes verlaat ik de Leidsche Rijn en kom ik in Vleuten-De Meern, inmiddels ook deel van de gemeente Utrecht. 


Daarmee laat ik de nieuwbouwwijk voorlopig achter me want ik neem de autovrije brug over de Leidse Rijn. En begin ik aan een groen lint van parken, te beginnen met het Meentpark. 


Het Meentpark heeft  waterpartijen en via de verschillende bruggen kun je steeds kiezen aan welke kant van het water je wilt lopen. Het mooiste bewaart het Meentpark tot het laatst. Over een breed vlonderpad tussen enorme rietkragen waan ik me even in een andere wereld.





Haaks op het Meentpark ligt het Mauritspark, minder water maar net zo groen en aan de grote bomen te zien ook ouder. Parallel aan het park ligt de snelweg A12 maar het verkeersgeluid is nergens hinderlijk. Zelfs niet als ik een stukje van het stenen geluidsscherm vrij dicht passeer. Maar dan ben ik al in het Kloosterpark, want zo naadloos sluiten de parken op elkaar aan. Was het Mauritspark vooral een bomenpark, het Kloosterpark lijkt met velden en weides meer opengewerkt. De stone circle, kunst of kenmerk, vind ik een uitgelezen pleisterplaats. 


Voorbij de steenkring haakt het Limespad af (beter gezegd: het komt hier vanuit westelijke richting erbij en voert via de parken naar het Castellum). Het Kloosterpark voert mij in ieder geval verder langs een mooie, oude boerderij en lindenlaan terug naar de Leidse Rijn. Zonder zicht op het water en ook nog eens een wesp die hinderlijk om mijn hoofd vliegt - hij ruikt vast nog iets van mijn net gegeten banaan en sinasappel - vind ik het niet leuk lopen aan deze kant van de Leidse Rijn. Bij de eerste brug, steek ik het water over - de wesp raak ik zo kwijt - en via de dorpser ogende Zandweg ga ik bij de Castellumstraat linksaf. En dat brengt me weer terug bij het Castellum. Het moderne fort steek ik in lengterichting door, ook een stukje Limespad, ga verder door de appelboomgaard van 't Zand en langs de wachttoren die zicht houdt op de naastgelegen verkeersrotonde. 





Voorbij het Castellum loop ik opnieuw langs de weg Het Zand maar richting het station. Om te voorkomen dat ik verderop de weg voor de tweede keer loop vandaag, pak ik links een geitenpaadje. Het allerlaatste deel gaat langs het water van de singels waar een zwanenmoeder of -vader dreigend in mijn richting komt zwemmen om drie grijze, opgeschoten puberkuikens te beschermen. Dan ben ik terug bij het station waar ik mijn route begon. Verrassend vond ik de tocht, vooral door het contrast tussen nieuwbouw en de oudere en historische elementen. Leidsche Rijn is een ruim opgezette wijk en het lopen tussen de huizen voelt aangenaam zelfs waar de buurten minder groen zijn bedeeld. Zeker, het kan nog groener. Maar dat is een kwestie van jaren.




Geen opmerkingen:

Een reactie posten