CP 09 | A Ramallosa - Redondela (18 km)

We vertrekken een half uur eerder uit het hostel maar niet vanwege de bedwantsen. Helaas wordt onze tijdwinst tenietgedaan door een ernstig traag verlopend ontbijt in een barretje. De barmedewerkster doet haar best maar kan de drukte niet aan. Daarbij krijgen de Spanjaarden voorrang en moet ze ons al snel nee verkopen voor croissants, ham en kaas. En dus kunnen we pas tegen negen uur op weg. Het hoort allemaal bij de camino. 

De meeste hostels serveren geen ontbijt, althans niet iets wat als stevig ontbijt voor de langeafstandswandelaar doorgaat. Als ze al iets bieden zijn het voorverpakte mini-cupcakes, soms bij de overnachtingsprijs inbegrepen, soms ook niet. Hetzelfde geldt voor thee en koffie. Dus ben je aangewezen op een pasteleria/koffietentje of een barretje als deze voor een kop koffie/thee en een groot formaat croissant of zoiets als tosta, geroosterd stokbrood, belegd met ham of kaas of geserveerd met jam. Ook de Spanjaarden lopen zo'n barretje binnen vaak voorafgaand aan hun werk.

Vandaag lopen we met zes in plaats van zeven. Geen afvalrace waarbij elke dag een loper afvalt, maar ons achtste wandelmaatje gaat vandaag, zaterdag, met onze begeleidster een taxi naar het ziekenhuis voor een onderzoek aan haar knie. Wandelen zit er niet meer in, ons vooruit of achterna reizen voor haar niet zinvol. Voor haar zit de camino er helaas op en alleen met een doktersverklaring maakt ze aanspraak op repatriering. Repatriering, het woord en het gevolg ervan valt hard in de groep maar de camino gaat verder. De etappe voert vandaag verder langs de kust tot de stad Vigo en als alles volgens plan gaat, nemen we vanaf daar de bus naar Redondela. We zijn op onszelf aangewezen. Net als gisteren zijn er twee varianten op de kustvariant, pal langs de kust of iets landinwaarts. In overleg met de begeleidster is afgesproken dat we de vlakke en dus overzichtelijke kustvariant lopen zodat we goed zicht houden op elkaar. 

Was het gisteren regenachtig, vandaag is het nevelig. Voordat we A Ramallosa verlaten bezoeken we de Romeinse brug. Veel van ons - zoals ik - hebben die gisteren over het hoofd gezien. Staande op de brug vraag ik me af waarom, het is een imposant bouwwerk over een sterk stromende Miñor.





We verlaten de stad langs het water, de mist - of is het zeevlam? - komt en gaat. Zo is het bijna zonnig te noemen, zo trekt het weer dicht. En de Spanjaarden? Zij gaan gewoon door met hun zaterdagactiviteiten, zoals een groots opgezet jeu de boules-wedstrijd op de boulevard.

Onderweg blijken groene pijlen de kustcamino aan te duiden. Vlonders, korte stukjes over het strand, achterafstraatjes, doorgaande wegen en boulevards wisselen elkaar af. En steeds horen we een repeterend geluid. Eerst lijkt het op een telefoon die in een auto of een winkel overgaat maar nooit wordt opgenomen. Als onze kilometers vorderen, neemt het geluid in volume toe maar verplaatst niet. Het is een misthoorn, niet op een schip maar in de buurt van een haven of een vuurtoren. 








Na zo'n acht kilometer, als de zon zich even laat zien en de temperatuur meteen oploopt, pauzeren we op het terras van een restaurant. Van de doorgaande weg af, aan een grote ronde tafel in de schaduw van een boom is het een heerlijke plek. We bestellen koffie of thee en eten zonder gêne iets van onze proviand uit onze rugzak. Te vroeg voor de uitgebreide, warme lunch van de Spanjaarden is het stil in het restaurant en op het terras. De uitbater verdient met ons meer dan op een reguliere zaterdag.

Even boven Oia pauzeren we voor de tweede keer, ook met zon. Onder een groepje parasoldennen met uitzicht op wat inmiddels de baai van Vigo is, doet het Mediterraans aan. Wat er aan bijdraagt is een bescheiden archeologische vindplaats van een Romeinse villa pal naast ons, de Vila Romana de Toralla uit de 4e en 5e eeuw AD. Het lijkt me het bekijken waard maar de vindplaats is ommuurd met glazen wanden en de entree gesloten. Ik koekelaar door het glas en zie wat oude stenen op de grond, de resterende contouren van wat eens een luxe villa moet zijn geweest. Maar de camino gaat verder. 

Van Oia lopen we naar Alcabre, een kustplaats met een boulevard waar geen einde aan komt. In totaal hebben we vijftien kilometer gelopen en al die tijd blijven we aardig bij elkaar in de buurt. Het einde van de etappe is in zicht, nog ongeveer zes kilometer tot de bushalte bij het station in Vigo. Aan de boulevard is behalve een toeristenmarkt ook een openbaar toilet. Beiden zorgen ervoor dat het groepje uit elkaar valt. Plotseling lopen de achterste twee richting de lijnbussen die achter de boulevard aan de straat geparkeerd staan. De middelste twee roepen de voorste twee terug. De achterste twee lopen naar de bussen. Voordat vier mensen eigenlijk doorhebben wat het gevolg is van deze tweevrouwenactie, stappen de twee in, kopen een kaartje voor zes en bevinden we ons in de bus naar Vigo. Te verbaasd zwijgt de meerderheid. Als dan ook verwarring ontstaat over de plaats en de halte om uit te stappen, verlaat de bus inmiddels Vigo en zet ons in het gehucht Chapela af. Ver buiten de stad blijkt het de overstaphalte voor de Interliner naar Redondela te zijn maar dan zijn we een half uur verder. Pas als we de boodschap van de chauffeur begrijpen dat we onze rugzakken onderin de bagageruimte van de bus moeten plaatsen, neemt de Interliner ons mee. Het hoort allemaal bij de camino, gaat inmiddels als een mantra door mijn hoofd. De busprijzen vallen gelukkig mee, voor zo'n twee uur busvertier betalen we ongeveer drie euro. Kom daar maar eens om in Nederland. We rijden langs een enorm havengebied en de mega-verbindingsbrug over de Ría de Vigo en eenmaal in de goede stad - Redondela - stappen we in de buurt van ons hostel uit, een tweede meevaller. 


Het hostel zit om de hoek, in een straatje boven een kledingwinkeltje. Het portiek verbergt een onopvallende deur en om deze te openen moeten we een code in de deurkruk toetsen. Daarna volgt een smalle trap en op de bovenverdieping van wat vroeger een woning lijkt te zijn geweest bevindt zich het hostel. Het is van het type hokkerig en benauwd, nauwelijks sanitair en een bonte verzameling tweedehands meubels. Ik denk maar niet na over brandveiligheid. Tussen de stapelbedden en de lockers - te krap voor onze rugzakken - hangen armoedige gordijntjes die ons vannacht enige privacy moeten geven. Maar in tegenstelling tot het kruip-door-sluip-door-onderkomen lijken de matrassen weer van het soort anti-decubitus te zijn. Wel zelf opmaken. We doen het ermee. Maar eerst douchen, om de hoek zit een supermarkt, iets verder weg kunnen we eten en daarna hebben we een opgemaakt bed om in te slapen. Die overzichtelijkheid houdt het hoofd uiteindelijk koel tot we in een diepe, herstellende slaap vallen. Tot morgen!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten