Vandaag begint een nieuwe dag met hetzelfde ritueel. Na het standaard ontbijt lopen we rond negen uur het hostel uit voor een tocht van zo'n 21 kilometer, met onze rug naar de avondmis-kerk en de mausoleumachtige begraafplaats aan de overkant. Zijn begraafplaatsen in het algemeen niet de leukste uitjes, in Portugal zijn ze zonder redelijk doel helemaal het vermijden waard. Hier geen Amsterdams Zorgvlied of Parijs' Père-Lachaise.
Steevast wit ommuurd en tot die randen gevuld met zerken en muren van marmer of wit steen, gelardeerd met afbeeldingen van de overledenen maar nauwelijks bloemen of groen. Wat er bij de graven al aan takjes en bloemen ligt verdenk ik ervan van plastic te zijn. Ieder land heeft zo zijn gewoonten.
Vandaag trekken we meer landinwaarts en verlaten daarvoor jammer genoeg de kust. De route gaat nu door binnendoorstraatjes met scherpe, onregelmatige kasseien. En zoals mijn voeten het gisteren al lieten merken melden ze vandaag weer dat ze dit soort wegen niet leuk vinden. Bij elke stap maken ze me duidelijk dat ze hier niet voor zijn gemaakt. De Portugese chauffeurs kennen deze straatjes ook maar al te goed zodat we regelmatig inhouden of juist doorlopen. Toch ervaren we meer respect voor voetgangers, en camino-gangers in het bijzonder, dan in ons thuisland. Ieder land heeft zo zijn gewoonten en ik concentreer me op doorkijkjes die me het zicht op de oceaan blijven geven en op de lucht, het gaat weer een mooie, warme dag worden. Tegelijke zie ik wolken van een geelgrijsachtige kleur. Ze drijven richting de oceaan. Dat is niet vreemd want de wind komt vanaf het land. Iemand zegt me dat de wolken in de bergen gevormd zijn maar toch vind ik ze vreemd.
Na ongeveer vijf kilometer passeren we Belinho met kerk, kruis en watertappunt. Vooral dat laatste trekt ons pelgrims. Nog geen twee kilometer verder is de volgende kapel, de Capela de Nossa Senhora dos Remedios, vrij vertaald Kapel van Onze Lieve Vrouwe van Genezing. Voor het gemak of extra ondersteuning is er een zona de descanso peregrinos bij, een rustplaats voor pelgrims, onder toeziend oog van een van de vele uitingsvormen van Sint Jakobus. Alsof het niet genoeg staat een apart kruis voor Onze Lieve Vrouwe van Genezing nog eens 100 meter verderop.
Daarmee hebben we voorlopig de verstedelijking van huis en kerk gehad en gaan de natuur in, door heerlijk ruikende eucalyptusbossen. Met het verlaten van de kust is het ook met het relatief vlakke lopen gedaan. Er volgt een nieuwe uitdaging. We klimmen gestaag, over boomwortels, grote keien, langs water en over een dammetje, zeker tot 120 meter waar we het volgende geloofshuis treffen. Hoewel alle kerkelijke gebouwen belangrijk zouden moeten zijn voor de ware pelgrim is deze zeker niet onbelangrijk voor de ongelovige pelgrim: de Igreja de Santiago de Castelo de Neiva ofwel de Sint Jakobskerk van het (nabijgelegen) Sneeuwkasteel. Ook hier weer een versie van Jakobus in de kerkgevel - beeld en glas in lood - en op het plein. En een stempel!
Ik vind het inmiddels wel even mooi geweest. Sinds ons vertrek uit het hostel blijven we verstoken van supermarkt, café of restaurant, en dat begint een beetje op te breken. Door de opgelopen warmte en vermoeidheid leidt het tot wat onduidelijkheid en spanning in de groep. Twee lopen door, de route spreekt immers voor zich, de anderen gaan pauzeren in de schaduw op een muur op het kerkplein. We doen het met wat onze rugzak biedt en delen dat met elkaar.
Vanaf de kerk volgt eerst nog een steile klim tot ruim 140 meter maar het dalen erna helpt ons weer op weg. En dan, aan het einde van het bospad, vlak voor we weer in de bewoonde wereld raken, treffen we een soort snack shed, een schuurtje is het niet eens te noemen. Een lokale bewoner heeft kennelijk de leemte aan horeca en winkels ontdekt en verkoopt er fruit, koele drankjes, koffie, thee en cake. Er staat in het midden een grote tipbox voor wie een donativo, een vrijwillige gift, wil geven. Geen woord over de grens sprekend maakt de uitbater er een vrolijke boel van - vamos, vamos, roept hij geregeld en heeft er een muziekje bij opgezet - en hij haalt zelfs de portflessen tevoorschijn. Hij schenkt een bodem in maar dan wel drinken uit kartonnen bekertjes.
Opnieuw volgt bebouwing waar elke wind wegvalt en de temperatuur tot tegen de 30 graden stijgt. Rond twee uur 's middags bij een totaalafstand van ruim 14 kilometer bereiken we moe en verhit Chafé. Uitgerekend op de Weg van de Liefde treffen we een restaurant met een klein driehoekig terrasje achter een metalen hek. Er zitten meer pelgrims, zoals de twee Franse vriendinnen die we eerder hebben ontmoet. Onder een gescheurde parasol eten we een verse gemengde salade met tonijn, rusten uit, kunnen naar het toilet en krijgen zelfs nog een stempel. Alle voorwaarden voor een pelgrim om te herstellen en weer op weg te gaan. Nog acht kilometer tot ons eindpunt.
Na nog meer bebouwing en een top van nog eens 100 meter komt aan de overkant van de rivier Lima de stad Viana do Castelo in zicht met de basiliek op de top. Vanaf hier is het nog een kilometer of vijf. We steken de rivier over via de brug, net als in Porto een maaksel van Eiffel. Het voetpad eroverheen is smal en met name de zware lijnbussen denderen er overheen. Blij als ik aan de overkant ben plof ik aan de voet van de brug neer in het gras van van een klein parkje. Aan de overkant is een klein terrasje van een pasteleria aan een drukke weg. De meesten gaan op het terrasje zitten maar ik trek hier mijn schoenen uit, mijn voeten willen voorlopig geen stap meer verzetten.
Na een kwartier - of is het een half uur - loop ik toch even de pasteleria binnen. Daar koop ik water en een soort zoetje broodje. Het houdt het midden tussen cake, brood en zandgebak gemengd met noten en gedroogde vruchten. Behalve de smaak is het is een heus energiebommetje. Ik bestel er spontaan nog drie voor de kilometers die gaan volgen, volgens de verkoopster kan ik er minstens nog twee dagen mee doen.
Maar ondanks dat we in Viana zijn, zijn we nog niet bij ons hostel en we moeten ook nog ergens eten. Het hostel ligt in de stad boven op een berg naast de basiliek Santa Luzia en heeft geen restaurant, wel een keuken. Het idee is dat we boodschappen doen en dat een van ons kookt, uiteraard met hulp van de rest.
Wat volgt is een ronde door de stad op zoek naar een supermarkt, via google maps. Inmiddels is het al zes uur en verschuift het plan naar een restaurant. Deze gaan pas om zeven of acht uur open of ze blijken helemaal gesloten. De Mercado - een markthal - gevonden op internet heeft alleen sluitende vis- en vleeskramen, de Supermercado - een supermarkt - gesloten. We zijn moe, de rek is eruit. Het rondje, onder andere via een grote spoorbrug over het spoor naar de andere kant van de stad, wordt zo groot dat we uiteindelijk weer in de buurt van het parkje onder aan de brug zijn. Daar vinden we - goddank - een restaurant wat weliswaar gesloten is tot zeven uur maar waar we intussen wat kunnen drinken. We gaan ervoor, ondanks de kaarsrechte houten stoelen en een ongeduldige uitbater. Hij heeft een pelgrimsmenu voor 15 euro die nogal wat overleg vraagt voor we het begrijpen. Voorgerecht is een gebonden groentesoep, hoofdgerecht inktvisringen of de bekende gemengde salade - zonder bijgerechten - en als nagerecht thee of koffie. We voelen ons afgezet, niet als pelgrims behandeld zoals we eerder hebben mogen ervaren maar we doen het ermee.
Dan blijkt dat de kabelbaan naar het hostel buiten gebruik is. En zelfs als hij in gebruik zou zijn, gaat deze maar tot acht uur 's avonds. Dat uur is geweest, het is donker en de slingerweg naar boven voegt nog eens twee kilometer toe aan onze verlengde dagafstand. In alle wijsheid wordt besloten om de uitbater een taxi te laten bellen. In twee auto's rijden we over de onverlichte slingerweg naar boven, de lichtjes in de verte geven een magisch effect aan de stad, de maan is zo goed als rond en de basiliek is majestueus verlicht. Bij deze luxe voel ik me als een vorst.
In het hostel staat de beheerder, het lijkt een student met een bijbaan, op het punt om naar huis te gaan. Hij doet daarom een beetje kribbig. Maar we zijn er, onze wandelteller staat op 25 kilometer totaal, en onze bagage is er ook. We kunnen douchen, slapen en dromen over een mooie camino zonder zere voeten. Tot morgen!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten