Ook vandaag gaan we om kwart over negen op pad. De eerste twee kilometer rijden we met de busjes naar het stadje Manderscheid om de eerste steile klim te ontlopen. De tocht voor vandaag is een rondwandeling, eerst langs rivier de Lieser om in oostelijke richting af te buigen en via het plaatsje Eckfeld terug te lopen naar Manderscheid. We volgen een deel van het Lieserpfad en van de Eifelsteig, twee bekende lange(re) afstandspaden in Duitsland.
De busjes worden onder de bomen in Manderscheid (380 meter) geparkeerd en we wandelen - voor het eerst direct bij de start - dalend het stadje uit in noordelijke richting. Al snel vervolgen we de route onder de bomen en volgen zo de rivier Lieser. Van de Lieser zien we niet veel want het ligt 80-100 meter beneden ons in het dal. Wat we wel zien is de Oberburg, een vierkante toren aan de overkant van het dal, badend in de opkomende zon. De Duitse vlag staat fier overeind.
Wat daarna volgt is een uitdagend traject over een smal, stenig pad, soms voorzien van sterke, een soort metalen golfplaten afgedekt met bosgrond waar het pad geen of onvoldoende bodem biedt. We lopen in ganzenpas achter elkaar. Aan de stilte te merken zijn we op het pad gefocust. Rechts de beboste helling met de rivier onzichtbaar in de diepte, links van ons een rotswand. Het is inspannend maar nergens gevaarlijk. Zelfs tegenliggers kunnen hier passeren. Hoewel het stuk misschien nog geen 500 meter lang is, is de inspanning misschien wel de reden dat we al na een uur een korte stop maken bij een schuilhut op de Hahnerfläche. Ook tegen zon en warmte bewijst een hut goede diensten.
Tijdens de tocht, zo heb ik me laten vertellen, gaan we op zoek naar het oerpaard. Het prehistorische dier van slechts 50 centimer hoog leefde zo'n slordige 45 miljoen jaar geleden in deze contreien. Nog maar heel recent - de jaren 90 van de vorige eeuw - vonden archeologen een volledig skelet waarbij zelfs kon worden vastgesteld welke bladeren het had gegeten en dat het een foetus droeg.
Als we ergens op een T-sprong komen, meldt een van de begeleidsters dat we dicht bij de plek zijn waar het dier is gevonden. Hiervoor moeten we naar rechts, de doorgaande route is naar links. Ze zegt erbij dat het niet meer is dan een kuil. Het skelet blijkt bovendien niet hier te liggen maar in het Maar Museum in Manderscheid. Na deze toelichting kiezen we voor het vervolg van de route. De 'kuil' blijkt echter het opgedroogde Eckfelder Maar, het oudste Maar in de Vulkaaneifel, en inmiddels een beschermde opgravingslocatie.
Nog steeds laat de Lieser zich niet graag zien. Om haar te zien moeten we het van Aussichtpunkte hebben, meestal een schuilhutje op een strategisch punt, en anders de weinige keren dat we over een brug gaan, zoals de Urpferdbrücke waar de Lieser vrijelijk stroomt.
We bereiken meer open en landelijk gebied. Voor het eerst zie ik wat koeien in de wei, behalve dan de Schotse Hooglanders gisteren ergens bij een erf. De vele groene weides liggen er vooral voor het maken van hooi. Ik vraag me af waar Duitsland zijn melk vandaan haalt want ook grote melkstallen ontbreken en staan velden vooral vol met graan en mais. Wellicht beschermt dat juist het gezicht van de Vulkaneifel.
Inmiddels lopen we weg van de Lieser in oostelijke richting en als we boven Eckfeld zijn, lopen we naar het zuiden. Links, gelukkig net ver genoeg om hinderlijk te worden, horen we het geluid van het verkeer op de autoweg A1. Het is rond 13 uur, het wordt steeds warmer en de behoefte om te pauzeren neemt met elke stap toe. Het door de begeleidsters beoogde recreatieveldje met picknicktafel en schuilhut is bezet door een Duits gezin. De plek is geheel in beslaggenomen terwijl we er makkelijk bij zouden kunnen. Rechts van de schuilhut is een tunneltent opgezet, de was hangt er te drogen, vader ligt links van het veld op een groot luchtbed tegen de ene picknicktafel, moeder bezet rechts de andere picknicktafel met een niet al te lief ogende hond die ze bovendien op ons af dreigt te sturen als we van deze openbare lunchplek gebruik willen maken. Ondanks de bemiddelende woorden van onze begeleidster zijn ze niet te vermurwen. We gaan de confrontatie niet verder aan en lopen door. En dat brengt ons bij een nog leukere lunchplek onder de bomen inclusief sanitaire voorzieningen. Hier is een groot tentenkamp opgeslagen wat het midden houdt tussen een scoutinggroep of iets van kerkelijke gezindte. De tijdelijke bewoners lijken massaal afwezig op wat keukenpersoneel in een grote tent na. In een naastgelegen gebouw bevinden zich de toiletten - met wc-papier en handzeep! - die wij ook mogen gebruiken. We ploffen neer op het gras. Het is een heuveltje onder de bomen, mooier kan bijna niet. Vanuit het dal waait een licht windje tussen de bomen door over deze picknickplek. Het is zo heerlijk dat ik het half uurtje met een kwartiertje zou willen verlengen om even mijn ogen dicht te doen. Maar onze leiding is onverbiddelijk, na een half uur stappen we weer op.
We zakken verder af door Eckfeld naar Buchholz over de Kruisweg met kerk én kerkhof waar aan de ene kant een devote Mariagrot ligt en aan de andere kant een lichtzinnige,10-persoons hoogzit vanwaar goed zicht op het opgeschoten mais en een mooi vergezicht over de Eifel.
Deze Kruisweg is gelukkig niet voor ons, we lopen de komende twee kilometer eerst langs en daarna door het bos tot we Manderscheid terugzien aan de overkant van het water. Nu zien we voor het eerste ook de Niederburg en in de verte zijn wat kletteraars bezig. Waar in Nederland kletteren voor een neerwaartse beweging staat, betekent klettern hier juist klimmen. Het kan voor een riskante spraakverwarring zorgen.
Het venijn-in-de-staart is een korte maar pittige afdaling. Misschien is deze Rittersteig geen vijftig meter lang maar wel eentje waar je knieën van gaan protesteren. Het brengt ons terug in Manderscheid, Niedermanderscheid om precies te zijn. Voorbij de grote brug over de Lieser, aan de voet van de Niederburg, volgt weer een steile klim om bij de busjes in (hoog) Manderscheid te komen. Inmiddels is het rond 15 uur en de temperatuur gestegen tot 27 graden Celsius. Maar ook dit halen we. Als dampende (ridder)paarden staan we uit te blazen in de schaduw van alles wat maar een beetje schaduw geeft op de parkeerplaats Burgenblick. Als we eindelijk op adem zijn en de hartslag gezakt naar een meer normaal ritme, besluit een klein deel van de groep naar het plaatselijke zwembad of naar het Maarfelder Museum te gaan, de laatste om alsnog het oerpaard te vinden. Zwembad of museum, zij rijden niet met het busje mee naar het hotel in het dal. Voor hen volgt na het uitstapje nog een stevige afdaling van zo'n twee kilometer. Ik begin er niet aan. De waterzak is tot de bodem leeg, net als het flesje appelsap. En dus laat ik me, zoals als het merendeel van de groep, comfortabel terugrijden naar het hotel waar in de koelte van de Kleine Kyll het terras en een etappedrankje op me wacht.
Vandaag wandelden we rond de 400 hoogtemeters (cumulatieve hoogtemeters +907 meter). Tot morgen!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten