Bij Venlo rijden we Duitsland in. De snelweg is opvallend leeg, het gaspedaal wordt ingetrapt. In Duitsland is alles groter, een soort Amerika van het Europese continent. Eerst passeren we voornamelijk windmolens, zonneweides maar ook diabolovormige schoorstenen met rookpluimen die hoog, hoger, hoogst oplossen in de lucht en langs immense bruinkoolgroeves die als ontsierende gele kraters zijn te herkennen op Google Maps. De stilte in ons busje is op het geronk van de motor na oorverdovend. Het hoort erbij. Het zal 6 dagen en wandelingen nodig hebben om iets van een band te smeden. Terug zal het anders zijn. Maar eerst heen.
Voorbij het industriele energiegebied neemt het groen het over, het landschap verandert. Hier en daar steken een paar stevige puisten op uit het landschap als eerste tekenen van het middelgebergte. De damp van de zojuist gevallen regen stijgt in flarden op van de bosrijke flanken van het heuvelachtige landschap. Dan verandert mijn uitzicht vanuit het busje opnieuw, we rijden dieper de Eifel in over weggetjes met Frans aandoende haarspeldbochten en bereiken Manderscheid (ca 400 meter). Het lagergelegen hotel, toch nog op zo'n 300 meter hoogte, is idyllisch genesteld in het dal aan het riviertje de Kleine Kyll. Als we uitstappen is het weer droog geworden, het zonnetje voelt niet ver weg.
Zoals verwacht zijn we te vroeg om in te checken. Na een plaspauze, het droppen van de bagage bij de receptie, het kennismaken met de drie andere reizigers en het vastsnoeren van onze wandelschoenen gaan we op pad. De tocht van zo'n 8 kilometer is een eerste kennismaking met het vulkanische gebied, een UNESCO Geopark. Bij een koude start volgt meteen een steile klim voorbij het bruggetje van de Kleine Kyll. Voorop zet de begeleidster er direct de vaart in en de kopgroep lijkt bepaald. Als dit het gangbare tempo is, zal ik de komende dagen er een flink tandje bij moeten zetten.
Eenmaal weer op adem zie ik dat we door bosrijk gebied lopen over de flank van de Mosenberg (517 meter). Dan breekt het bos open en op zo'n 460 meter toont de berg ons een vergezicht in zuidelijke richting over de Eifel.
Niet alleen de snelle klim maar ook de verschillende termen van vulkanisch gesteente en de niet te bevatten oertijden waarin ze zijn gevormd doen mijn hoofd duizelen als we een voormalige groeve bereiken. Stenen uit die tijden staan in dit Vulkanerlebnispark opgesteld alsof het het Britse Stone Henge is.
Van de groeve lopen we een stukje terug en houden dan rechts aan, volgen het pad rechts van het water Horngraben en bereiken de Wolfsschlucht (Wolfkloof) met de basaltzuilen, gevormd tijdens het uitbarsten van de Mosenberg. De Mosenberg maakt deel uit van reeks aan kraters en Maaren (meren). De kraters zijn geen echte vulkaankraters maar gerezen gaten in het landschap (hotspots), veroorzaakt door overdruk, een soort ontplofte snelkookpannen stel ik me voor. Hierdoor ontstonden de Maaren. Alleen de Mosenberg vormt net weer de uitzondering, het is het enige kratermeer van Duitsland. Jammer genoeg zien we het meer niet, misschien iets te veel uitdaging voor de eerste dag. Dat neemt niet weg dat het een leuke tocht is door miljoenen jaren oud gebied, en dit is nog maar een voorproefje.
We dalen langzaam. Van de Wolfkloof, een glibberige en onhandige afdaling tussen dicht op elkaar staande, uitstekende rotsen - de meeste mensen lopen de kloof in tegenovergestelde richting - passeren we het water van de Horngraben.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten