Al scrollend op een zeker socialmediakanaal las ik twee weken terug het bericht dat de vele regen voor grote plassen in de Amsterdamse Waterleidingduinen zorgde. Ik las het en vergat het.
Nu, met een hoofd vol nieuwe wandelplannen voor 2024, duik ik deze eerste januari het gebied in. Andere mensen houden van een plons in zee of meer. Het koude water is aan mij niet besteed, lopen vind ik een beter alternatief.
De relatieve drukte bij de ingang De Zilk waaiert zoals altijd verderop uit. Vandaag ga ik voor de paarse paaltjesroute, een ommetje van ongeveer 5 kilometer. De eerste kilometer heb ik de wind pal tegen. Het waait zo hard dat mijn neussnot spontaan aan de haal gaat. Daar is geen zakdoek op tijd bij.
Als ik langs de hekken van het zweefvliegveld loop, liggen de opgeborgen, witte kisten aan een meer in plaats van een golfgroene start- en landingsbaan. Ik herinner me spontaan het sociale media-bericht. Ongeveer halverwege dit binnenmeer ga ik rechts de Ruigenhoeker Schulpweg in en klim naar de top van een duinheuveltje. Links en rechts liggen grote poelen water, het is overduidelijk een waterwingebied.
Verderop is het plots gedaan met leuke uitkijkjes en doorkijkjes, het pad staat blank en niet zo'n beetje ook. Hoe ver en hoe hoog het water staat, blijkt als ik er via een geitenpaadje links langs wil. Dat is te simpel gedacht. Het brengt me verder en verder van het ondergelopen pad af, tot ik een parallelgelegen klinkerweg bereik. Het is de Houtweg. De paarse paaltjes zet ik maar even uit mijn hoofd.
Als deze Houtweg me terugvoert naar de ondergelopen Schulpweg, blijk ik de afslag voor de paarse route te hebben gemist. Dan maar een stuk van de zwarte paaltjesroute volgen. Bandensporen worden watergeultjes en stroompjes, het hogere middenstuk vormt het dijkje. Zo loop ik richting het Haasveld maar ook daar blijkt de boel ondergelopen.
Dus loop ik een stukje terug en verlaat het pad om dwars over de hogergelegen duintjes te klimmen, links van me een langgerekte plas water tot in de Westhoek en vlak voor de Nieuwe Haasvelderweg.
De geplaveide Haasvelderweg gaat recht op de uitgang af. Daar heb ik nog geen zin in. De paarse paaltjes verwacht ik niet meer te zien en het struinen buiten de gebaande wegen bevalt me goed. Dat mag hier ook. En dus verlaat ik de weg voor een natuurlijk, door mens en dier gecreƫerd pad naar links. Ineens geeft de AWL mij een goed bewaard geheim prijs: een heus kabouterbos. Kabouters in verschillende soorten en maten, groot en klein en in allerhande kleuren. Gelukkig houdt de woonstee hun voeten droog. Het is een bont gezelschap en een deel staat in een gezellige kring opgesteld alsof ze van plan zijn een kaboutervolksdansje te wagen. Maar bevroren als ze erbij staan is zo'n dansje vast alleen voor kinderogen bedoeld. Dus loop ik door. Hoger en hoger ga ik, de klimmetjes soms behoorlijk steil en door mul zand. Op een top met een paaltje, misschien is het wel de Groene Kijkberg (20 m), blijf ik staan en kijk uit over mijn omgeving. Zag ik eerder richting het noorden de schitterwitte torens van Zandvoort tegen een donkere lucht, hier zie ik stapelwolken vanuit het zuidwesten landinwaarts trekken en richting het oosten de heiige kerktoren van De Zilk. De AWL doet me telkens weer verwonderen.
Van de duintoppen bereik ik een verhard pad. Ik ben terug op de zwarte paaltjesroute. Verderop steek ik het staalblauwe water van het Oosterkanaal over en krijg de wind weer pal tegen. Voor de zekerheid houd ik mijn inmiddels doorweekte zakdoek bij de hand.
De nieuwjaarsduik telt zeven kilometer, een goed begin. Gelukkig nieuwjaar!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten