Deze nazomerse zondag dwingt me gewoon om op pad te gaan. Mijn vertrekpunt is Kasteel Keukenhof in Lisse, waar de dahlia's in licht meanderende borders kleurrijk afsteken tegen het kasteel op de achtergrond.
Het terras van de voormalige boerderij op het landgoed is druk bezet en ook de parkachtige omgeving trekt veel wandelaars. We hebben nog behoefte aan deze verlenging van de zomer voordat een gure herfst ons later naar binnen jaagt.
Na een bezoekje aan de ommuurde binnentuin van Frederiks Hof met de koude kweekbakken steek ik van het landgoed de doorgaande weg over richting het station.
Ook in het oude station is sinds jaren een horecagelegenheid gevestigd. Vele uitbaters verder kent het perron een terras met speeltuin. En ook hier volle bezetting, ondanks dat de wind vrij spel heeft en de treinen regelmatig passeren.
Over het spoor en voorbij de brug over de Leidsevaart bereik ik buurtschap Halfweg, halverwege de voormalige trekvaart tussen Haarlem en Leiden. In de bocht sla ik links het fietspad in, laat het lawaai van het autoverkeer achter me en bereik de voet van een bescheiden uitzichtpunt. Eenmaal boven kijk ik terug op de nog groene bomenrand van het Landgoed Keukenhof met het Keukenhofbosch. Links van me tegen de blauwe lucht klimmen de vliegtuigen om zojuist opgestegen van Schiphol met een ruime of iets minder ruime bocht te verdwijnen richting de Noordzee-kust achter mij. En rechts, in de zonnige maar heiige verte ontdek ik de skyline van Den Haag. Dichterbij liggen de bollenvelden. Zonder bloemen. Helaas is het seizoen voorbij. Afgedekt met stro is een veld klaar voor de winter. Naar boven is een klim maar het uitzicht zeker een beloning.
Terug op vlakke grond vervolg ik mijn weg langs het Steengrachtkanaal,, ooit een belangrijke aan- en afvoerroute toen verkeer over de weg niet vanzelfsprekend was.
Voorbij het fietserstunneltje onder de provinciale weg N206 bereik ik het Oosterduinsemeer, in de lokale volksmond het Komomeer (of is het toch Comomeer?) gedoopt. Op een dag als vandaag, de zomervakantie voorbij, heerst een ontspannen sfeer op de grasrijke randen langs het water. Honden vinden er eindelijk hun speelweide en zwemwater terug en fietsers kunnen ongehinderd over het fietspad rijden. Andere bezoekers zijn er bij gaan liggen, hun kleden weids uitgespreid doen ze er een dutje, lezen een boek of voeren hun gesprek geanimeerd of intiem fluisterend.
Aan de andere, zuidwestelijke hoek van het meer is het terras van de Ibiza-style uitspanning goed gevuld. Hier wordt de vlagerige zuidwestenwind afgevangen door een naastgelegen strook bomen. In de luwte voelt de temperatuur zomers warm zodat het zweet op mijn voorhoofd staat.
Over de nieuwe randweg schamp ik Noordwijkerhout, ga aan het eind links en terug over de Oosterduinen, een geasfalteerde ventweg langs de drukke N206. Ik sluit me zoveel mogelijk af voor de racegeluiden rechts van me en focus me op het meer links in de verte. Het zonlicht speelt over het licht kabbelende wateroppervlak en weerkaatst zilverachtig.
Ook hier ligt, tussen het meer en de ventweg, veel bollengrond. En hoewel het weer een nabloei misschien mogelijk maakt, zijn veel dahlia's al gekopt. In de verte zie ik nog net een smal bedje rood. Maar gelukkig kleurt een paar bedden ernaast de nazomer me tegemoet. Terwij ik de resterende kilometers over dezelfde route terug naar het kasteel loop, denk ik aan de tweede editie van de Duin en Bollen Vierdaagse. Ik hoop dat de wandelaars er over anderhalve week ook nog van kunnen genieten.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten