En dus zet ik er stevig de pas in, ook omdat een anderhalve kilometer langs een rumoerige A2 volgt. Tegen tien uur ga ik rechts en passeer het spoor tussen Boxtel en Eindhoven via een tunnel. Tegelijkertijd raast een trein boven mijn hoofd. Het is twaalf uur tegen de tijd dat ik op het overdekte terras van de eerste horecagelegenheid ga zitten. De lucht is nu dichtgetrokken maar ik heb maar liefst 12 kilometer afgelegd. Waar dreigend onweer al niet goed voor is. Volgens de voorspelling barsten de buien tussen nu en twee uur los. Van mij mag het, ik ziet hier nu veilig. Maar wat ik ook bestel om de tijd te rekken en het onweer alle ruimte te geven, op wat regenspetters na gebeurt er niets. Dat brengt twijfel. Ik weet dat vanaf hier tien lange kilometers zonder horeca volgen voor ik mijn eindpunt bereik. De weinige boerderijen en schuren zijn mijn enige kans op een veilig en droog onderdak. Terwijl ik eet en drink check ik regelmatig alle weerapps die mijn telefoon kent. Het lijkt allemaal een storm in een glas water. En dus stap ik om half twee op.
Ondanks het vooruitzicht dat het onweer weg blijft, loop ik niet meer ontspannen. Het gaat om kilometers maken. In de haast ga ik te vroeg links. Aan het Banisveld tref ik een wandelende broer en zus die ook het spoor even bijster zijn. Zij lopen een streekpad. Ik vertel haar dat ik een weg verder naar links moet. Er gaat geen belletje bij haar rinkelen. Ze zegt me dat ik niet hoef te wachten nu haar broer verderop op zoek is naar aanwijzingen. Dat was ik ook niet van plan. Vandaag is het ieder voor zich. Ik zie ze niet meer terug.
Tegen half drie bereik ik de rand van de Kampina. Augustus is de bloeiende heidemaand en ik kijk er naar uit. Maar eerst moet ik onder de bomen het water van de Beerze volgen. Waar water en vochtig en klam weer zijn, zijn muggen. En dus wordt opnieuw de aanval ingezet op deze solitaire wandelaar. Het weer is nu wel de minste van mijn zorgen. Stilstaan is funest. Een uitnodigend bankje sla ik om die reden af. Ik loop door tot ik het fietspad en het open, droge heidegebied van de Kampina bereik en haal opgelucht adem. Ik bedank Natuurmonumenten hardop voor hun strategisch geplaatste boomstambank halverwege het heideveld. Het drie uur, het is bewolkt maar droog maar bovenal is het hier muggenvrij. Ik trek mijn schoenen uit en neem het van deze bedbank. Nog nooit lag ik zo lekker. Mijn verhitte voeten jubelen in de verkoelende lucht.
Voor bloeiende heide moet ik ver kijken merk ik als ik weer opstap, mijn protesterende voeten negerend. Alleen aan de overkant van het veld, ver in de verte zie ik een rozepaarsig verhoogd randje en verbaas me over deze, onder bloeiende heidevelden zo fameuze Kampina. Gras is wat ik zie, steppeachtig gras, en verwacht elk moment een wolvenkop te zien. Geen idee of ze hier zijn maar de heideschapen staan in de schrikdraadhekken. Het kan toeval zijn. De hekken test ik maar niet. Nog vier kilometer te gaan.
De route voert me langs het Belversven en een brug over de Rosep. Inmiddels ben ik zo geconditioneerd geraakt dat ik bij het zien van water harder ga lopen. Ondanks dat mijn voeten wederom uit mijn schoenen lijken te branden, stap ik door. Het tempo ligt laag maar het verstand staat op nul en de blik op oneindig. De laatste kilometer volgt. Het lijkt wel een uur te duren. Hier, middenin de Oisterwijkse Bossen en Vennen, ligt mijn herberg voor de nacht. De teller stopt bij 23 kilometer. Het is half zes. Op het terras drink ik mijn etappedrankje. Proost! Morgen begin ik aan de lange maar allerlaatste etappe van het Langste Natuurpad: Oisterwijk-Goirle.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten