7 mei 2023 | Dag 2 Camp - Annascaul (20 km)

De B&B eigenaar - gekleed in dezelfde broek en cap als gisteren - vindt zichzelf in de eerste plaats een humoristische gastheer. Als we 's ochtends om acht uur de ontbijtzaal binnendruppelen, verkondigt hij luid tegenover de andere gasten dat hij voor ons de beste plek heeft. Als ik snedig probeer te zijn met de typisch Engelse wedervraag: "Is it?", antwoordt hij direct: "Yes, unless you rather sit in the corner?" daarmee doelend op een hoekje waarbij je met je neus bijna tegen de binnenmuur van de eetzaal zit. Ik leer meteen een belangrijke les voor de rest van de week: probeer een Ier niet af te troeven in spitsvondigheid. Je verliest het. 

Speciaal voor ons dus de halfronde, bar-achtige tafel in de erker van wat behalve de ontbijtzaal ook John's woonkamer blijkt te zijn. Als wij zitten, neemt hij plaats op het grote leren bankstel voor de televisie. Zijn vrouw werkt zich uit de naad in de keuken erachter. Alle bak- en kookdampen drijven de eetzaal binnen. De lucht is zo zwaar dat je ertegen kunt leunen. Maar John heeft helemaal gelijk voor wat betreft het uitzicht. Voorbij mijn bord met smoked salmon en scrambled eggs - een aan te bevelen basis voor een lange wandeldag - kijk ik uit over de baai van Tralee aan de noordelijke kant van schiereiland Dingle. 


Behalve grappig wil John ook amicaal zijn. Regelmatig legt hij maar al te graag zijn hand op je schouder. Vooral als we buiten op het punt van vertrekken staan. "So, who's the smartest," begint hij zijn derde ronde grappigheid. Hij legt ons de start van de Dingle Way uit: "Down to the road, keep right. Then right, left, right". Als we nou maar naar John luisteren, komen we vanzelf op de Dingle Way. Met een warme, klamme hand zegt hij ons gedag. Liever dan na te denken over herkomst daarvan, richten we ons op de eerste meters van onze etappe, langs de pub & restaurant en een verwijzing naar de geschiedenis van Camp. We zijn op weg.


Maar grappig of niet, we volgen de aanwijzingen van John op - right, left, right - en het is meteen aanpoten. Over 700 meter stijgen we 60 meter tot een hoogte van ongeveer 100 meter, een stijgingspercentage van maar liefst 8%. En dat voelen we, aan onze benen, onze ademhaling en het nog niet verteerde ontbijt in onze magen. Regelmatig stoppen we om even op adem te komen. Het geeft de gelegenheid om achterom te kijken en laten zo de baai van Tralee achter ons. Vandaag steken we het smalle schiereiland dwars over. En hoewel de route via het laagste punt tussen de heuvels voert, is de etappe zeker geen appeltje-eitje. Na een kleine twee kilometer staan we aan de rivier Finglas die we via grote rotsblokken moeten oversteken. Gelukkig staat het water laag. Een bordje waarschuwde ons eerder al dat als de rivier overstroomt er via het dorp moet worden omgelopen. Wij kunnen door.




Voorbij de rivier vervolgen we onze weg over een grindachtige asfaltweggetje en stijgen geleidelijk van 100 naar 200 meter. De omgeving is kaal en ruig, het weer grijs bewolkt en de wind guur. Net voorbij de kruising bij Knockbrack pauzeren we in de luwte van een soort dijkje met de wind in de rug. Even verderop staat dan wel een bankje maar daar vangen we de volle laag. Onderweg zien we regelmatig bordjes van de Kerry Camino en hoewel dat gelijk oploopt met de aanwijzingen van ons gele mannetje die de weg van de Dingle Way wijst, gaat het om een andere tocht. En dat blijkt nog eens als we even later langs het bankje lopen. Aan het bankje hangt een heus stempelkastje maar we hebben geen stempelboekje. Anders dan op onze papieren reisbeschrijving kunnen we de stempel niet kwijt. 





De omgeving is mooi in haar uitgestrektheid. Het water heeft van boven op de heuvel tot beneden in het dal brede, grillige groeven getrokken, als rimpels in een oud gezicht. Van Sleave East bereiken we Emlagh met de gelijknamige rivier ernaast. De leegte wordt slechts een keer onderbroken door een aangelegd bosperceel. Langzamerhand verschijnen weer wat huizen, we bereiken de bewoonde wereld aan de zuidkant van het schiereiland.






En zo bereiken we via de gap tussen de twee heuvels de andere kant van het eiland. In de verte verschijnt het wad-achtige landschap met getijdengeulen van Castlemaine Harbour, een beschermd Natura 2000-gebied. Haaks op het schiereiland, als buffer tegen het water van de Atlantische Oceaan, ligt zandarm Inch Strand. Het is al twee uur geweest als we besluiten om de route te onderbreken en via een steil aflopende slingerweg naar Sammy's, de Ierse versie van een strandpaviljoen te lopen en daar wat te drinken en te eten. Echt rustig zitten is er niet bij aangezien alle binnen- en buitendeuren zonder enige demping met een harde klap dichtvallen. De mensen die er werken, horen het niet meer en dragen in hun luidruchtige werkzaamheden eraan bij. Alsof mensen en deuren om het hardst strijden boven elkaar uit te komen. Maar het eten en drinken zijn goed en het zitten op een stoel zonder de wind om je oren voelt lekker. En er is een toilet. Beetje bij beetje herstellen we van de kilometers afgelegd en voor de kilometers nog te gaan. We hebben ongeveer tweederde van de etappe gelopen.





Als we het strand en Sammy's rond half drie verlaten, bedanken we voor de steile klim terug naar waar we de route verlieten. Liever kiezen we voor een stukje over de doorgaande weg om verderop een geleidelijker steigende weg te bewandelen en verderop de route weer op te pakken. Voor de gelopen afstand maakt het geen verschil, voor onze benen wel. Het is nog maar 5 kilometer naar Annascaul. Zonnig was het al niet meer maar nu trekt de lucht verder dicht en moeten we serieuze maatregelen nemen om onszelf en rugzak droog te houden. 






Anderhalf uur na Inch bereiken we een regenachtig Annascaul. In misschien wel de meest bekende pub van Dingle drinken we ons allereerste etappedrankje. Ook deze South Pole Inn bevat een uitstalling van bezienswaardigheden. Ditmaal gaat het om Thomas of Tom Crean, een voormalig inwoner van Annascaul. Op jonge leeftijd ging hij bij de marine om later aan te sluiten bij verschillende zuidpool-expedities. Eenmaal in rustiger vaarwater begon hij deze pub in zijn geboortestreek. Was de pub aan buitenzijde eerst nog blauw-wit geschilderd en online nog zo te vinden, inmiddels is het overgeschilderd in oranje-witte kleuren. Naast de pub is de biertuin. Het ligt mooi aan het water van de rivier Owenascaul en de oude Annascaul-brug. Een heerlijke plek in de zon maar gezien de regen zitten we liever binnen. Hoewel al ruim 80 jaar geleden overleden kijkt deze man met markante kop en pijp je vanuit alle hoeken van de pub aan. Prachtige oude zwart-wit foto's vertellen je over zijn ijsexpedities aan het begin van de 20e eeuw, ondersteund door een op het plafond aangebrachte tijdlijn. We genieten van thee of een pint naar hem vernoemd en kijken vooral onze ogen uit. En als blijkt dat onze B&B gastheer voor de komende nacht goed beschouwd niet zo heel gastvrij is waar het gaat om de ruimte en het avondeten, is de keuze gauw gemaakt. We lopen terug naar de pub waar het ondanks de kouwelijk aandoende naam warmer en hartelijker is dan de B&B. Nog even voor 8 uur bestellen we daar eerlijke en lekkere pub-food voor we ons bed opzoeken en kunnen herstellen voor onze tweede etappe van Annascaul naar Dingle (town).








Geen opmerkingen:

Een reactie posten