11 mei 2023 | Dag 6 Wisseldag

Onze vierdaagse Dingle Way zit erop. Gisteravond hebben we als afsluiting heerlijk gegeten in de pub bij de eindstreep in Cuas. Ik at er de lekkerste chowder ooit. Na een telefoontje heeft B&B-gastheer Michael ons met de auto opgehaald - wel de riemen vast - en in ruim tien minuten teruggereden naar Ballydavid. Wij deden er lopend zo'n drie uur over. In de B&B treffen we weer ons vijfde wandelmaatje. We verdelen de kamers en na een goede nacht zijn we klaar voor vertrek. Maar het wandelavontuur zit er nog niet op. 

Na het ontbijt rijdt gastheer Michael ons met de bagage naar Dingle town. Hij moet er zijn rittenschema met andere gasten voor omgooien. Maar wij hebben een zwaarwegende reden, in ieder geval voor ons. Alles aan onze transfer naar Killarney sluit op elkaar aan. Doel is om de bagage voor elf uur af te geven bij de B&B waar we de komende twee dagen logeren. Als we dat halen, hebben we onze handen om de rest van de dag vrij wat rond te kijken, te shoppen en uit te rusten. Een zelfgeboekte taxi rijdt ons in ruim een uur van schiereiland Dingle naar Killarney op het vasteland. Maar dan moeten we wel om half tien klaarstaan bij de haven in Dingle Town zodat er nog voldoende speling is als het verkeer oponthoud geeft. Gelukkig begrijpt Michael onze urgentie - die al vanuit Nederland was aangekondigd - en hij moet andere gasten teleurstellen. In twee ritjes van elk vijftien minuten brengt hij ons naar Dingle Town, waar wij - weliswaar via de kustroute - maar liefst twee dagen over hebben gelopen. Bij de haven "good place to meet" zet hij ons af. Voor half tien komt onze volgende rit, een aardige, oudere taxichauffeur die ons in een goed uur over een bumpy road naar de B&B in Killarney rijdt. Het sluit naadloos op elkaar aan en we zijn ruim op tijd. Als we de bagage hebben afgegeven en kennisgemaakt met de dochter van de B&B-gastvrouw gaan we op pad, Killarney bezoeken.


Provinciestadje Killarney ligt in een dal, ingeklemd tussen de rivieren Deenagh en Flesk. Vanwege het prachtige National Park Killarney en de fenomenale schoonheid van The Lakes is het een ook toeristisch provinciestadje. Dat heeft gezorgd voor een economische ontwikkeling en inmiddels leven er meer dan tienduizend inwoners. Desondanks is Killarney geen stad (city) maar een plaats (town). Ook voor forensen is Killarney - en omgeving - tegenwoordig erg in trek er om te wonen. Tel daar de brede hotelboulevard bij op en is het een simpele rekensom dat het in zo'n kleine town druk kan zijn, maar dan ook echt druk. 
Groot is het centrum niet, het heeft grofweg drie straten: Main Street/High Street, haaks erop de noordwestelijke New Street en de zuidoostelijke Plunkett Street en verschillende straatjes en steegjes als schil eromheen. Ongeveer tachtig procent zijn horecagelegenheden, pubs, restaurants en hotels. 
Maar als we van de B&B in een buitenwijk gelegen langs de werkloze jaunting cars, het toeristische rijtuigje-met-paard, naar het centrum lopen, is van die drukte niets te merken. Het is een gewone ochtend op een gewone doordeweekse dag, het toeristenseizoen nog niet echt begonnen.



We beginnen onze citytrip aan de zuidkant van het centrum. We hebben zin in koffie 'met iets erbij' na de ontberingen van afgelopen dagen en dus is dat ons eerste doel. Ons oog valt vrijwel meteen op de Bakery. Het is even na twaalf uur en de zaak is behoorlijk bezet. Hier is geen plek maar een van de medewerkers neemt ons toch mee de zaak in. Binnendoor lopen we van de bakker regelrecht naar de naastgelegen pub waar de enige bezoeker al aan de Guinnes zit. Het is tenslotte al middag. We krijgen een plek aan het raam die doet denken aan een houten coupé, een eigen hokje met banken en tafel. We kijken hier onze ogen uit, vooral als we achter in de bakkerij/pub op zoek gaan naar een toilet. John M. Reidy heeft achter de kleurrrijke maar bescheiden gevel van bakkerij en kroeg een fictief dorp gebouwd. Overal zijn winkelfaçades met zithoekjes gemaakt waar je kunt drinken of eten. Het houdt het midden tussen een oud-Iers openluchtmuseum, een themapartycentrum of thematische horeca. Het aantal hokjes voor twee, vier of meer personen is niet te tellen en vooral niet welke oude voorwerpen, fotolijstjes en prullaria waarmee ze zijn gevuld. Ons compartiment achter het raam lijkt een oud snoepwinkeltje als thema te hebben, we zien wanden met winkellaadjes en glazen potten met snoepjes. Vanuit de Bakery drinken we koffie of thee en eten lekkers als scones met clotted cream and jam. Mijnheer John M. Reidy heeft een slim concept bedacht.








Na onze ontdekkingstocht bij Reidy zetten we voort in Killarney. We shoppen in heerlijke toeristische winkels waar vooral veel wolproducten worden verkocht, truien, vesten, sjaals, sloffen en mutsen. We kopen wat voor thuis en reserveren alvast voor 's avonds bij Bricín, een restaurant met een traditionele Ierse keuken gevestigd boven een gallery-achtige winkel in de hoofdstraat. Vanwege hun populariteit en beperkte openingstijden van de keuken is het reserveren gebaseerd op tijdslots.
We verspreiden ons dan, een deel gaat naar de kathedraal en ik heb afgesproken met een oude bekende. Als we elkaar treffen, gaan we lunchen in een van de vele pubs. Ik eet chowder, het is de derde keer deze week en het verveelt niet. Ditmaal krijg ik een stevige versie geserveerd waar de eetlepel bijna rechtop in blijft staan. Het is opnieuw de lekkerste die ik ooit heb gegeten. 
Even later treffen alle wandelmaatjes elkaar weer in een andere pub, waar het ook langzaam de locals binnendruppelen. Op de televisie wordt verslag gedaan van de in Ierland her en daar gelopen paardenraces, uitslagen worden doorgegeven en in de pub kun je zelfs een gokje wagen.


Als we tegen zes uur de brede, gelakte grenen trap van Bricín opgaan, ontstaat een sfeer alsof we met enkele andere bezoekers tot een geheim genootschap behoren. Alsof alleen wij mogen weten wat er zich boven de winkel bevindt en deze slechts een vermomming is voor wat zich hier werkelijk afspeelt.
De eetzaal toont zich als evenwichtige, sfeervolle Ierse Brocante, een houten parketvloer met tapijt, lijsten aan de muur met pentekeningen van de omgeving uit lang vervlogen tijden. Het is alsof de Landlord himself zijn eetzaal heeft opengesteld voor een select gezelschap om te eten. De gedachte boven een winkel in een winkelstraat te dineren verdwijnt volledig en de weinige glas-in-loodramen dragen hier aan bij. Verschillende menugangen worden met evenveel zorg gepresenteerd. Favoriet aan alle tafels, dus ook onze tafel, is de Killarney Boxty, een typisch Ierse aardappelpannenkoek, die met een vleesvulling dubbelgevouwen wordt geserveerd. Helaas is er geen visvariant en de vegetarische versie ervan kan me niet overtuigen zodat ik kies voor de vegetarische Nutroast. Een timbaaltje van geroosterde noten, groenten, kruiden, rechtstreeks uit de oven en geserveerd met groene sla en champignonnensaus. De gekruide aardappelwedges maken het compleet. Erbij drink ik een lokale, droge cider. Na de afgelopen inspannende dagen voel ik me voorbereid op de dag van morgen.



Geen opmerkingen:

Een reactie posten