27 april 2023 | Koningsdag | Amsterdamse Waterleidingduinen (26 km)

Waar de een misschien een kleedje uitspreidt op de vrijmarkt en de ander Koningsdag 2023 op televisie volgt, ga ik eropuit voor een wandeling in de Amsterdamse Waterleidingduinen (AWL). Echt vrijblijvend is het niet, dit wordt een heuse trainingsdag voor een nieuw wandelavontuur. Daar binnenkort meer over, vandaag maar eerst eens een lekker stukje lopen. 


Met in de rugzak belegde boterhammen en een waterzak met twee liter tot de nok gevuld stap ik aan het eind van de ochtend dit waterwingebied binnen. Vanaf ingang De Zilk (ZH) gaat het in een vrijwel rechte lijn richting het zweefvliegveld. Zie ik al boven mijn hoofd twee zweefvliegtuigen als enorme, witte roofvogels hun trage fouragerende rondes draaien, als ik langs het hek van het vliegveld loop, trekt een lange kabel het volgende vliegtuig alweer de lucht in. Op het hoogste punt valt de kabel aan een parachuutje terug op het gras. De herten liggen er ontspannen naast zonder zich ook maar iets van deze activiteit aan te trekken. Ik loop aan de andere kant van het hek. In mijn gezichtsveld zie ik hoe een dalend zweefvliegtuig laag en vrijwel geruisluis mij tegemoet vliegt. Met een klein bonkje landt het op het gras aan de juiste kant van het hek. Gelukkig, ik loop hier veilig.
Verderop bereik ik de stuifduinen van het Boeveld en de Van Limburg Stirumduinen. Waar ik ook kijk: de hellingen kleuren plotseling paars als de zon door de nevelige bewolking breekt. Rondom mij bloeien de duinviooltjes. Als een reus temidden van dit sprookjesachtige natuurtapijt let ik op waar ik mijn lompe voeten zet. 
Aangekomen bij de Zeereep verruil ik via een klaphek het waterwingebied voor het Hollands Duin van Staatsbosbeheer. Voor de komende kilometers slingert en golft het grijswitte schelpenpad gemoedelijk naast het kaarsrechte, geasfalteerde fietspad tussen Langevelderslag en Zandvoort. Links van mij, onzichtbaar achter de duinenrij, de zee en rechts de uitgestrektheid van de Waterleidingduinen. Inmiddels loop ik anderhalf uur. Het is tijd om even te stoppen maar niet eerder dan dat ik via het ijzeren hek weer in de AWL ben. Eenmaal terug slaan warmte en vermoeidheid toe. In de bocht hoog boven het Westerkanaal plof ik tussen de uitbottende duindorens veilig in het gras. Volgens mijn stappenteller heb ik 10 kilometer gelopen. Dat valt niet tegen.







Na de lunch trek ik verder langs het kanaal en de skyline van Zandvoort komt in zicht. Dichterbij dan Zandvoort staat het Huis van het Wester, van eind 19e tot begin 20e eeuw de behuizing van de waterpompmachinist die de op stoom aangedreven gemalen bediende tot de elektriciteit haar intrede deed. Recentelijk is het huis opgeknapt en ligt het er monumentaal bij, zolang vandalen het met rust laten. Vervelende lolbroeken hebben met stenen de ruitjes al ingegooid. 
De voor- en achterdeur staan wagenwijd open en het licht valt van voor en achter naar binnen. Als een lijst om een schilderij biedt de gang zicht op het duingebied. Het doorkijkje maakt me nieuwsgierig. Via de geopende voordeur loop ik naar binnen. Links van de gang is de voorkamer en in het verlengde een opkamer aan achterzijde. Het staat leeg. Van het doorgeslagen vocht bladdert het stucwerk van de vermoedelijke enkelsteens muur. Terug in de gang loop ik over de krakende treden naar de zolder. Hier kijk ik door de boogramen in noordelijke en zuidelijke richting op het Westerkanaal. Het huis is opengesteld voor de dieren. En dat is te zien. Onder de dakbinten ligt de houten zoldervloer bezaaid met duivenpoep. 




Telkens als ik in de Waterleidingduinen wandel, valt het afwisselende landschap me op, van het open duingebied naar de beslotenheid van het bos of een mengvorm ervan, zoals een bomenkerkhof nabij het Middenveld en Groot Sprenkelveld. Verderop loop ik langs de voormalige renbaan, nu een aanzienlijke plas, in de richting van de ingang aan de Zandvoortselaan. Daar rust ik uit op een bankje en eet mijn tweede lunch. Ik heb een eersteklas uitzicht op het Van der Vlietkanaal met het Barnaartkanaal haaks daarop. Het is opvallend rustig bij deze ingang, meestal herkenbaar aan de toeloop van bezoekers. In deze stilte zie ik hoe op een meter of vier naast mij volledig op zijn gemak een hert knabbelt aan het frisgroene gras. Als er dan toch een hardloper aan komt rennen, schiet hij verschrikt de struiken in. Ook ik stap weer op. Inmiddels heb ik er zo'n 15 kilometer opzitten, nog 10 kilometer te gaan. Van het open duingebied beland ik in het bosrijke gedeelte en wandel aan de Zandvoortse kant over het hooggebergte van de Waterleidingduinen. Deze afwisseling - en de boterham en de rust - geven me weer energie en ik zet er stevig de pas in. De meest noordelijke punt van de tocht heb ik gehad, nu is het een kwestie van afzakken naar het zuiden. Via de nieuwe brug over het Noordoosterkanaal en het vlonderpad bereik ik de ingang De Oase in Vogelenzang.





De zon zakt aan de hemel, de middag begint aan haar laatste deel. Om me heen wordt het ook stiller, het vogelgekwetter zwijgt. Ik hoor nog het hamertje-tikgeroffel van een specht en de krassende verjaagschreeuw van de ene reiger tegen de andere. Langs het water van de Oosterduinrel knabbelt een groepje herten van het gras of ze liggen er slaperig bij. 



Met de ochtend is de middag mijn favoriete dagdeel. Het lage zonlicht speelt tussen de stammen en strijkt over gras- en mosgroene heuveltjes. Hoewel bij ingang Panneland het einde van de tocht in zicht is, rust ik ook hier even. Ik eet een banaan en vul de waterzak met een gratis litertje aan de pomp bij. 
Al is het nog maar iets van vier kilometer, die laatste onverharde kilometers links en rechts van het Oosterkanaal vallen me zwaar. Het is de optelsom van het ploegen door het zand en mijn vermoeidheid van de afgelegde kilometers. Even na zes uur bereik ik de ingang van De Zilk. Mijn stappenteller stopt bij 26 kilometer en daarmee is met deze vorstelijke wandeltocht mijn doel bereikt.








Geen opmerkingen:

Een reactie posten