7 oktober 2022 | Een wandelroute voor burgers (3 km)

Afgelopen week was ik in Amersfoort. Aan het einde van een lange werkdag - vooral zittend doorgebracht - snakte ik ernaar om te lopen en frisse lucht in te ademen. Ik liep een ommetje en volgde de contouren van de buitenste stadsmuur. Amersfoort heeft een vesting in vesting. Terwijl de binnenste, middeleeuwse stadsmuur nog overeind stond is de buitenste muur er omheen gebouwd. Mijn rondje singelpark voert een kleine drie kilometer langs die buitenste stadsmuur, of wat daarvan over is. Ik ben benieuwd wat ik op mijn pad vind. 

Ik start aan de zuidwestelijk gelegen Kleine Haag en Plantsoen Oost. Even kom ik in de verleiding om weer te gaan zitten, voor een drankje in de restauranttuinen van voormalig klooster Marienhof. Het is immers tijd voor de vrijmibo, de vrijdagmiddagborrel. Gelukkig is het weer net niet verleidelijk genoeg. Des te beter om in beweging te blijven. Al snel bereik ik een van de historische hoogtepunten van de route, waterpoort de Monnikendam. Hier stroomt de Heiligenbergerbeek, gestart als kwelwater in Woudenberg, na acht slingerende kilometers de stad in. Samen met andere beken vormt het de rivier Eem.





Net als in andere steden verloor ook de Amersfoortse vesting zijn betekenis in het begin van de 19e eeuw. Overgebleven stadsmuren maakten plaats voor een plantsoen. Het werd een ontwerp van H. van Lunteren en de meer bekende J.D. Zocher Jr. De laatste had eigenlijk in zijn hoofd om ook de Monnikendam, de Koppelpoort en de overgebleven stadsmuren af te breken. Gelukkig stak niemand minder dan koning Willem II hier een stokje voor. Historische vestingwerken mochten niet worden gesloopt. Hoewel sloopplannen daarna nog een paar keer opborrelden, is dit een belangrijke eerste zet tot behoud geweest. 

De route gaat door wat onofficieel het Zocherplantsoen heet, in die kenmerkende Engelse landschapsstijl van slingerende paden, statige soms zelfs monumentale bomen en natuurlijk ogende planten en struiken. In die tijd veranderde, te beginnen bij de welgestelden, de maatschappelijke kijk op wandelen. Was wandelen eerst vooral een manier van verplaatsen zonder vervoermiddel, nu veranderde dit langzamerhand in wandelen - flaneren - om te ontspannen, te verpozen, om te zien en gezien te worden en iets van de wereld, hoe dichtbij ook, te ontdekken.Vanuit die gedachte ontstond op deze voormalige vestingwallen een 'wandelroute voor burgers'.

Links kijk ik over de daken richting de Onze Lieve Vrouwetoren of Lange Jan die met bijna 100 meter hoog boven de stad uittorent. Alleen de Domtoren van Utrecht en de Nieuwe Kerk van Delft zijn hoger. Maar het is de monumentale moerascypres in de tuin van kloosterverzorgingshuis Agnietenhove die er met kop en schouders bovenuit lijkt te steken. Rechts van mij, aan de overkant van het water, is het druk met auto's die in beide richtingen hun bestemming zoeken. De Stadsring laat niets aan de fantasie over. De singels van vroeger zijn de rondwegen van nu. 



Expositie Baksteen | Brick van kunsthal KAdE zou met zes folly's een ode moeten zijn aan de bakstenen in Amersfoort.  Het optrekken van tenminste een van die folly's ging niet zonder slag of stoot. Aan het Plantsoen Oost metselde de kunstenaar een ronde, openwerkte toren voor het raam van de bewoners, bijgenaamd de Steenpuist. Er kwam een kort geding maar de bewoners moesten het onderspit delven. Gemetseld op een stukje oude stadsmuur staat de toren de bewoners te irriteren om over vier maanden weer te worden afgebroken. Het lijkt nog het meest op een openbaar urinoir. Wat de kunstenaar ook beoogt, het lijkt een sterk staaltje van verspilling van gemeenschapsgeld.



Langs een imposant stuk stadsmuur met torens bereik ik de rotonde met de Stier (2011), roestig stalen kunstwerk. Een eerder houten exemplaar overleefde zijn vandalen niet. Het standbeeld verwijst naar de buiten de stadsmuur gelegen Kamp, een locatie waar het vee de stad in werd gedreven vanaf het omringende platteland. Vandaag wekt het beest de levendige en halsstarrige indruk niet lijdzaam de stad in te lopen.



Voorbij de rotonde begint het Plantsoen Noord. Ook hier een imposant stuk muur met een gedenkteken.  Hoewel het ingemetselde pelgrimsteken historisch oogt, is het een hedendaags kunstwerk uit 1970. Het verwijst naar het Mirakel van Amersfoort, een hervonden Mariabeeldje zou in de 14e en 15e eeuw voor wonderen hebben gezorgd en maakte Amersfoort tot een bedevaartsplaats. Nu zetten voorbijgangers er rode en witte grafkaarsjes neer als 21e eeuws eerbetoon aan Maria. 



Aan het eind van het Plantsoen Noord bereik ik de Koppelpoort, een indrukwekkend stuk stadsmuur over land en water. Hier vormen de beken van de stad gezamenlijk de rivier Eem om over 18 kilometer uit te monden in het Eemmeer. Jammer genoeg is dit ook het einde van het groene, slingerende Zocherplantsoen. Voorbij een kort stuk Plantsoen West en Burgemeester Brouwerplantsoen zijn oude muren en wegen geslecht en krijgen moderne uitingen van stadsmuren de overhand ten gunste van een economische groei. Een geslaagde folly vind ik in de twee fauteuils aan het Brouwerplantsoen. Ik probeer de oude stadswal te volgen langs de schreeuwerige Stadsring van winkelpanden, spitsverkeer en gillende sirenes vanaf het nabijgelegen politiebureau. 



Het is even doorbijten tot ik vanaf de Amersfoortse kei - Amersfoort heeft Kei als bijnaam en haar inwoners heten dan ook Keienbijters - nog een stukje meepak van het Plantsoen Zuid. Daar tref ik de witte paardenkastanje uit 1840, een van de nog oorspronkelijk geplante bomen van het Zocherplantsoen. De route zit erop. Ik overnacht in de stad en de volgende morgen baadt de Monnikendam in een herfstig zonlicht. 




Geen opmerkingen:

Een reactie posten