Eerst lopen we over het terrein van Het Dorp. Zestig jaar geleden werd in de allereerste landelijke televisie-inzamelingsactie massaal geld gedoneerd. Doel was de bouw van een zorginstelling en woonwijk voor meervoudig gehandicapten. Aan het eind van de show had presentatrice Mies Bouwman geen stem meer over maar het tekende wel het begin van een lange traditie in televisieacties.
Eenmaal aan de westkant steken we de Heijenoordseweg over naar de Diependalseweg en ontmoeten we de eerste bomen van formaat die ons enige koelte bieden. Daarmee bereiken we ook het eerste landgoed van vandaag: Mariëndaal. We gaan langs de theeschenkerij Hoeve Klein Mariëndaal. Ook al ligt het er heel aanlokkelijk, we slaan het terras over. We zijn nog maar net een half uur op weg. Maar in dat half uur zijn we wel in het buitengebied. We lopen door over het brede grindpad en verderop langs de kapel Sursum Corda of Christuskoepel (1939/1940).
In het midden van de kapel, achter een stevig hekwerk, staat het witte Christusbeeld, omgeven door zeven, eveneens witte beelden die de deugden symboliseren. Met het bouwwerk poogde de weldoenster een bijdrage te leveren aan de oproep van toenmalig koningin Wilhelmina. Het was een koninklijke oproep tegen fascistische en communistische ideologieën die in jaren 30 van de vorige eeuw hun opmars maakten. Het initiatief voor de koepel betekende geen kentering. In 1939 werd deze voltooid, een dag voor het uitbreken van WO II. De stilistische beelden zijn van de hand van Mari Andriessen, de kunstenaar die na diezelfde oorlog onder andere de Dokwerker (Amsterdam, 1952) en het markante beeld van koningin Wilhemina (Utrecht, 1968) maakte.
We wandelen verder. Inmiddels komen de gesprekken aardig op gang. Waar het fietspad van de Spoorlaan weer aan het Mariëndaal komt, slaan we vlak voor het - voor het landgoed kenmerkende - witte bruggetje rechtsaf. Het huis gunt ons een blik op haar voorkomen. Vanaf hier, op de gemeentegrens van Arnhem met Renkum Oosterbeek, lopen we onder statige beuken in heuvelachtig boslandschap richting het noorden, tot aan de Groene Bedstee.
De Groene Bedstee klinkt als een idyllisch gelegen Bed & Breakfast waarvan de originele slaapvertrekken bewaard zijn gebleven. Dat is het niet. Historisch is het wel, deze ruim 300 meter lange berceau, een tunnelvormige beukenhaag van ruim 150 jaar oud. In vroeger tijden konden de gegoede dames in de buitenlucht wandelen maar tegelijkertijd uit de zon blijven. Gebruind zijn was immers iets voor landarbeiders. Maar de loofgang was vermoedelijk ook een liefdeslaantje. Nabij de driesprong ongeveer halverwege de tunnel staat een lindeboom, symbool voor de liefde, met een bankje erbij.
In een hoek van diezelfde driesprong zitten deze zondag twee dames op een spiritueel kleedje met klankschalen, boeken en allerhande parafernalia. De ene dame slaat op wat schalen, de andere dame belt uitgebreid met haar mobiele telefoon. Van negatieve straling hebben ze kennelijk geen last. Een vlaag van patchouli trekt aan ons voorbij. We lopen door.
De berceau is prachtig maar heeft te leiden onder de droogte, of het is van de indringende wierooklucht van de dames. Aan het einde slaan we linksaf en passeren verderop, iets ouder dan de berceau, de theekoepel van Mariëndaal. Het doet nu dienst als een uniek maar eenvoudig vakantiehuisje.
Verderop bereiken we landgoed Boschveld - onze route volgt af en toe de LF4 Midden Nederland route - en via landgoed Lichtenbeek staan we dan plotseling aan de rand van de Amsterdamseweg. Ik herken deze vierbaans, 80-kilometer racebaan. Drie weken terug stak ik in tegenovergestelde richting dezelfde weg over. Ik liep toen in een tergende hitte etappe 21 van het Natuurpad.
Veilig aan de overkant lopen we via landgoed Vijverberg met zijn beekjes langs een groepje Lakenvelders in rood-wit en zwart-wit, met een bocht langs het kunstwerk de 'Zinnevruchten' op een volledig vergeelde grasmat. De her en der verspreide objecten doen me aan gesloten krokusbloemen of muisjes denken.
Dan bereiken we Warnsborn. Mijn aandacht wordt getrokken door een labrador midden in de vijver. Zijn kop boven water precies waar het zonlicht het water raakt. Pas als ik voorbij de vijver kijk, herken ik het huis met de opengewerkte koepel ervoor. Ook hier kwam ik drie weken geleden van de andere kant aanlopen. Het voelt als een aangename verrassing, alsof ik een nieuwe kennis weer onverwacht ontmoet.
Langs de gemetselde muurtjes van de Beek op Warnsborn passeren we deze keer het huis, hotel, aan linkerzijde en pauzeren aan de voorzijde op het grote grasveld. Het kaf van het komen gescheiden, blijken we alleen welkom op het terras als we er wat eten. Gelukkig voorziet de uitbater wel in picknicktafels en een snack shed zodat ik een heerlijk stuk red velvet cake kan wegwerken.
Verder gaat het, door en over indrukwekkend oud heuvellandschap met statige beuken. Via het Hoog Erf, twee van de vijf lanen van een sterrebos en vanaf daar langs het idyllische pension Warnsborn. We steken de weg over en raken weer in de bewoonde wereld van Arnhem. Gelukkig betekent het nog niet het einde van het groen. Via wat straten bereiken we het eerste stadspark, de Gulden Bodem, en schampen het park Zypendaal, maar niet zonder een glimp van het huis en de voormalige koetshuizen. De zon is niet meer full-time aanwezig en de temperatuur neemt inmiddels merkbaar af.
Van het huis Zypendaal loopt de brede Sint Jansbeek in zuidelijke richting naar het park Sonsbeek, onze eindbestemming. De beek wordt doorbroken door de tussengelegen Parkweg. En daar ontdekken we iets bijzonders. Het water richting het huis Zypendaal ligt hoger dan het water richting het gelegen Sonsbeekpark. Bovendien ligt halverwege het pad langs de Parkweg een waterram. Het is een zelfregelende pomp die met behulp van water- en luchtdruk het beekwater onder druk door de fontein omhoog perst. Het resultaat is jammer genoeg nergens te zien.
We vervolgen onze weg, de sfeer is inmiddels ontspannen, langs brasserie de Boerderij waar het borreltijd is op het terras. We lopen een stuk om de de zuidelijke, grote vijver naar park Sonsbeek en zien over het water van de grote vijver nog een laatste blik van huis Zypendaal. We stoppen bij de grote waterval, een folly van enorme keien, opgegraven in Kootwijkerzand en met ossenwagens naar landgoed Sonsbeek vervoerd. Een oliemolen moest plaatsmaken.
Van de geconstrueerde, grote waterval lopen we langs de Koude Vijver waarin een schaalmodel van de planeten, het bosplanetarium. Vandaar bereiken we de eveneens door mensenhanden gemaakte ijskelder. Als eenzame hoedsters van dit erfgoed zitten twee dames op leeftijd naast de ingang. We mogen binnen een kijkje nemen zodat een van hen eindelijk weer iets kan vertellen over de historie en het herstel. Onze ogen zijn gericht op een diepe, lege put waar in historische ijswinters het geprepareerde ijs werd bewaard voor de ijskast. Ondanks de galmende voordracht in de ronde kelder spreekt het verhaal tot de verbeelding. De ijskeldergids is niet klaar met haar voordracht maar onze gids zegt dat we verder moeten om verderop bij de Belvédère te stoppen.
Hier kunnen we kiezen, na zo'n 15 kilometer nog de 140 treden van de smalle wenteltrap op en af, of het alternatief: alvast het terras opzoeken voor een etappedrankje. Ik wil me niet laten kennen en dus de toren beklimmen om te genieten van het uitzicht boven de boomkruinen. Maar de torenwachters laten slechts 3 mensen per keer naar binnen. Dat gaat mij en andere lopers te lang duren. Het alternatief klinkt ineens meer aanlokkelijk. Vanaf het terras van de hooggelegen stadsvilla Sonsbeek kijken we uit over de stad en proosten op een geslaagde dag. Om vijf uur heb ik de trein terug naar het westen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten