8 juni 2022 | Hadrian's Wall Path | Dag 5

Het is half 10 's ochtends. In het dorpje Gilsland waar we net zijn afgezet is het even zoeken naar de juiste richting voor onze etappe van vandaag. Niet het eerste bordje maar hoe nu verder is het probleem. De eerste stappen liggen er duidelijk: grote, rechthoekige flagstone-achtige tegels rechts van de basisschool. Als we voorbij de school het hellende weiland bereiken is het de vraag of we links of rechts zullen aanhouden. Er is geen bordje en beide richtingen tonen een spoor van platgetreden gras met een hekje bovenaan de helling. J. loopt links voor ons uit en wenkt ons naar boven. 

Als we de hoek van het weiland bereiken geeft het hek toegang tot een onbewaakte spoorweg. Dat betekent oppassen. Stop, Look, Listen, adviseren de Britten. In beide richtingen is geen trein te zien. We bereiken veilig de overkant. Het zou zo maar kunnen dat we, onwetend over de precieze loop van de tocht, onze eerste dag over dit traject naar Carlisle zijn gereden terwijl andere walkers wachtten op een veilige oversteek.

De ochtend begint wat bewolkt. Het lukt de zon niet om er echt doorheen te prikken. Tot nu toe hadden we on-Brits weer, zonnig met een wolk hier en daar maar bovenal droog. En dat is best bijzonder. Vooral omdat we horen dat het in Nederland flink heeft geregend. 

Vandaag lopen we van Gilsland naar Steel Rigg. Met 15 kilometer lijkt het appeltje-eitje. Pal naast het spoor ligt de eerste milecastle (nummer 48), Poltross Burn ook wel The King's Stables of King Arthur's Stables genoemd. Hoewel bewijs voor het laatste ontbreekt draagt het bij aan de mythevorming rondom de figuur van Arthur. Ik kan me voorstellen dat de bewoners dit romantische verhaal graag zo willen houden. Gebouwd tegen een helling is dit Romeins fort - ondanks schade door de aanleg van de spoorweg - het best bewaard gebleven. Het geeft een goede indruk hoe een groot, zo niet het grootste, fort aan de Muur er uit moet hebben gezien. Aan de hand van de overgebleven stenen treden hebben kenners uitgerekend dat de Muur hier vermoedelijk zo'n vier meter hoog was. Ik had het leuk gevonden als meer uitleg te lezen zou zijn over het fort. Zo moeten de keukens nog te herkennen zijn maar ik zie ze niet.



We lopen onmerkbaar dicht langs het spoor. Verderop steken we het gelijknamige water Poltross Burn over via een voetgangersbruggetje. De spoorbrug ligt er vlak naast. Burn is een streekgebonden woord voor brede beek of smalle rivier. Al het water in de omgeving hebben het achtervoegsel burn. En laat nou deze burn een grens vormen tussen het westelijke graafschap Cumbria en het oostelijke graafschap Northumberland. Verderop bij The Gap is er een grens van een ander soort. Vanaf hier loopt het water van rivieren en beken in oostelijke richting, naar de rivier Tyne en de Noordzee. Achter ons stroomt het water de andere kant op, richting de Solway en de Ierse Zee. Een natuurlijk en tegelijk bijzonder fenomeen, zo'n waterscheiding.


Inmiddels hebben we in de gaten dat elk dorp zijn eigen vogelverschrikkersroute of scarecrow trail heeft uitgezet. Kennelijk is de aanleiding het 70-jarig jubileum van de Britse vorstin en de 1900e verjaardag van de muur. En natuurlijk zijn er prijzen te winnen. We zien de mooi uitgedoste vogelverschrikkers maar het gaat een beetje aan ons voorbij - we zien ook niemand de trail lopen. Een enkeling uit onze groep gaat graag even met een Queen look alike op de foto. Wel lopen we steeds vaker langs de Muur en in de verte zien we de Crags opdoemen.



Voorbij het versierde bruggetje in de buurt van Greenhead, over the green van de lokale golfclub en een tweede spoorwegovergang bereiken we Thirlwall Castle. Het kasteel heeft niets te maken met de Muur, zelfs de stenen schijnen niet voor de bouw gebruikt te zijn maar er doet wel een leuke sage de ronde. De familie Thirlwall behoorde kennelijk tot de club van (BorderReivers, (grens-)plunderaars. Ze waren meedogenloos volk. Een van de Thirlwalls bracht na een roofpartij een gouden tafel mee naar huis en beval de huisdwerg hier op te passen. Toen een andere groep van plunderaars het kasteel bestormden gooide de dwerg zich met tafel en al in de waterput en sloot deze hermetisch af. De tafel is nooit teruggezien maar de dwerg zou het kasteel nog steeds bewaken. Het is een mooi verhaal en een mooie ruïne. Terwijl we de naastgelegen Tipalt Burn oversteken breekt de zon verder door. We zijn een uur op weg.







Daarna maken we een steile klim door een weiland tot boven 200 meter. Zo wennen onze benen alvast aan het zwaardere werk en bereiken we verderop Walltown Quarry Park, een verlaten steengroeve die met ruime parkeerplaats en koffietentje annex souvenirshop nu als uitvalsbasis dient voor wandeltochten. Als een deel van de groep voor koffie en toilet stopt begint het te spetteren, een Britse drizzle. Motregen zouden we zeggen. Niet meteen iets om je in vol ornaat in je regenkleding te steken. Maar het zet door tot een serieuze shower. En dat vraagt minstens om de regenhoes over de rugzak en er zelf een regenjas bij aan te trekken. Sommigen van de groep zijn al doorgelopen, anderen blijven nog even zitten. De bui voelt zacht en van korte duur. Het lokt me naar buiten. Ik ga alleen op pad en bedenk variaties in Engelse woorden voor regen. Het zijn er ongetwijfeld veel meer dan drizzle, shower, downpour, raining cats and dogs, cloudburst, smattering of rain en raining buckets. De Engelsen staan bekend om hun levendige variatie op dit thema. In de berm naast het pad bloeien knalpaars tussen frisgroen gras de wilde orchideeën. Zo wild dat ik ze niet scherp op de foto krijg. Voorbij het bankje Walltown verlaat ik het quarry park.









Op de Walltown Crags krijgt het klimwerk vorm. De crags vormen het hogere middenstuk van de totale tocht. Het zijn steile of uitstekende rotsen of kliffen. Dat is duidelijk. Aan de noordkant steil -  lang geleden vrijwel rechtstandig uit de aarde omhoog gekomen - en juist aan de zuidkant met een slope schuin aflopend. De Muur gaat er aan die hoge, steile kant dwars overheen, stijgend en dalend. En wij Muurlopers volgen, stijgend en dalend. We hebben vandaag nog zo'n 10 kilometer te gaan tot ons eindpunt bij Steel Rigg. Inmiddels pakken donkere luchten zich samen maar lossen ook weer op. Al met al houden we het aardig droog.




12.00

Op 240 meter hoogte loop ik langs de overblijfselen van wachttoren Walltown Crags (nummer 45a). De oostenwind waait weer flink om mijn oren. In de diepte ligt het water van een volgelopen groeve. Na elke crag of een serie van crags volgt een Gap, een opvallende laagte tussen twee crags in. Even na 12 uur bereik ik Wallton Gap. Heel wijs hebben de koeien de luwte op de schuine helling opgezocht.








Na deze gap volgt weer een klim en op de eerste hoek van de nieuwe crag ligt wachttoren Mucklebank (44b), een hoog punt met een zeer tactische ligging. Hoewel, het tactisch inzicht blijkt wel uit het hele plan van het bouwen op de crags van Muur met torens en forten. Verder ligt hier in de buurt King Arthur's Well, een waterbron. Opnieuw is de vraag of het historisch juist is. Maar feit of fictie, het is ook fascinerend om te zien dat deze twee geschiedenissen hardnekkig met elkaar zijn verweven. Het doet me denken aan een populaire Engelse boekenreeks waarin werd verhaald hoe de oude wereld met soms magisch-aandoende rituelen langzaam in de mist verdwijnt terwijl een andere wereld met nieuwe (christelijke) rituelen opkomt. Tegen die achtergrond spelen geboorte van Arthur en opmars als koning, de intriges en de verdwijnende Romeinen een belangrijke rol. Ik klim weer over een handige ladder-stile.



Om ongeveer 13 uur is het lunchtijd en is de groep weer zo'n beetje bij elkaar. Nu hoor ik dat J. me bij het koffietentje kwijt was. Niet wetende of ik nog daar was of doorgelopen. Het is even zoeken en wennen aan de dynamiek van een groep als je gewend bent alleen te lopen. Ik leer ervan, volgende keer mag ik iets duidelijker zijn. We eten in de luwte van de Muur. Het is droog maar grote laaghangende wolken vanuit het zuidoosten zijn in aantocht. Dat betekent regen voor ons. Als we na de lunch weer opbreken, zet ik er vaart achter. Het benenwerk gaat lekker vandaag en ik hoop zo de meeste regen voor te zijn. 


We houden het niet droog maar het blijft bij wat zachte buien. Ik loop nog apart van de groep, een deel voor en een deel achter mij. Ieder bepaalt zijn eigen tempo. We zijn net wielrenners en J. vormt zo'n beetje de bezemwagen. Inmiddels ben ik de restanten van het grote Great Chesters Fort of Aesica ten zuiden van de huidige boerderij Great Chesters Farm gepasseerd. Waarschijnlijk heb ik er midden in een regenbui niets van gezien. Rond 14 uur bereik ik Cawfields Quarry (Park) met opnieuw een volgelopen groeve. Kleiner in opzet maar vergelijkbaar met Walltown Quarry Park. Volgens het informatiepaneel zijn de crags door deze steengroeve ingrijpend veranderd tot deze in 1944 definitief sloot.



Verderop zie ik voor de eerste keer een bordje met The National Trust en Hadrian's Wall Estate. Hoewel we eerder al bordjes waren tegengekomen dat over iemands private property liepen, zie ik voor het eerst deze aanduiding. Hadrian's Wall kent niet een (overheids-)eigenaar of -beheerder. Hier is de nationale stichting de eigenaar en vormt Hadrian's Wall het zuidelijke sluitstuk van het grote en naar het noorden gelegen Northumberland National Park. 
Het symbool van de National Trust is het eikenblad met eikeltjes. Dit verklaart ook meteen waarom de afzonderlijke eikel als afgeleid symbool is voor de national trails zoals Hadrian's Wall Path.


Het totale gebied van de crags staat bekend onder de naam Great Whin Sill. De term Sill slaat op de platte, horizontale vorm. Als leek denk ik maar aan een dorpel of drempel als vertaling van het Engelse woord sill. Inmiddels is een sill een internationaal gebruikte term, niet alleen voor dit bijzondere gebied maar voor alle vergelijkbare geologische vormen. Whin slaat op de hardheid van de rotsen. Als gevolg van het schuiven van tectonische platen in de Carboon-periode ontstond uit opgestuwde magma dit stollingsgesteente, doleriet of whinstone genaamd. Hoewel aanvankelijk ondergronds, is het gesteente als gevolg van erosie en delving aan de oppervlakte gekomen. Even voorbij de quarry ligt milecastle of mijlfort Cawfields (nummer 42) en begin ik aan een nieuwe serie van crags, de Cawfield Crags en passeer ik wachttoren Caw Gap (nummer 41a).



Om drie uur 's middags bereik ik het hoogste punt van de dag en van de route, de Winshield Crags (345 meter). Met 23 meter net iets hoger dan onze Vaalserberg maar het voelt als een overwinning, alsof ik een echte berg heb beklommen. De wind heeft hier vrij spel en is op zijn hevigst. Behalve de verdwenen kopgroep voor mij, komen de anderen hier even later aan. We zijn niet alleen op het hoogste punt maar ook op de helft van de route en maken er een gedenkwaardig moment van. Selfies of foto's van elkaar met ieders eigen telefoon, de camera's gaan weer los.


Na deze klim volgen nog wat crags en gaps. En hekjes. In de verte zie ik de uitdaging voor morgen. Misschien mis ik in de euforie van de top wat wachttorens want al snel bereik ik Steel Rigg, een gap met een doorgaande weg en gelijknamige parkeerplaats. Hier is het einde van de tocht vandaag. Er staat totaal zo'n 70 kilometer op de teller. Ons eindpunt voor het etappedrankje en de afgesproken plek met D&P is daarmee nog niet bereikt.



Van Steel Rigg volg ik voor zo'n anderhalve kilometer de steile asfaltweg omlaag, richting het buurtschap Once Brewed  - hoe verzin je het - en het moderne onderkomen van modern en multifunctioneel natuurcentrum The Sill, met overeenkomstige vorm. Rond half vier groeperen we weer zo'n beetje. Vanuit The Sill lopen we minstens 100 meter naar het volgende buurtschap, Twice Brewed. In de gelijknamige Inn drinken we ons etappedrankje en proosten we op ons dagsucces. We ontmoeten oude bekenden, een Brits stel die we eerder terugzagen tijdens ons etappedrankje in de brewery The Vicarage in Walton. Ze lopen zelf ook Hadrian's Wall Path en dat schept als wallwalkers onder elkaar toch een band.

Waar we op onze tocht niet langs lopen is Vindolanda. Deze grote site met opgravingen van een Romeins fort en burgernederzetting eigenlijk niet ontbreken. Keizer Hadrianus himself zou hier indertijd hebben verbleven, niet geheel ondenkbaar om de plannen voor de Muur te bespreken. Als de taxichauffeurs ons ophalen om ons voor de laatste keer naar het hotel in Haltwhistle te rijden, weet een van hen een goede omweg. Zo kunnen we toch een blik werpen op Vindolanda waar opgravingen nog steeds niet zijn afgerond.







Geen opmerkingen:

Een reactie posten