11 juni 2022 | Hadrian's Wall Path | Dag 8

Het is onvermijdelijk: vandaag is onze laatste etappe van Hadrian's Wall Path. In zes dagen legden we ruim 120 kilometer af, gemiddeld zo'n 20 kilometer per dag. Voor de laatste keer lopen we gezamenlijk nog eens de laatste pak-hem-beet 20 kilometers. Voor de laatste keer wordt de santemekraam aan koffers, tassen en rugzakken vervoerd naar het volgende hotel. Daarna zit het erop en volgt de reis naar huis. 
Na een verlaat ontbijt in het afzonderlijke restaurant - de kok vergat de voordeur voor de serveerster en voor ons open te doen - vertrekken we toch bijtijds. De route gaat vanuit Newburn, even buiten Heddon on the Wall, richting de rivier. Niet de Muur maar de Tyne zal ons vandaag tot het eindpunt bij Wallsend (Segedunum) begeleiden. Daar wacht de laatste stempel: vanaf dat moment zijn we volwaardige Wallwalkers. Net als de start voelt de finish nog onwerkelijk. Ik blijf maar in het hier en nu.

De Muur lag eigenlijk een ietsiepietsie noordelijker maar met de huidige bebouwing loopt onze tocht vast veel groener en vooral voetgangersvriendelijk. Daarbij was de rivier voor de Romeinen ook heel belangrijk. Voor ongeveer zes kilometer leidt de route ons eerst weg bij de rivier. We lopen langs de grappige bewegwijzering van Hadrian's Cycleway (route 72) - waarin scheepsbouw en scheepvaart van Newcastle terugkomen -, door allerhande parken, recreatief en sportief, en steken de autoweg A1 over via een fietsers- en voetgangersbrug. Het weer heeft het ook vandaag goed met ons voor, het is droog en van tijd tot tijd zelfs zonnig.


Iets voorbij de autoweg vallen me deze vroege zaterdagmorgen twee dingen op: een grote snackkar langs de weg die zijn luiken al wijd open heeft staan voor fish & chips en een kunstwerk op een rotonde in Scotswood. Het monument Yesterday, Today, Forever uit 2012 verbeeldt de mijnwerker (pitsman) met lampje, een pony en twee kinderen. De jongen draagt het bekende vogelkooitje en het meisje maakt een foto met haar mobiele telefoon. Het staat hier ter herinnering aan de 39 omgekomen mannen en jongens in de mijn hier niet ver vandaan. De ramp was in 1925, de mijn sloot uiteindelijk in 1959. 


Vanaf daar lopen we steeds dichter langs de Tyne. Op een brede kade langs het water maken we een praatje met een lokale sportvisser. Het is afnemend tij en over ongeveer anderhalf uur volledig eb. De sportvissers houden als vriendengroep onderling wedstrijdjes. Ze vissen op zoutwatervissen zoals tong, paling en kabeljauw. Wat ze vangen, leggen ze langs het meetlint en gooien het daarna terug. De man steekt het water van de Noordzee nog wel eens over en bezoekt met zijn vrouw BelgiĆ« en Nederland. Als Britten en Nederlanders wonen we allemaal aan dezelfde Noordzee en dat schept een band. 




Een Britse uitdrukking is to carry coals to Newcastle, het gaat dan om een zinloze actie omdat er al een overvloed aan is. In Nederland zouden we waarschijnlijk zoiets zeggen als het is water naar de zee dragen. Newcastle heeft een rijk steenkoolverleden. Aan de overkant liggen de Dunston Staiths, hoge, houten steigers met rails waarover de wagons de steenkool naar grote bulkschepen transporteerden, de Keelmen van hun brood berovend. Het woord Keelman kwam ik gisteren voor het eerst tegen als naam van ons hotel bij Heddon on the Wall. Een Keelman was een schipper die met een platbodem een lading steenkool uit de nabijgelegen mijnen stroomafwaarts over de rivier vervoerde naar de bulkschepen bij Newcastle. Die grote schepen konden niet in de buurt van de mijnen komen vanwege het ondiepe water van de Tyne. Maar de mijnen sloten na verloop van tijd en daarmee het gebruik van de Dunston Staiths. Nu staan ze - letterlijk - als monumenten aan een verdwenen periode in het zoute water van de rivier. 


Newcastle kent nog meer ikonen, het zijn de zeven bruggen van de stad. Oud, minder oud en jong liggen ze willekeurig achter elkaar. De achterste is de jongste, maar daar komen we nog. Eerst pauzeren we bij The Quayside. Dit historische pand met een biertuin aan de kaai en nog eentje als binnentuin is een verademing tussen alle nieuwbouw. Het bierhuis is afgeladen als we er rond half twaalf pauzeren. Binnen of buiten, overal zitten of staan Britten, voornamelijk mannen, met een pint in de hand, in alle ruimtes en verdiepingen, in alle hoeken en gaten. Aan de bar wordt druk getapt. Maar de barkeepers schenken net zo makkelijk koffie en thee en serveren apple crumble met custard of ijs.



Als we weer op weg zijn, ligt aan de overkant van het water een overmaatse larve-achtige te glimmen in de zon. Het is Sage Gateshead, een grote concertlocatie en muzikaal educatiecentrum uit de 21e eeuw. Ernaast liggen de Baltic Flour Mills,  een eveneens onder architectuur gebouwde fabriek voor graan en graanmolens uit de 20e eeuw. Nu is er een centrum voor hedendaagse kunst in gevestigd. De laatste en jongste van zeven bruggen, de Gateshead Millennium Bridge, vormt voor fietsers en wandelaars de verbinding naar die culturele overkant.




Newcastle heeft zich ontworsteld aan de haven- en industriestad die het was. Het is een hippe, trendy stad, ook studentenstad, en een bezoek waard. Maar we zijn hier met een missie, het eindpunt bereiken van de Muur. En daarom lopen we door, de prikkels van de stad ontwend en wellicht ontwijkend. Van Newcastle bereiken we het buurtschap van St Peter's door het groene maar zwaar verwaarloosde Riverside Park. Rond half twee kijk ik voor een laatste keer terug op een statige rivier, blinkend in het zonlicht.







We komen dichter bij het eindpunt. Nog een wegwijzer voor het coast 2 coast fietspad en dan krijgen we een serieuze aanwijzing op de muur bij de ingang van het park, het profiel van Hadrianus, gelijk aan onze zes stempels met eentje te gaan. Met nog wat hints worden we nu echt warm en ineens staan we bij het eindpunt: Wallsend of Segedunum Roman Fort. We zijn er. De teller staat stil op zo'n 140 kilometer.





Bij het officiele eindpunt gaan de camera's voor een laatste keer los. Er wordt over en weer gefeliciteerd en een traantje gelaten. Ik sta even stil bij de achterkant van een gedenksteen. Op de voorkant hulde aan degenen die de historische waarde van de Muur hebben laten herleven, op de achterkant de namen van de Romeinse legioenen. Eigenlijk hoort het andersom. Mannen afkomstig uit alle windrichtingen van Europa, en zelfs verder, hebben hier geleefd en gebouwd aan de Muur. Ingelijfd als soldaat hebben ze hun geboortegrond misschien nooit teruggezien. Vanaf het plein voor het museum kijkt de centurion op hen neer. Ik voel respect voor die onbekende soldaten. Dankzij hen loop ik nu hier.

In de museumwinkel wordt de laatste stempel gezet, cadeautjes voor thuis, beloningen voor het halen van de tocht en herinneringen voor later verzilverd. In de hoek van de museumwinkel rusten we uit, eten en drinken we wat, deze keer geen pints als etappedrankje. Spontaan ontstaan mag iedereen wat kwijt over de afgelopen week, de behaalde tocht, gezamenlijke of persoonlijke ervaringen. Het zit erop, het is gedaan.



De tocht is dan ten einde, de vakantie nog niet. We hebben een laatste avond in een hotel aan de Noordzeekust. We nemen de metro naar het hotel. De bagage is er al, de kamers worden verdeeld. Hier in Whitley Bay zoeken we een gezellig en beschikbaar eettentje aan de boulevard. Twee selecteurs uit de groep vinden Hinnies, een betere locatie kunnen we ons niet wensen voor de laatste avond. Na afloop wandel ik in het laatste zonlicht de vele prikkels uit mijn hoofd - gek dat de zon niet in de zee ondergaat - over de boulevard. Het is zaterdagavond, de Britse jeugd zoekt elkaar en een plek op het strand om te chillen. Ik zoek het hotel en mijn kamer om te slapen.






Geen opmerkingen:

Een reactie posten