10 juni 2022 | Hadrian's Wall Path | Dag 7

Via de brug over de Noordelijke Tyne-rivier starten we onze zesde en een-na-laatste etappe, rechtstreeks vanuit het hotel in Chollerford. Dat is sinds de tweede wandeldag in Carlisle niet meer gebeurd. Ook nu staat onze bagage bijeengepakt voor vervoer en de dag begint zonnig. Dat is een lekker vertrek. Eindpunt is het plaatsje met de toepasselijke naam Heddon on the Wall. En wat voor een etappe lopen we, met maar liefst 26 kilometer is het de langste van de reis. Maar na een goede nacht heb ik weer zin om gezamenlijk op pad te gaan. 




We lopen vanuit het dal van de Tyne weer omhoog en sinds de brug zijn we over de afgelopen drie kilometer al zo'n 100 meter gestegen. Van het afdalen langs de weg gisteren kan ik me amper nog iets herinneren. Maar de Noordelijke Tyne zien we niet eerder terug dan voorbij 'the meeting of the waters' de samenloop met de Zuidelijke Tyne die als één rivier voorbij Newcastle upon Tyne de Noordzee instroomt. Ook nemen we vandaag stap voor stap afscheid van de Muur, hij zal steeds minder aanwezig zijn. Bij Planetrees zien we dit gebeuren. A change of plans, vertelt het informatiebordje. Geplaatst op een volgens de oorspronkelijke bouwplannen nog brede fundering werd de Muur hier uiteindelijk smaller neergezet, een kwestie van budget. Het moest sneller en goedkoper, toen al.


Met een beetje geluk zien we de brede greppel van de Vallum nog wat langer. Ondanks wat kleine detours lopen we vandaag voornamelijk langs de Military Road of B6318. Als we na nog eens vier kilometer, en dankzij een omleiding wat langer, door een bosperceel wandelen kan dit me niet lang genoeg duren. Slingerend tussen jonge berken en lage bosbessenstruikjes doet het me denken aan lange wandelingen op de Veluwe. In dit stukje bos bereiken we met 260 tot 280 meter het hoogste punt van de dag. De komende twee dagen zullen we - op de ladder-stiles na - vooral dalen, tot we uiteindelijk Wallsend bereiken.




Zover zijn we nog niet. Ergens onderweg houden we de eerste pauze. Als we vlak daarna alsnog langs een koffie- en biertuin aan de rotonde Port Gate lopen, stopt een deel en wandelen andere lopers door. Ik wil door. Stoppen voor een bak koffie is heel verleidelijk maar het is al rond 11 uur en er is nog 17 kilometer te gaan. Mijn doel is om 's ochtends over de eerste helft te komen, een beetje doorlopen met verstand op nul en blik op oneindig. Ondanks langs de lange, rechte weg lopen we landelijk met mooie vergezichten, langs schapen en koeien, via klaphekjes, ladder-stiles en kissing-gates en alle variaties daartussen. 




Desondanks moet ik het onderweg ook wel hebben van de spaarzame omleidingen, even weg van de weg. Zoals de oprit naar Halton Castle waar geen kasteel te zien is en schapen hier de dienst uitmaken. De omgeving is landelijk, groen en mooi, dat verandert weinig. Maar die oneindig lijkende lange weg. Ergens op de route spreken we een local die dezelfde kant oploopt, als vrijwilliger controleert hij de route, en we zullen hem op zijn terugweg opnieuw tegenkomen. Verderop lopen we om een boerderij, over het watertje van de Welton Burn en door de klaphekjes terug naar de weg. Kiekjes nemen kan dan ook een leuk tijdverdrijf zijn.












Maar dan is er een lichtpuntje, tegenover het bord wat naar restaurant Vallum aan de overkant wijst ligt the Robin Hood Inn, direct aan de Vallum. En het is ook nog eens een stempelpost. Terwijl we de gevel op ooghoogte afspeuren naar het houten kastje komen de twee voorste lopers uit de Inn. Ze kunnen de soep aanbevelen en het stempelkastje hangt net om de hoek bij de picknicktafel. J. blijkt te hebben gebeld en geappt in onze groepsapp. Hoe het gaat met de voorste lopers. Een mooi moment om even een update te geven. Dan komen de anderen met J. aanlopen bij de Inn. Met de stempel op de stempelkaart, loop ik met twee groepsgenoten verder. We lopen ergens achter de twee sprinters van het peloton. Het is een uur 's middags, we hebben circa 16 kilometer gelopen, nog 10 te gaan. Onderweg pauzeren we kort in 'buitenrestaurant' Vallum - ik heb brood met kaas en nog wat radijsjes - en om de route wat af te wisselen, maken we een kleine uitstapje naar een groot waterbassin zo'n anderhalve kilometer verderop. Whittle Dene Reservoirs, een stelsel van watergangen en bassins, ziet eruit als een noodzakelijke waterberging maar blijkt een belangrijk vogelreservaat. Strak aangelegd en kaal tussen het open landschap van akkers en weides oogt het wat onnatuurlijk. Met een vogelkijkhut en twee picknicktafels langs de Military Road doet de beheerder zijn best dat het hier goed toeven is. En dat geloof ik ook wel weer. We lopen verder.


Verderop mist ons groepje-van-drie een aanwijzing, gelukkig ziet een het op tijd. We nemen alsnog de route door de Vallum. Zonder die opmerkzaamheid zouden we weer in de berm van de weg lopen. We lopen door of langs de Vallum, de brede greppel langs de Muur die - toeval of niet - wordt gevisualiseerd door een brede meidoornhaag. Het houdt het lawaai van en het zicht op langsrazend verkeer op enige afstand. Dan zie we de routecontroleur terug. We hebben wat bij te praten. Hij kent het kapotte hek bij Welton Burn waar een boom op viel en vertelt over de in totaal 7000 omgevallen bomen in de regio van Northumberland, tijdens storm Arwen van november 2021. Wij vertellen hem over het bijna gemiste bordje en over onze groep. Hij herkent in de beschrijving onze twee sprinters en vertelt dat hij eerder vandaag, op de heenweg, een ander deel van onze groep heeft gefotografeerd. Plots blijkt deze man - naast de mobiele telefoon - een bijzondere verbinding vormt met de groepsleden voor en achter ons. Ik kan me veel beter voorstellen dat in vroeger tijden dit soort ontmoetingen een belangrijke bron van informatie en nieuws waren. Daarbij valt me deze dagen op dat wandelende Britten langs de Muur bij je informeren of het gaat, of je 'ok' bent. Kom daar maar eens om in Nederland. Ja, in de groep vragen we tijdens en buiten het wandelen naar elkaars welbevinden, maar verder? Als ik terug ben in Nederland, moet ik deze gewoonte ook maar eens introduceren. We praten nog over het pal naast de weg lopen. Het valt me op dat hij in kilometers spreekt, niet in mijlen. Doet hij dat voor ons of spreekt er een politieke voorkeur uit. Het laatste is in dit grensgebied met Schotland ook voor te stellen. Hij beaamt dat het lopen door de Vallum een hele verbetering is. Hij kan er met zijn pet niet bij dat mensen zo dicht langs de 60-mijlweg lopen, soms met koptelefoon op of oortjes in. Er wordt volgens hem veel harder gereden dan de aangegeven 60 mijl (ca 96 kilometer) per uur. Die indruk kregen wij ook. We kunnen gelukkig verder door de Vallum. We wensen elkaar nog een aangename wandeling. 

Bij een gehucht Harlow Hill merk ik dat ik - soms links, soms rechts van de weg - vaker alleen loop. Het gaat niet bewust maar is het gevolg van het tempo, in gedachten verzonken raken en ja, inmiddels ook van vermoeidheid. Het veelvuldige trapje-op-trapje-af gaat me opbreken, de stijfheid van de wandeldagen gaat stapelen. Het wordt tijd om te pauzeren. Nu de andere twee ergens achter mij lopen, kijk ik naar een geschikte plek om te stoppen. Ik zie het alleen niet en blijf lopen, in de hoop verderop iets te vinden. Uiteindelijk pauzeer ik - het moet nu echt - in het stoppelige gras van een groot veld op de hoek met een zijweg. Straks kan ik vanaf dit punt de B6318 voor korte tijd achter me laten. Het korte, harde gras ligt niet lekker maar ik rust tenminste, terwijl ik wat drink uit de bodem van de waterzak en de appel eet die mijn rugzak nog te bieden heeft. Net als ik weer op pad ga, zie ik dat de andere twee achter me uit het weiland komen lopen. Ze hebben vlak voor mij gepauzeerd. Nog 5 kilometer te gaan.




En dan komt er gelukkig voorbij de bocht naar links een einde aan de Military Road. Het voelt als een opluchting maar ik moet nog wel rechts om de vierbaansbrede A69 met een viaduct over te steken. Het lawaai is oorverdovend maar de redding is nabij. Iets voorbij de autoweg staat het gemeentebord van Heddon on the Wall. Het voelt als een persoonlijk welkom. Zittend op het bankje ernaast meld ik J. in Heddon te zijn. De voorste lopers zijn dan al binnen bij de Drie Tonnetjes voor het etappedrankje. Ik wacht op mijn twee wandelmaatjes-van-de-dag om gezamenlijk het eindpunt te halen. Rond vier uur zijn ook wij in de Drie Tonnetjes, tijd voor het etappedrankje. Voor de verandering en vanwege de dorst drink ik thee met citroen. Als ook de anderen zijn binnengedruppeld, proosten we op weer een mooie en geslaagde wandeldag.



We hebben nu totaal 116 kilometer gelopen. De taxichauffeurs zullen ons en onze bagage naar hotel-restaurant The Keelman even buiten Heddon brengen. Vier dapperen onder ons lopen nog de resterende zes kilometers langs de rivier naar het hotel. De Tyne is op dit punt nu één rivier en stroomt vlak langs het hotel. Ik bedank even voor de extra kilometers. Morgen zien we allemaal het brede water terug in onze laatste etappe. 









Geen opmerkingen:

Een reactie posten