DMT | 14 mei 2022 | Noorbeek - Eijsden (13 km)

Inmiddels heeft het voor mij het zangerige maar onbegrijpelijke Duitslimburgse dialect plaatsgemaakt voor een meer Belgisch- of Brabantslimburgs zodat ik gelukkig weer versta wat er wordt gezegd. Dat ligt aan mij. Vanmorgen maak ik dan ook een gezellig praatje met de twee uitbaters van de B&B. Hoewel ze mij geen fanatieke wandelaars lijken zijn ze oprecht geïnteresseerd, of weten het als gastheren goed te veinzen. En ook in het laatste geval voel je je als gast welkom. 

Ik neem afscheid, verlaat even na 9 uur Noorbeek en loop de 1,5 kilometer door het dorp, langs de Sint Brigidakerk, en terug naar de DMT-route. Het is stil op straat. Ik heb een overtuigd zondagochtendgevoel en verbaas me erover dat de slager even verderop open is. Terugrekenend blijkt het zaterdag. Dat is wat een meerdaagse wandelen met me doet. Ik raak los van het leven in een betrekkelijk voorspelbare aaneenrijging van werkdagen en weekenden.

Bij de Y-splitsing, vertrekpunt van mijn zesde DMT-dag, houd ik rechts de veldweg met de verkeersborden aan. Ongemerkt ben ik terug in de Vlaamse Voerstreek. Uitgerust van een comfortabele nacht en nagenietend van dit extra uitje, - want zo voelt het -  loop ik de eerste kilometer. Het is zonnig en warm, maar nog niet te warm. In de loop van de dag zal de temperatuur opnieuw oplopen. Ik houd van het ochtendlicht en geniet van de frisheid van deze mooie ochtend. 




Hier ben ik in het gebied van landgoed Altenbroek. Door de weilanden daal ik af en steek het water van de Noorbeek over. Voorbij de witte Molenhoeve van Altenbroek met een prinswit paard in de wei ernaast - zou het dan toch waar zijn? - houd ik links aan en ga over een sterkstijgend pad het bos in. 






Van het idyllische, witte landhuisachtige kasteel zie ik niets. Via het smaller wordende pad door het bos passeer ik de in hoogte niet nader geduide Snauwenberg maar het stijgen voel ik in mijn kuitenIn de verte zie ik het stoere kasteel Mheer. Ik wandel Nederland in en uit en niemand legt mij een strobreed in de weg. Alleen de grenspalen zijn een reminder, het geeft me een ultiem gevoel van vrijheid. Hier ben ik in het gebied van de Noorbeemden en Hoogbos, twee aparte gebieden aangewezen als Natura 2000-gebied. In de Noorbeemden ontspringen ruim 20 bronnen. Het Hoogbos kent veel grubben. Tussen beide gebieden ligt de unieke regenwaterbuffer Horstergrub, ook wel droogdal van Terhorst genoemd. Nu is het een droge periode maar dat kan ook heel anders zijn. Dan zoekt het water zijn weg. Overtollig water van de Voer kan nu worden afgevoerd zodat inwoners van dorpen als 's-Gravenvoeren en Mesch hun voeten droog houden. In de afgelopen dagen zag ik op sommige plekken hoe verwoestend de kracht van het snelstromende water moet zijn geweest in de zomer van 2021. Beekdalen zijn op punten sterk uitgesleten, takken en boomstammen zijn op grotere hoogte langs de oever blijven hangen. Maar ik zie ook afgeronde maatregelen en werk-in-uitvoering om een ramp van deze omvang voor de toekomst te voorkomen, of op zijn minst in omvang te beperken. Dat is de andere kant van dit geweldig mooie Zuid-Limburg.



Aangekomen bij Mheer, op de hoek van de Steegstraat met het Christusbeeld ga ik links. De eerste meters zijn schilderachtig. Ik loop over een smal, kleiachtig maar droog pad langs een weiland van de Horstergrub. Dan volgt een ultrasmalle, eindeloosdurende grubbe met niets dan keien om je enkels over te breken. In mijn frustratie vraag ik mij af of de routemakers hier sinds de zomer van vorig jaar nog zijn geweest. Ik kan mij niet voorstellen dat de hevige regenval en overstromingen - de beelden staan nog helder op ieders netvlies - dit pad niet ingrijpend hebben veranderd. Het zal de vermoeiende stapeling van mijn wandeldagen zijn want tegelijkertijd is het zo uniek om hier - droog! - langs de steile helling of graft tussen Hoogbos en weilanden te lopen. En ook nu komt stap voor stap een einde aan deze verzoeking als ik een pad tussen weilanden volg, tot ik aan de voet van de kapel met het Trichtusbeeldje - als sinds jaren vervangen door een 'gewoon' kruis - op een bank plof. Om er voorlopig niet vanaf te komen. Ooit stond bovenaan op het fronton de Latijnse spreuk in hoc signo vinces (in dit teken zult gij overwinnen). Ik vind dat deze tekst samen met een camino- of ander wandelteken mag worden teruggeplaatst. Ik heb er vandaag zeven kilometer opzitten - ze voelen als twintig na de grubbe - en heb er nog zes te gaan.






Maar een mens herstelt en vergeet snel. Als ik over het hoogvlakte tussen de velden doorloop - België is weer veranderd in Nederland - ervaar ik de koelte van nabijgelegen water. Het waait niet harder maar de koelere lucht van de vallei van de Voer en van de Maas even verderop trekt aan deze kant over de hogergelegen velden. Het is verfrissend en geeft me moed om ondanks mijn brandende voeten door te stappen. Ik loop langs laagstam-boomgaarden en beschermd (hoogstam-)boomgaardenlandschap (Kruisgraaf), steek de doorgaande weg over bij een moderne versie van een heilige drieëenheid (beeld, bank en bak) en volg de Ezelsweg naar beneden. Eijsden komt in zicht.







Vanaf Mariadorp volgen twee niet bijster leuke, maar zo groen mogelijke kilometers naar Eijsden. Het wordt weer leuker bij de Wiette Päöltjes waar ik in de koelte van de roodbladige beuken pauzeer bij deze rotonde-avant-la-lettre. Ik maak een praatje met een van de vaste bezoekers van de vele leugenbankjes en loop via de groene beukenlaan naar het kasteel Eijsden. 






Het is mediterraan warm geworden en dat trekt Duitse, Belgische en Nederlandse dagjesmensen naar het oude dorpje aan het water. De terrassen zijn goed gevuld en de pontjesbaas heeft het druk met het overzetten van fietsers en wandelaars over de Maas. Morgen ben ik hopelijk als een van de eersten aan de beurt. Aan de overkant wacht d'n Observant geduldig op me. Ik zie er als een berg tegenop: ga ik voor de volledige DMT-route of zoek ik een veiliger pad en heb ik dan de DMT wel gedaan. Vragen waar ik geen antwoord op heb. Ik stop met het vinden van een antwoord en zoek voor nu mijn hotel. Het hotel is niet bijzonder, wel tot in de late uurtjes gehorig, maar dat zie ik aan de vergoeding voor de nacht niet af. Voor een wandelaar is bed, bad en brood uiteindelijk voldoende. Na een Griekse avondmaaltijd op het terras en een klein avondommetje langs de Maas via de Eijsder Beemden vind ik het mooi geweest voor vandaag. Het is een raar idee maar tegelijk geruststellend: morgenavond slaap ik sinds zes nachten weer in mijn eigen bed. De totale DMT-teller staat op 86 kilometer.






Geen opmerkingen:

Een reactie posten