Ook vandaag is mijn door een sopje geslagen kleding weer op tijd droog. Een klein geluksmoment in het overzichtelijke leven van een meerdaagsewandelaar. Aan het lijf of in de rugzak, natte plunje is not done.
Op verzoek verlaat ik het rustig ontwakende hotel als een onbekende artiest door een zijdeur. De grote entree aan de voorzijde is nog dicht voor het publiek. Eenmaal op weg overweeg ik om de bus naar Wahlwiller te nemen en daar de route weer op te pakken, maar voor die ene halte zie ik er vanaf. Als die twee extra kilometers gistermiddag lukten, lukt het vandaag - opgefrist en uitgerust - zeker. Zo bereik ik het dorp met de oude Sint Cunibertuskerk en de start van de vierde dagetappe. Ik ben de kerk gepasseerd, de begraafplaats en verderop de Selzerbeek al overgestoken als ik me herinner dat in de kerk de omstreden maar - eens verwijderd en postuum teruggeplaatst - te bezichtigen kruiswegstaties van kunstenaar Aad de Haas hangen. Ik loop er niet voor terug. De benen voelen echt goed en ik heb de pas erin. Van de meters in de morgen moet ik het hebben. Bovendien zet het ochtendzon de omgeving in een vriendelijk licht. Mijn 'kerk' bevindt zich buiten.
Ik loop langs de beek aan de overzijde tot ik rechts na een klaphek (het Wiengetske) de stijgende Route des Vins volg. Ik ben in een heuse wijnstreek waar niet een, maar liefst drie wijndomeinen zijn gevestigd. Het is er stil, het seizoen is nog jong. Via een pad langs akkers bereik ik een nog smaller pad. Met mijn pet al wapperend voor me uit, baan ik me een weg door de vliegjes en muggen die een aangenaam microklimaat vinden tussen de twee meidoornhagen. Aan het einde van het pad het verplichte kruis met bankje, biedt altijd kans op een mooi uitzicht.
Daarna volg ik even het spoor van het Miljoenenlijntje, een toeristische stoomtrein tussen Kerkrade en Schin op Geul. Ook hier geen bedrijvigheid. Voorbij het stationnetje Eys-Wittem en een (spoor)viaduct passeer ik via een vlonderbrug de licht kabbelende Eyserbeek. En van het intieme buurtschap De Piepert gelegen in waterwingebied Roodborn klim ik richting de eerste top van de dag: het Eyserbos (197 meter boven NAP). Waar die top zich precies bevindt is me niet helemaal duidelijk en daarom pauzeer ik voortijdig op een bankje met een idyllische terugblik op het gebied waar ik zojuist nog liep, de spoorlijn en het station Eys-Wittem.
Genietend van dit uitzicht trekt het langharig stel achter mij langs. Nu groeten we elkaar maar wisselen nog nauwelijks een woord. Ze lijken interesse te hebben in het bankje waar ik zit. Maar er is geen plek voor drie en ik ben nog niet van plan op te stappen. Ze lopen door. Op zulke momenten is het ieder voor zich. Zo is het ook weer. Als ik opstap tref ik ze later wiebelend op een dwarsbalk boven een pad. Daarmee hebben zij het hoogste punt van het Eyserbos gevonden. Ik kan nog even terugkijken op de top van gisteren, de Vaalserberg.
Nu passeer ik de Miljoenenlijn via een brede metalen brug, bereik verderop landgoed Cartils en steek de meanderende Eyserbeek opnieuw over. Met elke stap komt Gulpen dichterbij, en daarmee de tweede top van vandaag. Van Cartils steek ik de weg over tussen een oud knerphekje aan de ene kant en een splinternieuw, stoer metalen klaphek aan de overkant. Zo robuust ben ik ze nog niet tegengekomen. Even verderop begrijp ik waarom. Als ik de oude trambaan door het weiland volg, loopt een kudde nieuwsgierige, puberale Limousinkoeien van achter uit het veld op me af. Hoewel duidelijk eenrichtingsverkeer sta ik even stil voor een praatje. De truc werkt. Ze staan roerloos te kijken terwijl ik het veld verlaat via eenzelfde robuust klaphek.
En dan bereik ik de rand van Gulpen, het midden van Zuid-Limburg en het midden van de W-vormige route - maar nog niet op de helft van de DMT. Via een metalen brug over de nu ingetogen rivier de Geul, langs de sportvelden en met een korte klim over een trappetje overwoekerd met gras, start ik vanaf de oostelijke kant de finale klim naar de top van de Gulperberg (157 meter boven NAP).
De warmte neemt net als de vorige dagen neemt de warmte toe naarmate de middag vordert. Gelukkig mag ik zo vrij als een Heidi afdalen over Limburgse almen. De zwaartekracht helpt me een handje en ik ervaar dat je zelfs lopend kunt herstellen. Na het afdalen begint weer het stijgen, langs of de hellingbossen het Dunnenbos en het Schweibergerbos tot aan Bissen, het Kruisbosch, De Molt en daar voorbij. Wanneer is het nou eens klaar met al dat sjoens. Voor vandaag dan.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten