Natuurpad | 10 september 2021 | Ruinen-Zuidwolde (11)

Ik word wakker in een luxe B&B even buiten Ruinen. Deze Rozenkamer kijkt in de volle breedte uit over de weilanden. Daar bezorgt de gastvrouw mij een fantastisch ontbijt in een rotan mand. Terwijl ik op een nevelig weitje met schapen kijk, geniet ik van het ontbijt. Ook de schapen staan aan hun ontbijt maar voor sommigen is gewoon te vroeg, ze liggen nog lekker in hetzelfde gras. Rond half 9 rijd ik drie haltes met de bus mee, het scheelt me twee kilometer lopen. Bij de halte stopt ook het fietspad en dus moet ik net als gisteren over de weg lopen waar het autoverkeer voorbijraast. Drenten houden van doorrijden. Gelukkig is het nog geen 500 meter. Links van een overgroeid parkeerhaventje sla ik opgelucht het bospad in en start mijn volgende etappe van het Natuurpad.



Vandaag is anders. Het is droog maar bewolkt. De route begint met een stukje door het bos van Ruinen-Anholt maar na een kilometer loop ik over de straatstenen langs de defensiecomplexen aan de gelijknamige weg. Een lange kilometer aan klinkerweg volgt tot voorbij de provinciale Passerveldweg. Vanaf daar slinger ik over het ruiterpad door het bos van Ruinen. Het is rustig. De toeristische fietsers houden het met dit weer voor gezien. Af en toe kom ik een mountainbiker of twee tegen. 



Ik merk dat ik gewend raak aan de omgeving zodat het me alleen opvalt als het onverwacht mooi of verrassend is. De heide en de vennen van de Gijselterkoelen zijn zo'n plek. Bij de drie stenen pauzeer ik langere tijd. Het voelt als een memorabele plek, er is hier iets gebeurd of het moet het indrukwekkende gedicht van Abel J. Herzberg zijn. Een strofe is uitgehakt in een van de stenen, het hele gedicht op een kleine plaquette erachter. Het is half 10 in de ochtend en dan al zo'n plek te ervaren maakt indruk op me.





Het duurt even voor ik weer een 'wat mooi'-moment ervaar. Ik raak verzadigd en dat is jammer. Of het moeten de lijsterbessen zijn die met hun oranjerode bessen de omgeving kleuren of een gekke boomstronk in het landschap. 



Vanaf het bospad of landweg steek ik de Fluitenbergseweg over. Hier moet ik een smal mountainbikepad tussen struikachtige populieren volgen. Het is weliswaar kort maar ik hoop maar dat ik niet oog in oog kom te staan met een mountainbiker, we kunnen ieder geen kant op. Aan het eind van het pad is het een steil klimmetje de Hooimaatsdijk op. Ook hier wil ik geen crossende tweewieler ontmoeten, net zo min als hij mij. Via de Hooimaatsdijk kom ik bij een halfbewaakte spoorwegovergang even buiten Hoogeveen die prompt gaat klingelen als ik een eerste stap op de overgang wil zetten. Het 'wat mooi'-effect vind ik terug bij het het water van het Oude Diep, de oever- en waterplanten langs de kant, de uitkijkpost met de houten vogelkop, de zonnewijzer op de grond ervoor, het speelbos Roekpad naast huize Echten, huize Echten zelf of een paar zoenende bomen. 














Vanuit het bos Echten ga ik opnieuw over het Oude Diep, passeer een bord met een gemeentelijk wapen van Hoogeveen tot bij ik bij de Molenhoeve op een geheel verlaten terras aan het brede water van de Hoogeveense Vaart naast koffie met appeltaart ook enkele regenspetters krijg. Zittend op het terras blijven de wespen nog weg, zie ik wat plezierbootjes aangemeerd langs de kant en is het verder stil op het water, zeker geen water met druk scheepvaartverkeer. Aan de overkant zie ik de eerste toeristische fietsers van vandaag en daarachter het heen-en-weerverkeer over de snelweg A28. Op die afstand bereikt het geraas gedempt het terras. Het is bijna idyllisch. Uitgerust ga ik weer op stap. Des te groter is de harde realiteit dat de route mij via de Echtenseweg, zonder fietspaden, de brug over stuurt. De brug is de enige verbinding in de nabije omgeving, dat begrijp ik, maar het gaat opnieuw om een drukke verbindingsweg van en naar de A28, de economische levensader van Drenthe. Ik vraag een vrouw die bij het naastgelegen tankstation haar auto voltankt of er een andere manier is om een deel van de weg tot aan de brug te vermijden via de ventweg langs het water. Niet, want die gaat onder de brug door. Er zit niets anders op. Met afwisselend lopen en weer stilstaan in de berm tot auto's en vrachtauto's mij voorbij zijn, kom ik bij de brug over de vaart. Op de brug is het iets breder maar veilig voelt het nog niet. Als er een politieauto aankomt, verwacht ik dat een agent zal vragen waar ik in hemelsnaam mee bezig ben, maar dat gebeurt tot mijn verbazing dan weer niet. Misschien is die situatie hier normaal, ik vind het niet normaal en ronduit onveilig.*




Op deze hinderlijke manier loop ik zo'n 2,5 kilometer vanaf de Molenhoeve, over de brug, onder het viaduct met de op- en afrit van de A28, voorbij een tweede gemeentelijk grensbord, over de klinkerweg tot aan het centrum van het historische buurtschap Ten Arlo. Ja, steeds ligt er een berm maar die is of smal, of de ondergrond loopt schuin of het is onbetrouwbaar met kuilen. Daarbij ligt er afval, blikjes en flesjes, waar ik niet doorheen wil lopen. Tot nu toe is dit mijn grootste domper van een kwart gelopen Natuurpad. 


Voorbij de kruising, de Brink van Ten Arlo, laat ik de weinig positieve ervaring en gedachten achter me. Volgens het informatiebord is Ten Arlo een van de oudst bewoonde gebieden in de streek. Dat gaat terug tot de oude steentijd en rond 800 v.Chr. was er een eerste aanwijsbare vorm van bewoning. Het buurtschap Ten Arlo gaat terug tot de Middeleeuwen. Nu heeft het een beschermd dorpsgezicht met monumentale boerderijen. Vanaf de kruising loop ik rechtdoor een breed kiezelpad op, vooral bedoeld voor aangrenzende boerderijen. Het pad stijgt merkbaar in het lichtglooiende gebied. Rechts bij een stal staan twee mannen met een grote, bruine hond. Boeren en boerderijhond schat ik in. De weg loopt pal achter hun schuur. Vanuit beleefdheid vraag ik of ik verder kan lopen, de navigatie zegt me van wel maar toch. Ja, ik mag doorlopen. Maar, achter de schuur hangt een bakje waar ik 5 euro in kan doen voor het onderhoud aan de weg. Drentse humor, concludeer ik met een glimlach. Ik kan zien dat de weg flink onderhoud nodig heeft, probeer ik knullig te riposteren. Als ik nog vraag of de hond zich rustig houdt, krijg ik te horen: dat hangt er vanaf. Tegen zoveel gevatheid kan ik niet op en loop door, de mannen nog een aangename dag wensend. Voorbij de schuur gaat het pad langs het maisveld en over de weilanden tot ik bij een bosje kom zoals Drenthe zovele bosjes rondom akkers en weilanden rijk is. 

Voor ik op een bankje pauzeer, stiefel ik eerst de twee trappen naar een naastgelegen uitkijkpunt op. Een bordje onderaan de trap betreden op eigen risico en Zicht op Ten Arlo geven alvast een hint voor wat me te wachten staat. Behalve het licht doorbuigen van een enkele tree zie ik het risico niet, evenmin als het zicht op Ten Arlo. Ik zie weilanden richting Lubbinge, een volgend buurtschap, maar niet de Brink met de historische boerderijen. Ondanks een niet onaardig groepje paarden in de wei, vraag ik me af of ik het zicht misschien gewoon niet heb. Dan word ik gestoord in het oplossen van dit enigma. De boerderijhond blijkt een gewone hond en een van de boeren een gewone hondenuitlater. Al (be)rustend en lezend op het bankje aan de voet van het uitkijkpunt - ik heb het Natuurpad-boekje voor het eerst in mijn rugzak gestoken - ontdek ik een verschil in de route. De gps-route stuurde me rechtdoor over de Spiekampenweg maar volgens het boekje had ik een kleine kilometer eerder kunnen afslaan naar de Lubbingerweg en zo een deel van de drukke doorgaande weg naar Ten Arlo kunnen vermijden. Maar, dan had ik het gesprekje met de boer niet gevoerd en de kans op het zicht op Ten Arlo niet gekregen. 

Van Ten Arlo kom ik aan de noordgrens van de gemeente Zuidwolde. Het laatste stukje van de route gaat door het bos en over de Falieberg. Wat ondanks zonneschijn de hele dag merkbaar in de lucht hing, zet nu door. Het begint te rommelen. Uit voorzorg trek ik de regenhoes over mijn rugzak en pak mijn regenjack. Eenmaal in Zuidwolde regent het dikke druppels en onweert het stevig. Natgeregend kom ik bij een lokaal eethuis in het centrum. Of ik iets kan drinken en eten. De uitbater kijkt me aan of hij me liever kwijt dan rijk is: alles is gereserveerd. Ik bied aan om buiten onder een terrasluifel te gaan zitten zodat ik mijn natte boel buiten zijn nette etablissement houd. Eten kan, van de lunchkaart wel te verstaan. Het is na vier uur in de middag. Gelukkig heeft hij een maaltijdsalade op de lunchkaart. Gezeten onder de linkerterrasluifel barst de regen pas goed los. Naast mij duwt de uitbater regelmatig met de trekker tegen de onderkant van de rechterterrasluifel. Het verzamelde water valt elke keer met een klap op de grond. Het spat alle kanten op. Het wekt de suggestie dat hij deze betalende gast probeert weg te krijgen. Onder de luifel laat ik mij de maaltijdsalade met gefrituurde stukjes mozzarella goed smaken en na afloop neem ik een - gloeiendhete - verse muntthee. Het duurt nog even voor ik ben opgehoepeld. Het eten smaakt me goed maar de uitbater heeft mij er, ondanks de naam, geen huiskamergevoel weten te geven. Ik ga de rest van het centrum bekijken.















Inmiddels regent het minder hard en ik maak een extra rondje door het dorp zodat ik wat opgedroogd bij mijn overnachtingsadres aankom, een gastgezin via de stichting Vrienden op de Fiets. Dat droogplan mislukt. Mijn regenjack overnacht in de garage en mijn wandelschoenen en -stokken in de bijkeuken. Als ik even later fris gedoucht en in droge kleren gestoken bij hen in de woonkamer aan een kop thee met een plak cake zit, vertel ik over de anekdote van de boer in Ten Arlo. Zij lachen omdat ze hem er helemaal in herkennen. De kiezelweg is gewoon openbare weg.

Verder lezen? Klik dan hier.


*Hoe veilig en aantrekkelijk zou het voor (forensische en recreatieve) fietsers en wandelaars zijn als de wegbeheerder, gemeente of provincie, de verkeerssituatie in het gedeelte tussen de Molenhoeve tot voorbij het viaduct veranderen. Een fietspontje over de Hoogeveense Vaart - vanaf het fietspad naast de Molenhoeve naar het fietspad van de Molenoevers aan de overkant en terug - maakt dit mogelijk en ook de Molenhoeve profiteert hiervan. Het maakt zeker het Natuurpad op het traject Ruinen-Zuidwolde een stuk aantrekkelijker.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten