21 april 2021 | Rollen door de bollen

Als ik deze woensdagochtend rond half 10 mijn fiets uit de schuur pak, verschuilt de zon zich spontaan achter de wolken. En met maar een paar honderd meter in de benen zie ik een dampige, grijze wolkenlucht de streek indrijven. De koude, zure lucht lijkt nog het meest op zeevlam, zo'n plotseling van zee opkomende mist. Maar ik zet door, zolang het maar droog blijft. Ik heb zin in een tochtje langs de velden.

Ik start mijn rit 'officieel' - voor de app die mij gaat volgen - bij de nieuwe houten uilenbank aan de Stationsweg in Lisse. Het voelt hier vreemd stil omdat de Keukenhof-tentoonstelling voor het tweede jaar op rij gesloten is. Keukenhof zou nu eigenlijk op topdrukte draaien. Vandaag geen rijen toeristenbussen, geen files dagjesmensen in autoblik, niets van dat alles. Maar dat maakt het juist weer een goede dag om te fietsen.

Even terug naar het bankje, ik ben nog niet vertrokken. Vlakbij, maar een klein stukje terug, stond jarenlang een zomereik midden op het fietspad. Fietsers passeerden, afhankelijk van hun richting,  meestal zonder problemen links en rechts de boom. Hij was alleen na 40 jaar in het middelpunt te hebben gestaan gevaarlijk geworden en daarom afgelopen januari gekapt. Binnen 2 maanden werd het uilenbankje geplaatst. Men zegt dat de bank is gemaakt uit het hout van de gekapte boom. Waar of niet, het ziet er leuk uit. Op de plek van de boom ligt nu een gevaarlijke bult van klinkers in het verder geasfalteerde fietspad. 

Het is ongeveer vanaf dat punt dat ik de Stationsweg oversteek naar de Loosterweg Noord en met frisse tegenwind richting Hillegom fiets. De straffe noordenwind ontneemt me de adem en blaast het snot uit mijn neus. Verderop kom ik steeds hoger over een soort dijk te fietsen terwijl links en rechts laag het bollenland ligt, gevolg van afgegraven duingebied in vroeger tijden en kenmerkend voor deze streek. Rechts in de verte het iconische silhouet van de watertoren op de grens van Lisse en Hillegom bij de Arnoud, langs het Veenenburg-Elsbroekkanaal. Ik zal onderweg vast meer herkenningspunten boven dit vlakke, zanderige land zien. 

Bij de Y-splitsing houd ik rechts aan zodat ik via een dalende en autoluwe Veenenburgerlaan richting het dorp van Hillegom fiets. Ik pak maar een piepklein stukje ervan mee want iets verderop, links in de bocht, duik ik een smal paadje in. Je ziet het gemakkelijk over het hoofd. Ik fiets er voor het eerst. Het is meteen een favoriet. Langs het water over een smal maar hoog bruggetje gaat het verder, tussen de bollenlanden door. Dit zijn de weggetjes die ik onderweg hoop te ontdekken.

Aan het eind ervan moet ik in een lichte versnelling hard trappen om via een steile klim op de hogergelegen Derde Loosterweg te komen. Verder in noordelijke richting gaat het, langs het spoor, voorbij het station van Hillegom en dan aan de andere kant over de Eerste Loosterweg richting Vogelenzang.

In de velden liggen afwisselend plastic stapelbakken voor de snijteelt, houten kisten om bollen te rooien of te planten voor de zomer. Boven de velden hoor ik het gepietepiet van de teruggekeerde scholeksters.

Vlak voordat ik Hillegom verruil voor Vogelenzang - en daarmee Zuid-Holland voor Noord-Holland - sla ik voor de Bartenbrug linksaf. In dit noordwestelijke hoekje heb ik de meest noordelijke punt van mijn tocht erop zitten. Ik blijf in Zuid-Holland.

Voor de wind gaat het nu, in rap tempo draaien de trappers rond en met mijn neus zuidelijke richting fiets ik in één streep over de kaarsrechte Noorder Leidsevaart en de verlengde Leidsevaart, terug naar Lissese grond. Ik voel me een prof. Rechts in de verte achter het trekpontje de kerktoren van De Zilk en terugkijkend de kerktoren van Hillegom.

Ik kom uit bij Halfweg, een buurtschap aan de Leidse of Haarlemmertrekvaart even buiten Lisse. De naam verwijst naar het Huis Halfweg, in de tijd van de trekschuiten een grens- en wisselplaats tussen Haarlem en Leiden. Hier konden mens en trekpaard uitrusten voor ze verder gingen. Het Huis is er niet meer, twee gevelstenen gered. De Leidse gevelsteen met de twee sleutels is ingemetseld in de tuinmuur van Frederiks Hof op het landgoed Keukenhof, de andere gevelsteen terug naar Haarlem. Wat hier rest, is de naam en een oude grenspaal.

Van Halfweg fiets ikdoor langs Tespelduyn, een vreemdogende bult in het vlakke landschap. Nu een golflocatie op grote hoogte, vroeger de vuilnisbelt van de streek. In deze periode stonden de restanten van de corsowagens als metalen skeletten bovenop de bult. 

Voorbij Tespelduyn, aan de andere kant van de provinciale weg ligt recreatieplas het Oosterduinsemeer. Deze voormalige zandafgraving staat in de streek bekend als het Comomeer. Op zomerse dagen een drukte van belang van dagjesmensen en campinggasten, nu een groene oase van rust.

Na deze korte zijwaartse beweging richting de kust fiets ik weer in zuidelijke richting door Noordwijkerhout richting Noordwijk. Aan de Gooweg ontbreekt het aan bloeiende bollenvelden. Gekopt, gerooid of nog te vroeg om te shinen. Net als vorig jaar zijn de kwekers sneller met koppen en rooien.

Vanaf Noordwijkerhout gaat het verder langs de drukke provinciale weg, over de Leidsevaart en het spoor bij Piet Gijzen tot aan 't Soldaatje bij Voorhout. Verderop rechtsaf de Prinsenweg op, met de bocht mee naar links zodat Sassenheim in beeld komt. Voor ik in het dorp beland, sla ik weer links en fiets over de smalle Frank van Borselenlaan richting Lisse. Hoe kon ik de wind zijn vergeten! 

De bollenstreek is een karakteristiek landschap van lange percelen, omzoomd door lage heggetjes van liguster of beuk, afgebakend door rechte, smalle afwateringsslootjes en verbonden met  bruggetjes. Dit unieke, cultuurhistorische landschap dreigt voorgoed te verdwijnen omdat bollengrond in kavels wordt verkocht voor vrijstaande huizen en villa's. Ik trap nog maar eens stevig door.

Terug bij de drukke provinciale weg - uitkijken met oversteken - ga ik rechtdoor over de Oude Herenweg. Rechts, boven een geel narcissenveld, word me een doorkijkje gegund op de Engelenkerk. 

Voorbij de brug over het Mallegat en de Achterweg-zuid kom ik bij buurtschap De Engel. Aan de Essenlaan waait de geur van hyacinthen me tegemoet. Als een toerist blijf ik even hangen bij het paarse veld.

Dichter bij Keukenhof is nu het toch wat drukker met toeristen, dagjesmensen, fietsers, wandelaars. Na zo'n 30 kilometer, terug bij de uilenbank, breekt de zon door. 




Geen opmerkingen:

Een reactie posten