15 maart 2021 | Een jaar aan ommetjes

Precies een jaar geleden viel de beslissing: thuiswerken was sinds die maandag de norm. In ieder geval voorlopig. Net als de andere thuiswerkende Nederlanders maakte ik het beste van de intelligente lockdown. Ik installeerde me aan de eettafel met laptop, notitieblok, thee en telefoon en ging aan de slag. 

Boven verwachting beviel het. Ik raakte de stress van het forenzen kwijt en begon meer ontspannen aan elke werkdag. Eerlijk is eerlijk, ik had niet de stress van de jonge gezinnen om alle werk & privé ballen hoog te houden. 

Het liep relaxed en als vanzelf, net als de ommetjes eerst na en van lieverlee voor de thuiswerkdag. De lente was in aantocht, de stilte op straat weldadig, het eigen dorp en het buurtbos een herontdekking waard. Na de lente kwam een vroegzomerse versoepeling: de terrassen gingen onder voorwaarden van 1,5 meter weer open. Op 2e pinksterdag klokslag 12 uur genoot ik samen met mijn moeder van een geserveerde cappuccino-met-iets-lekkers-erbij. Er mocht weer iets. En terwijl de temperaturen begonnen te stijgen tot ongekende waarden, regen de dagelijkse ommetjes zich tot een rode draad aaneen. En toen kwam de herfst. En de winter. En de fysieke ongemakken. Klachten aan het bewegingsapparaat zou de huisarts zeggen, zou een fysiotherapeut concluderen. Eerst een val, later een zweepslag en ertussen nog wat andere kwaaltjes. 

Een jaar na die bewuste dag 1, bij een bleke ochtendzon pak ik de draad weer op. In de bermen bloeien de narcissen nog net zo geel als een jaar geleden. Ook de eerste staketsels van de bloembollenkramen staan er weer. Keukenhof heeft net gehoord dat ze ook in 2021 dicht moet blijven. De vraag is of de kraamhouders doorzetten of afhaken nog voor ze één bol verkocht hebben. De drukte van auto's valt me op terwijl de wandelaars van de thuiswerkommetjes lijken te zijn verdwenen. Werkt er nog iemand thuis? Van de rijksslogan 'werk thuis, tenzij het niet anders kan' lijkt het eerste deel doorgestreept. Of ik heb te lang thuisgezeten.

Inmiddels loop ik langs het bollenveld waar het groen van de narcissen al flink boven de grond staat. Het veld ernaast, wat eerder nog onder water stond in de bestrijding van de aaltjes, heeft nu een strepentapijt van bruingrijs afgewisseld met lichtgroen. Verderop steken de eerste groene punten van de hyacinten door het dekbed van winterstro. Het buurtbos overweegt nog wanneer over te schakelen naar het voorjaar. De natuur barst binnenkort weer uit haar winterjas. Het is heerlijk weer terug te zijn.





Geen opmerkingen:

Een reactie posten