21 februari 2021 | Oefenrondje

Deze tweede lentedag van het jaar ga ik er wat langer op uit. Net als de rest van Nederland. Eerst loop ik in de buurt een opwarmrondje van zo'n vijf kilometer. En ik ben niet enige. 

Met alle vervoersmogelijkheden die we zo'n beetje kennen, zijn we op pad. Druk, druk, druk. En geef ons eens ongelijk. Alleen met de motoren is iets geks aan de hand. Ze zijn  na een lange winter weer van stal gehaald. En die stilstand heeft ze geen goed gedaan. Zo te horen zijn de uitlaten en masse doorgeroest. En waar dat niet het geval is, probeert de bestuurder uit alle macht te testen of de motor de winterslaap werkelijk heeft overleefd. Om beurten - soms liefst tegelijk - controleren de coureurs of de gaten er niet alsnog spontaan invallen wanneer ze het gas flink opentrekken. Een enkeling heeft mazzel. Het geeft een bont geluid. Ook bont zijn de eerste bloeiende krokussen, sneeuwklokjes en narcissen die ik spot in het gras. Nu de sneeuw is weggesmolten, blijken ze onder die witte deken te zijn doorgegroeid en spreiden ze hun gele, paarse, witte bloemblaadjes tussen het groen. Het levende bewijs van een nieuwe lente. Na vijf kilometer ben ik warmgelopen. Ik weet nu vooral welke jas ik niet moet aantrekken. Maar eerst eet en drink ik thuis want dat scheelt me een lunchpakket-to-go in mijn rugzakje.

Een half uur later zet ik mijn fiets op slot tegen het hek van de Amsterdamse Waterleidingduinen. Er staat een lange rij bezoekers voor de kaartjesautomaat van ingang De Zilk. Een handhaver kijkt toe. Ik ben blij met mijn jaarkaart. Ook voorbij de automaat is het naar de maatstaven van dit gebied goed bezet. De populariteit is vast het gevolg van de toeloop in de badplaatsen en duingebieden als Meijendel waar bezoekers al ontmoedigd worden om nog langs te komen. Ik kies de route van de zwarte bordjes, een 'ommegang' van 9 kilometer. Een eigen route kiezen dwars door veld en over duin om te genieten van rust en stilte heeft nu geen zin. En stiekem vind ik het ook wel lekker om me te laten sturen door wegwijzers en medewandelaars.

De route houdt links aan en ik loop eerst langs het paardenkerkhof, wat helemaal geen paardenkerkhof was maar een met paardenbotten gemarkeerd terrein. Maar of die uitleg van de naam het nou minder macaber maakt. En intussen knallen buiten het gebied nog steeds onvermoeibaar de pk's. 

Al snel wandel ik parallel aan het langgerekte groen in de hekken van zweefvliegveld Langeveld. Aan de overkant van het groene biljartlaken staan de opgevouwen vliegtuigen in witte, hoekige boxen naast elkaar opgesteld als gekke, asymmetrische sneeuwsculpturen. Ik zie geen beweging, er wordt niet gevlogen. Groepjes herten grazen er op het gemak, alsof niet de sculpturen maar zij hier sinds jaar en dag deel uitmaken van het hertenkamp. En waarschijnlijk is dat zo. En dacht ik dat de sneeuw overal weg was door de snel gestegen temperatuur, hier zie ik nog restanten van amper een week geleden.



In de smalste, zuidelijke punt van het zweefvlieveld kom ik in iets hoger duingebied. Ik ga naar rechts en bevind me nu op het pad naast de Van Limburg Stirumduinen. De naam is een verwijzing naar de familie die met het beheer van hun bezit in vroeger tijden, er mede voor heeft gezorgd dat dit gebied bewaard is gebleven. Ergens links van me, voorbij de duintoppen, ligt de Noordzee.

Wat onderweg vooral opvallend is zijn de vele plassen. De gesmolten sneeuw moet immers ergens naar toe. Het maakt de naam Waterleidingduinen nog toepasselijker.


Ongeveer halverwege de route plof ik even neer op een bank, neem een slok water en bekijk de herten en de wandelaars. Er wordt anders gerecreĆ«erd. Alsof niet alle wandelaars er voor de natuur zijn maar slechts het decor waartegen ze willen recreĆ«ren. Het gaat om het buiten zijn in de zon, het kunnen afspreken en elkaar ontmoeten, het meenemen van warme koffie of thee met koekjes en bijpraten op een bankje of het staand leegeten van meegebrachte zakken chips en het uitlaten van een aangelijnde hond terwijl honden niet zijn toegestaan. (Zou de hond in een handtas langs de handhaver naar binnen zijn gesmokkeld?) Vandaag oogt het natuurgebied als een ruim opgezet stadspark op een zondag, inclusief hertenkamp. Ik begrijp het wel. Tegen dit decor en deze drukte - ze lijken nu in de minderheid te zijn - gaan, staan, liggen en grazen de herten ongestoord hun eigen gang.




Verder ga ik, voorbij de Kop van het Grote Vlak en het Haasveld loop ik terug, richting het Vogelenveld en de uitgang. Ik passeer groen velours tapijt, uitgerold over de lage kommetjesduinen. Het zonlicht geeft er een fluwelen glans aan. Het is rond drie uur als ik bij dezelfde kaartautomaat aankom. De rij ervoor is nog net zo lang. Met nieuwe energie meng ik me tussen de grommende motoren en knallende uitlaten.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten