Met een paar dagen in een knus
vakantiehuisje nabij Emmen grijp ik mijn kans om dit jaar nog wat kilometers van het Natuurpad te lopen. Opnieuw leek de voorspelde
lockdown mijn gekoesterde wens om uitstel te eisen, een relatieve teleurstelling maar zeker toch wel met enige mate van frustratie. In dit tempo zou ik vier
jaar nodig hebben om een pad van 456 kilometer af te leggen. Gelukkig vond de dagelijks
bestuurder van ons land een huisje huren wel verantwoord. Groen licht om 2020 –
zeker wandeltechnisch gezien - positief te eindigen en een impuls te
geven aan een vervolg in 2021.
En zo start ik vandaag waar ik zo’n 5 maanden geleden was gestopt. Bij de bushalte aan de Kerkbrink in Rolde. Vandaag, om half 10 in de ochtend baadt de naastgelegen Jacobuskerk - mijn vertrekpunt, niet die van de route - in het licht van de opkomende winterzon. De kerk is gesloten, de lokale supermarkt geopend. Bewoners doen hun zaterdagboodschappen. Verder is het stil in het dorp. Met een omtrekkende beweging pak ik etappe 6 op nabij het Bartje museum. Ook die is gesloten. Sowieso is het stil in het winterseizoen maar de lockdown heeft er een schep bovenop gedaan. Lopen maar, het dorp uit, langs en over het voormalige spoor van de boemeltrein tussen Assen en Gasselternijveen. Ik geniet nu al.
Verwend door de warmte van de kachel in de auto vind ik het te
koud om stil te staan bij de eerste bezienswaardigheden even buiten Rolde. Ik
vang een glimp op van de hunebedden, met weinig tot de verbeelding sprekende namen als D17 en D18. Maar ik loop door om het
kacheltje vanbinnen op te porren. Met een temperatuur van om en nabij 5 graden en een dun
windje - ondanks dat het vanuit het zuiden waait - voelt het fris aan. Maar het
is een prachtige morgen en nu al een geweldige dag om te lopen. Na een paar kilometer
passeer ik het Rolder Diep, een zijtak van de Drentsche Aa. Het water richting het zuiden weerkaatst het zonlicht terwijl het water voorbij de schutsluis traag wegslingert
naar het noorden.
Verderop passeer ik het eerste heidegebied. De heide is al maanden uitgebloeid maar dat maakt het niet minder mooi. Hoewel van oorsprong een groter heidegebied is kent het relatief jonge bos een afwisseling in naald- en loofbomen. Langs de rand hebben de aangeplante beuken hun blad laten vallen. Onderaan de stammen rest nog wat blad, verdord en verkreukeld. Maar in het tegenlicht van de zon komen de blaadjes met hun caramelkleur weer een beetje tot leven. Langs het gebied van de Hondsrug loop ik op met de Wandelspoorroute, een 25 kilometer lange tocht tussen Assen en Anderen wat ook de voormalige spoorlijn volgt.
Dan kom ik bij de Steenhopenweg, verderop links ligt het Boomkroonpad er tijdelijk verlaten bij. Van het Gasselterveld, langs het Drouwenerveld kluun ik de meters onder me weg vanwege de diepe sporen getrokken door het werkverkeer. In de naaldbospercelen wordt volop gekapt.
Na 13 kilometer bereik ik het einde van etappe 6 aan de Papenvoort/Rolderstraat. Maar zoals gezegd plak ik er nog een paar kilometer aan vast. Voorbij de provinciale weg, langs steen 506 op de hoek ga ik richting het Meindersveen.
Ik ben blij dit nog mee te pakken, het blijkt het toetje van de dag. Maar ik ben dan ook in het Hart van Drenthe. Langs de schapen die kennelijk lekkerder gras vinden op de houtwal dan ernaast. In dit licht, de zon gaat weer zakken - is het is een mooi stukje Drenthe zoals ik me dat graag voorstel.
Verderop langs het pad ligt een van de bomkraters uit WOII. Het informatiebordje wijst de onoplettende wandelaar zoals ik wat hier is gebeurd. Niet alleen hebben vermoedelijk Britse bommenwerpers hun overtollige ballast hier overboord gegooid om leeg terug te keren naar Engeland. Ingenomen door de natuur hebben scholieren deze kraters recent ontdaan van jonge aanwas en weer zichtbaar gemaakt om te herinneren wat is gebeurd. Maar de natuur laat zich niet kennen en is opnieuw de strijd aangegaan.
Met 16 kilometer op de teller gaat de vermoeidheid in benen en voeten zitten, een gebrek aan loopuren. De laatste kilometers gaan over een verharde weg. Het doet me denken aan pittoreske straatjes in Frankrijk waar lang geleden de bewoners van de nood een deugd maakten. Ook hier zijn keien en kiezels gebruikt om een goed pad te maken. Maar vermoeid als ik ben loopt het niet lekker. Alsof elke steen dwars door de dikke zool van mijn schoenen prikt. Nog even doorbijten maar. Bij steen 100, op de hoek van de doorgaande weg. ga ik rechts richting Grolloo en sleep me nog 200 meter tot de bushalte waar bus 21 van drie uur me terugbrengt naar de Kerkbrink in Rolde.
Verder lezen? Klik dan hier.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten