Het is een grijze dag. Het miezert meer dan dat het regent maar de temperatuur is goed. Een lokaal wandelbordje vertelt me dat ik de route van het Laarzenpad loop. Ik ben gewaarschuwd. Eerst ga ik de boerenpaden op, langs de weilanden. Onzichtbaar rechts het beekdal van de Geeserstroom. Een grijs gordijn ontrekt het zicht aan de horizon. Ik duik wat verder weg in mijn capuchon als ik voorbij de bocht de miezer in mijn gezicht voel. Droog blijven is warm blijven.
Ik loop terug richting het bos maar niet voordat ik - tot mijn grote opluchting - de grote grazers verzameld zie in een weiland. Van beige tot zwart en alle bruintinten ertussen, met grote en nog grotere horens staan ze mij daar heel goed. Verderop, voorbij de bemoste bomen op de houtwallen rechts van mij, zie ik het water van de Mepper Hooilanden al. Na het klaphek van de Koemarsendijk, een lange rechte weg richting Nieuw-Balinge, sla ik rechtsaf en loop ik langs de Mepper Hooilanden in noordelijke richting.
Omwille van de tijd loop ik niet helemaal naar de Anne de Vrieshoek maar sla eerder linksaf. Dat scheelt weer een paar kilometer. De Anne de Vrieshoek is een verwijzing naar verzetsman, onderwijzer en schrijver Anne de Vries - vooral bekend van het boek 'ik bid niet voor bruine bonen'-Bartje die er in de toenmalige boswachterswoning heeft gewoond. Dan, als ik richting het Mekelermeer wandel, breekt zowaar het grijze wolkendek even open. Verderop maakt de route maakt hier een terechte uitstap naar het aardkundig monument Mekelermeer, het is een van de grootste pingoruïnes van Drenthe. Een pingoruïne is geen gewoon meer maar een na de laatste ijstijd gesmolten ijsheuvel waardoor een rond meer is ontstaan. Het zijn belangrijke bronnen van informatie over het leven op aarde van lang geleden. Het leven op aarde van vandaag loopt hier vrij rond: een stuk of vijf grote grazers. Gelukkig staan ze verder weg en nog verder weggedoken in mijn capuchon hoop ik maar dat zij mij niet zien en vooral niet nieuwsgierig zijn.
Gelukkig is het maar een kort uitstapje en ik voel me weer veilig voorbij het wildrooster. Hiervandaan loop ik terug in zuidelijke richting en voorbij en volgend klaphek sta ik ineens op de grote stille hei: de Hoge Stoep. Wat zal het hier mooi zijn als de heide bloeit. Na mijn korte theepauze steek ik het veld dwars over en loop er dan nog even langs. Links het heideveld en rechts het Geeserveld, van elkaar gescheiden door een enorme plas water voor me. Langs het randje kluun ik er voorbij.
Met het heideveld definitief achter mij ben ik terug bij het beekdallandschap van de Geeserstroom (of het Loodiep). Het beekdal loopt verder door met een ruime bocht naar Gees. Ik sla linksaf en loop langs graslanden met prachtige namen als Klinkenberg en Bergstukken. In de berm zie ik regelmatig boterbloemgele drilpuddinkjes liggen. Nu ga ik er even voor stilstaan. Het lijkt bijna op een bloem maar het is een prachtige schimmel.
Voor ik terug ben aan de Tilweg moet ik nog flink wat meters maken over modderige karrensporen. Hier wordt aan de weg gewerkt. Dat wil zeggen, het fietspad naast het boerenkarrenpad moet worden gemoderniseerd. Het smalle grindpaadje smeekt om een metamorfose naar verbreed betonpad. Zover is het nog niet. Eerst worden bomen gekortwiekt, dat wil zeggen ontdaan van alle takken tot op vier meter hoogte zoals bij de oude eiken. Andere bomen worden voor het gemak maar helemaal een kopje kleiner gemaakt. Het dient allemaal voor het werkgemak van de machines die later de betonplaten aanvoeren. Het beekdal is door voortschrijdend inzicht van strak en recht teruggebracht naar een meer oorspronkelijk en natuurlijk slingerend karakter. Eenzelfde inzicht over het behoud van het nostalgische karakter van fietspaden loopt hier iets op achter. Naar mijn idee is dat juist waar bezoekers aan Drenthe voor komen en de mountainbikers houden er al helemaal niet van. Dit gaat zo een paar kilometer door tot ben terugben bij de til, de brug over de weg waar de Geesterstroomonderdoor gaat en verder stroomt door het prachtige, moerasachtig beeklandschap. Ingekort aan noord- en zuidkant liep ik 12 kilometer. Het is een prachtig gebied en in andere jaargetijden de volle 17 kilometer waard.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten