3 augustus 2020 | Utrechtse Heuvelrug (1)

Drie dagen ben ik in het gebied van de Utrechtse Heuvelrug. Vandaag, de eerste dag, loop ik een rondwandeling van 19 kilometer door het bosrijke gebied van Leersum naar Doorn en terug. De route is trouwens ook in twee wandelingen van elk 10 kilometer te lopen.* 

De eerste kilometer in het bos is meteen een kuitenbijter. Het hoogste punt van de Donderberg (36 m) bij Leersum, met daarop de tombe van Nellesteijn, is een pittige klim bij een koude start. De tombe, een ontwerp van J.D. Zochter Jr, is een uitzichttoren en mausoleum voor de nazaten van Van Nellesteijn, heer van Broekhuizen. Voorwaarde voor de bouw en geldend tot op de dag van vandaag is de zichtlijn op de tombe vanaf het landgoed Broekhuizen. Ik waag een poging in omgekeerde richting maar door de bomen is weinig van de buitenplaats te zien. Het kleine kerkhofje voor de tombe is niet meer in gebruik en sinds een eeuw is ook de tombe dichtgemetseld. Maar, de toren is op zondagen te bezoeken en biedt uitzicht tot in de wijde omgeving. Vandaag is maandag.
Als ik moed heb gevat om de steile afdaling voor mountainbikers te nemen, ontdek ik dat ik zojuist mijn leesbril ben verloren. En wat doe je dan? Inderdaad, ik loop dezelfde route tot twee keer toe. Het resultaat: geen bril maar wel de kuitspieren warmgedraaid. En dat heb ik nodig als ik aan de overkant de nog steilere klim naar de Darthuizerberg (48 m) maak. Zo heb ik meteen het laagste punt van dit gebied doorkruist: een laagte in de heuvelrug genaamd Darthuizerpoort, lang geleden uitgesleten door ijssmeltwater. Vanwege een goede hellingsgraad had de Darthuizerberg in de vorige eeuw Nederlands eerste kunstskibaan. Het groene pad omhoog vind ik mooier dan een helling met borstels maar sleetje rijden zal bij een flink pak sneeuw nog steeds leuk zijn.
Dit is het gebied Dartheide. Zo'n naam doet denken aan heidevelden maar die hebben plaatsgemaakt voor bossen. Als eerste passeer ik het bord Landgoed Darthuizerberg, de buitenplaats verdwenen, het landgoed gebleven en opengesteld voor wandelaars. Daarmee gaat de wandeltocht over een aaneenschakeling van natuurgebieden en landgoederen. Verderop kom ik in de Kaapse Bossen en loop langs buitenplaats De Ruiterberg. Onderweg zag ik al een laag, wit hekwerk maar toen deed het nog wat verdwaald aan. Van het huis zie ik te weinig om vast te leggen maar des te meer van het mooie poortgebouw verderop. Het is haaks gelegen op het landhuis en heeft een leuke zichtlijn op weer zo'n voor het landgoed kenmerkend wit hek. 
Verder gaat de tocht, naar de Doornse Kaap (53 m), langs uitkijktoren De Kaap (nog eens 25 m) en de Doornsche kei. Kom ik onderweg nauwelijks iemand tegen, hier zie ik voor het eerst wat groepjes bij elkaar: gezinnen, opa's en oma's met kleinkinderen, stellen. En die drukte neemt toe op de Sint Helenaheuvel met de grote parkeerplaats Kaapse Bossen. Het zes- of achtkantige theehuis Chalet (Sint) Helenaheuvel geeft vanaf het terras zicht op een kleine zandverstuiving, het enige, bescheiden, heidegebied tijdens deze tocht.  

Voorbij Doorn, waar een prachtige haan in gezelschap van zijn dames wat rondscharrelt aan de rand van het bos, loop ik richting Leersum. De route gaat over landelijke paden en statige beukenlanen en door het stiltegebied van Landgoed Sandenburg. Het landgoed is een van de grootste van Utrecht, uitgebreid door aankoop en vererving, het kasteel ligt te ver weg om te zien.
Wat ik wel zie, is dat het gebied hier meer een agrarische functie heeft. Ik loop langs maisvelden en na weer een mooie beukenlaan pauzeer ik voor een appel en een ei op een bankje met uitzicht op de koeien. 


Het is inmiddels één uur, ik ben al zo'n vier uur op pad. Steeds sta ik stil door wat ik zie. Hoewel ik alle tijd heb, speelt het weer een rol. De hele ochtend is het afwisselend zonnig en bewolkt maar er wordt regen en onweer verwacht vanuit het westen. Liever ben ik terug voor de buien losbarsten. Ik kijk naar de overdrijvende wolken, ben alert op aanwaaiend gerommel maar ook op het ontbreken van vogelgeluiden en het stilvallen van bladergeritsel in het bos. Ondanks dreigende luchten lijkt het voorlopig droog te blijven.

Na boswachterij Leersum van Staatsbosbeheer kom ik op het landgoed La Licorne (de Eenhoorn). Het landgoed, een particuliere natuurparel, maakt deel uit van het netwerk van particuliere natuurbeheerders en financieel ondersteund worden vanuit het SBNL Natuurfonds. Daarmee kan een agrarier of een particulier heel goed zelfstandig natuurbeheerder zijn. Wie de beheerder van La Licorne is, particulier of agrarier, wordt me niet duidelijk maar mooi lopen is het zeker. 


Als ik over een uitgeholde boomstam een drooggevallen beek of greppel oversteek, wordt het verderop toch een serieuze beek en kom ik uit bij landgoed Broekhuizen. Inderdaad, het landgoed van de zichtlijn op de tombe Van Nellesteijn. Dat brengt me in de buurt van mijn vertrekpunt. Maar niet voordat ik mijn ogen tegoed doe aan het park Broekhuizen. Ik benader huis en park vanaf de voorzijde rechts. Achter het huis, na een brand herbouwd in de 20e eeuw, ligt een grote vijver met, zoals dat hoort, een eiland. En ook dit park blijkt eind 18e eeuw in de kenmerkende Engelse landschapsstijl te zijn ontworpen door architect J.D. Zocher Jr, samen met zijn vader J.D. Zocher Sr en zijn grootvader aan moeders kant. Ik lijk wel onderhand wel een Zocher-fan. Het landgoed is recentelijk gerestaureerd en onderweg zie ik informatieborden en een luisterzuil die in fragmenten verhaal doet over de geschiedenis van het landgoed. Ook was het van 2013 tot 2016 de opnamelocatie voor het nationale bakfestijn en kijkcijferkanon Heel Holland Bakt. Nu is het huis een luxe hotel, pottenkijkers kan men over en weer vast niet gebruiken.


Met een boog om de grote vijver loop ik naar de andere kant van het park, langs de boerderij van Broekhuizen met het koetshuis op de achtergrond tot ik de buitenplaats verlaat via de statige beukenlaan met deftige toegangspoort. Even verbeeld ik me wat.
Bij al deze deftigheid zou je door de hooggegroeide maisvelden de middeleeuwse kasteelhoeve of buitenplaats Schevichoven en de 17e eeuwse duiventoren op de voorgrond over het hoofd zien. Hoewel in het verleden nog al eens gewisseld in eigendom - het behoorde tot tweemaal toe aan Landgoed Broekhuizen - is het nu een zelfstandige boerderij. 
Het contrast is ontluisterend groot als ik na deze pracht en praal het laatste stukje als een dief in de nacht via allerlei kruip-door-sluip-door-steegjes de route volg naar mijn vertrekpunt. Het voelt als een afgang. Tot ik mijn koets terugvind op de parkeerplaats. Mijn bril is definitief kwijt maar gelukkig is het droog gebleven. Wat een prachtige tocht!


*De route heb ik uit de wandelgids Wandelen over de Utrechtse Heuvelrug van Uitgeverij Gegarandeerd Onregelmatig. Het gps-bestand heb ik gedownload van de Wandelzoekpagina.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten