Week 20 | Stiltewandelingen

Ook in deze week ging het om herdenken: het oorlogsbombardement op Rotterdam, de vuurwerkramp in Enschede, de vliegtuigramp in Tripoli maar ook het tragische ongeval van de surfers in Scheveningen. Herdenken kent verschillende gedaanten, zoals denken aan wat was. Tegelijk was het ook een week van bevrijden, in het hier en nu. Zeven weken na de donkere maandag toen ons de intelligente lock down werd aangezegd kwamen nu de versoepelingen. Wat keken we er naar uit!


Eigenlijk was die 23e maart helemaal niet zo'n sombere dag: de zon scheen volop, het was fris maar droog en wind stond er nauwelijks. Maar de opdracht om thuis te blijven strekte zich uit over een periode die zich lente noemt. Daar zat hem de kneep. Gelukkig komt er nu stapsgewijs een einde aan en is de zomer in aantocht. Als we ons aan de spelregels houden, neemt de vrijheid alleen maar toe.


Versoepeling
De aankondiging voelde zo'n beetje als pakjesavond. Het eerste pakje ging naar het cohort kinderen, zij werden losgelaten als dartelende koeien in de lentewei. School, sporten en spelen mogen weer, en gelukkig maar. Maar ook voor het cohort ouden-van-dagen had onze goedheiligman een pakje in petto. Vijfentwintig verpleeghuizen nemen de virusproef op de coronasom zodat elke bewoner een vaste bezoeker mag zien. Want eenzaamheid blijkt uiteindelijk toch even dodelijk als een virus. Maar in het dikke boek van sint bleef de zin 'houd anderhalve meter' onveranderd. En onder de dikke streep door de woorden 'blijf zoveel mogelijk thuis' had sint met sierlijke krullen geschreven: 'blijf thuis bij klachten'.  Terwijl ik de aankondiging bekeek, dacht ik aan heel verre buren. Hoe bleven zij thuis in een woning kleiner dan de voorgeschreven afstand. Zelfs in ons dichtbevolkte land zijn zulke maatregelen een luxe. Maar niet gesomberd, het belangrijkste pakje en absolute hoogtepunt is dat we weer naar de kapper mogen. Met een afspraak gemaakt voor de lock-up fase zat ik nog dezelfde week in de stoel. Behalve de uitgroei en een nieuw gespreksonderwerp over anderhalvemeterkapsalons, mondkapjes en handgelletjes voelde het alsof ik nooit was weggeweest.

Vrijheid
De versoepeling verandert overigens niets aan het ritme van mijn dagelijkse ommetje. Wel waar ik loop. Zo kan ik door de heropende hekken naar een vrijgelegen pad langs de bollenvelden en het water van de Vennesloot. De kluiten met gele lis zijn intussen flink gegroeid en de eerste bloemen barsten uit hun knop.


Verderop lopen drie dames mij tegemoet. Ze uiten hun vrijheid over de volle breedte van de weg. Hun onderlinge anderhalve meter nemen ze bewonderenswaardig serieus maar zijn geenzins van plan mij hetzelfde te gunnen. Maar vandaag is feest. Morgen, als alles weer normaal is, kunnen we weer zuurburen naar elkaar. Ik loop door naar het bos. Het is er licht, zonnig en vogels in alle soorten en maten fluiten hun lied. Ik word ingehaald door een stel. Ieder loopt met een grote, hippe koptelefoon op het hoofd. Ze lopen achter elkaar, hun afstand ruimer dan een anderhalve meter. Eigen wereld, eigen vrijheid. De vrouw voorop, de man er achteraan. Hij schreeuwt tegen haar, omdat zij te hard loopt. Hun muziek te hard om met gedempt volume te praten of te verstaan. Ze vullen het bos met hun aanwezigheid. Maar ook zij veranderen niets aan mijn gevoel van vrijheid.

Ontdekken
Ook het landgoed Keukenhof heropent haar hekken. Zo is het kabouterpad weer toegankelijk maar ook een laarzenpad waar ik niet eerder ben geweest. De versoepeling is een mooie aanleiding. Maar er is meer in het gebied wat me nieuwsgierig maakt. In het bos loop ik vaak over een recht puinpad langs de westelijke rand van het bos. Naast het pad ligt de Duinsloot. Over die sloot kijk ik naar weilanden en hakbossen van de Lageveensepolder. Maar dat rechte stuk is vreemd in een bos waar alle paden en paadjes de neiging hebben te slingeren. Deze (Oude) Loosterweg of Lijtweg is eigenlijk het ontbrekende stuk van een doorgaande weg. Wat is er gebeurd? Begin 18e eeuw bedacht een vorige eigenaar van de buitenplaats Keukenhof dat deze weg te dicht langs zijn huis liep. En hij had er last van bij het aanleggen van zijn Franse tuinen. Hij kreeg zijn zin. Nu slingert sinds jaar en dag de Van Lyndenweg langs de oostelijke rand van het bos en vindt aan weerskanten weer aansluiting met de huidige Loosterweg Noord en Zuid. En dat is maar goed ook.

(Oude) Loosterweg

Terug naar het puinpad. Ongeveer halverwege lag namelijk, verbonden met een dam of brug over de Duinsloot, de 17e eeuwse buitenplaats genaamd Overduin. Op die plek heeft er zo'n drie eeuwen een hofboerderij gestaan tot een ongeleid projectiel er in 1944 een einde aan maakte. Ik ben nieuwsgierig, naar het gebied en wat er nog verwijst naar die tijd. Ik moet over het terrein van het landgoed Keukenhof want de voormalige toegang vanaf het puinpad is afgezet met een hek. Het gebied van Overduin behoort al ruim anderhalve eeuw bij het landgoed Keukenhof.



Overduin
En dus zie ik kans om - door het heropenen van het landgoed Keukenhof - met eigen ogen te zien wat er over is van Overduin. Ik ga twee lussen lopen, een in westelijke en een in zuidelijke richting. Ik vertrek vanaf de hofboerderij van Keukenhof en passeer eerst de kinderboerderij. Het is vroeg en stil. Alleen in het buitenverblijf mekkeren een paar geiten wat en twee bonte varkens rennen achter elkaar aan. 



Voorbij de betonplaten sla ik rechtsaf het hakbos in. Dit is het begin van de eerste lus. Ik neem een klein risico door hier in broedtijd te gaan lopen. De hakbosjes zijn favoriet bij buizerds die fel kunnen reageren op mensen. Na een paar meter kom ik uit bij een open stuk met water wat het meeste weg heeft van een brede sloot. Maar deze leidt nergens heen. Het is een van de uitlopers van de T-vormige houtvijver. De boomstammen liggen met een doel in het water. Het wateren, wat wel tot drie jaar kan duren, spoelt sappen en schimmels uit de stam waardoor het hout makkelijker te verwerken is en minder gaat werken. 



Met een bocht kom ik bij de romp van de T-vormige vijver, ook hier liggen boomstammen te dobberen in de ochtendzon. Het is bijna windstil en aangenaam warm in het zonnetje. Wat me in de omgeving van de vijver opvalt, zijn de enorme bamboestruiken, niet bepaald inheems of kenmerkend voor oud-Hollandse boerenerven. Ik vraag me af met welke wind ze zijn komen aanwaaien. 


Aan het eind van het pad op een T-splitsing ga ik rechts en links zodat ik weer onder de bomen loop. Dit is duidelijk een laarzenpad.  Niet zozeer drassig als wel modderig. En vanwege die modder kan ik goed zien dat ik niet de enige bezoeker ben vandaag. Schapen lopen hier niet, dus ik vermoed dat een ree een pootafdruk heeft gemaakt. Ik heb me laten vertellen dat het dier soms nog een stukje doorloopt en in het Keukenhofbos komt. Die zou ik er graag eens tegenkomen!


De Lageveensepolder is een lappendeken van weide en hakbosjes, doorsneden door sloten en slootjes. Waar ik ook loop, altijd heb ik afwisselend zicht op bos en grasland en water in de buurt.




Aan het eind van de lus kom ik weer bij de houtvijver maar deze laat ik links liggen voor een ander, breder pad. Het is het pad naar Overduin en koerst recht af op het dammetje over de Duinsloot, de oude in- en uitrit aan de Loosterweg. Vanaf hier kijk ik weer terug op de oostelijke bosrand.


Het pad van Overduin is verhard en hier pak ik een stukje van het kabouterpad mee. Links van mij ligt een wal van gestapelde stammetjes waar het goed wonen is voor insecten en ander klein gedierte. Ook staat er een bijenstal waar het een drukte van belang is door de vele meibloeiers.



Voor het dammetje ga ik rechtsaf en begin aan de tweede lus. Al kan ik de sloot niet zien, ik loop er wel parallel aan. Mijn aandacht wordt getrokken door een soort 'mauw'-geluid. Hoog boven mijn hoofd, tegen een blauwe lucht kijk ik tegen de vrijwel witte onderkant van een flinke roofvogel. Vanwege het gemauw en de wetenschap dat ze hier leven, vermoed ik dat het een buizerd is. Het is imposant en mooi om hem in alle rust te zien zweven bij een enkele vleugelslag. Mijn aanwezigheid kan hem niet zijn ontgaan. Ik loop iets dichter langs de struiken. Maar het is hem niet om mij te doen. Als muis of konijn ben ik veel te groot. Ik zie hem langzaam zuidwaarts zweven. Mijn dag kan nu zeker niet meer stuk.

Waar het boerenpad rechtsaf het weiland in gaat, ga ik links en met een bocht loop ik via de andere kant terug. Nu loop ik echt langs de Duinsloot en zie ik het puinpad eens van een andere kant. 


De grote, halfafgebroken wilg verderop is een teken dat de voormalige hofboerderij in de buurt is.


In zijn hoogtijdagen kende Overduin ook een herenhuis. En door aanwijzingen in het landschap, zoals de enorme, willekeurig in een carrĂ© geplaatste beukhaag, vermoed ik dat het huis daar heeft gestaan. Ik volg de imposante heg en kom via een geopend hek, waarop de huidige eigenaar duidelijk vermeld staat, dichter bij het herenhuis dan ik ooit zal zijn. Terwijl ik hier een beetje rondloop over het terrein en uitkijk over het grasland in de polder, de trein sprint in de verte voorbij, stel ik me voor hoe hier werd gewerkt, gegeten, geslapen, gelachen en getreurd. Nu dient het als opslagterrein voor hekwerkjes.




Ik verlaat het 'erf' en loop langs de sloot tot aan het dammetje.


Tot halverwege de vorige eeuw lag hier de boerderij, nu rest een groot vierkant terrein. Het heeft nog een soort toerit, afgesloten met de dikke moten van een boomstam. De historie van de plek trekt me ernaartoe. Het terrein ligt naar achteren hoger maar het is zo overgroeid dat ik niet kan bepalen of de boerderij daar of op het lagere deel heeft gelegen. Ik vind het eerste aannemelijker. Wat me meer opvalt, is dat er een rijkdom aan wilde planten groeit, en vooral bloeit. Geen wonder dat de bijen het al zo druk hebben. Aan de overkant is het veld afgebakend met een verhoging, een mini-dijkje. Ik loop terug en naast een kastanjeboom getooid met witbloeiende kaarsen ga ik op een bankje zitten genieten. 





Terwijl ik zo zit, gaat mijn blik naar rechts. Ineens steken twee zwarte vogelkoppen op blauwe kokers boven het dijkje uit en draaien als een soort periscopen heen en weer. Ik kan het beeld even niet plaatsen. Tot een van hen - kennelijk hebben ze mij allang gezien - het luchtruim kiest. Een blauwe mannetjespauw met zijn enorme staart vliegt vlak voor mij langs. Ik ben er gefascineerd door en vergeet een foto te maken. Nummer twee is duidelijk voorzichtiger. Hij draalt nog even wat en komt dan over het dijkje zenuwachtig aanlopen. Voor hij om de bocht verdwijnt maak ik nog net een filmpje. En zoals het vaak met die dingen gaat, kom ik deze pauwenmannen daarna nog geregeld tegen met hun schreeuwerige weh-weh.





Geen opmerkingen:

Een reactie posten