En dan, als de sleur toch een beetje toeslaat, valt mijn oog op een fb-bericht over een virtuele wandelvierdaagse. Het triggert de fysieke herinnering aan een tijd toen lopen in georganiseerd verband nog kon. Nu is de uitdaging: je geeft je op, betaalt inschrijfgeld, krijgt na afloop zelfs een medaille maar lopen doe je in je eigen omgeving, alleen of met anderhalve meter afstand. Leuk idee, dat wil ik ook. Dat kan ik ook. Zonder inschrijven, zonder betalen, zonder medaille. Voor het bewijs hoef ik het niet te doen. Dan zou ik mezelf belazeren. Dus pak ik in het weekend een routeplanner erbij en stippel ik in mijn omgeving vier keer een route uit van vijf kilometer, met een vast vertrek- en aankomstpunt. Ik houd me aan het klaverblad-model. Een beetje dan, want het is een kleine uitdaging om rondjes te bedenken naar de vier windstreken, van vijf kilometer en dan het liefst ook nog over een onverhard pad met veel groen. Het bedenken vind ik al leuk. Het geeft wat afwisseling aan de dagen en is maar een uurtje lopen zodat ik weer op tijd terug ben voor een thuiswerkdag.
Dag 1
Op maandag ga ik van start met de Waterbossenroute. Het eerste en laatste deel van de route is verhard, het middenstuk lekker onverhard. Het is een lichte, zonnige en tegelijk een rare dag.
Vandaag is dodenherdenking. De officiele herdenkingen gaan in een versoberde versie door. Nederlandse vlaggen mogen ook overdag halfstok hangen. Hier en daar hangt een enkeling als ik tegen 8 uur naar het vertrekpunt loop.
Het eerste verharde deel voelt wat onrustig door het verkeer wat langs me raast, maar wel is er aan alle kanten groen van bloemententoonstelling en buitenplaats. Ik ben verbaasd over de drukte maar het is een belangrijke verbindingsweg in de Duin- en Bollenstreek. Alleen de toeristen zijn er niet en dus is die drukte relatief. Eigenlijk is het stil voor de tijd van het jaar en ik realiseer me dat ik dit de laatste tijd vaker denk. Neemt de drukte ondanks de adviezen weer toe? En wat als ik dit al druk vind, hoe druk voelt het als de maatregelen voorbij zijn? Hoe ga ik om met de routekaart naar het 'nieuwe normaal'? Stapsgewijs het leven hervatten in een anderhalvemeter-samenleving lijkt mij lastiger dan het loslaten. Ik zie het nog niet helemaal voor me.
Na ongeveer twintig minuten ga ik rechts naar het korte Laarzenpad. Ondanks de herhaling van tochtjes deze weken krijg ik er geen genoeg van. Eenmaal door het hek dempt het verkeerslawaai en, relatief of niet, drukte valt van me af. Hier in de Groote Looster loop ik langs stokoude (knot)wilgen - of overgebleven stompen - met het water steeds aan mijn rechterkant. Het pad leidt me langs fraaie doorkijkjes gelegen in helder ochtendlicht.
Ik heb geen verstand van plantjes en beestjes in het wild. Maar met een beetje basiskennis overgebleven uit mijn jeugd herken ik soms iets, fluitenkruid bijvoorbeeld, of brandnetels. En omdat behalve het wandelen ook het trainen van mijn grijze massa gezond is, word ik nieuwsgierig naar bomen en planten waarvan ik de naam niet weet. De meimaand kent zo veel bloeiers. Dus probeer mijn kennis onderweg te testen. En als ik de naam echt niet weet, zoek ik het thuis gewoon op, lang leve internet. De Gewone smeerwortel is sinds kort mijn favoriet. Ineens zie ik de plant in lichte en donkere paarstinten ook op andere plekken terug.
Kruipend zenegroen
Gewone smeerwortel
Hondsdraf
Meidoorn
Voorbij de Oude Zandsloot nog steeds met het water rechts ligt aan de overkant het treinspoor ernaast. Passeren meestal twee of drie treinen als ik hier loop, vandaag is het stil door de gehalveerde dienstregeling. Bij het oude stationnetje komt helaas een einde aan het pad en wandel ik over de verharde weg terug richting het aankomstpunt. De kop is eraf.
Waterbossenroute
Dag 2
Dinsdag is het Kanaalroute-dag. Opnieuw een bijzondere dag en dan niet alleen vanwege de zon en de strakblauwe lucht. Vandaag vieren we in Nederland 75 jaar vrijheid. We hadden het ons anders voorgesteld. Zou het een dag vol van festiviteiten worden, blijkt onze vrijheid ingeperkt door een onzichtbare 'bezetter'. Is vrijheid opnieuw niet zo vanzelfsprekend. Dat dit precies na 75 jaar is, valt niet te verzinnen. Ik probeer vrijheid te ervaren door ook vandaag te lopen. Iets na half 8 leg ik mijn eerste eerste kilometer af, in noordelijke richting. Nog voor het standbeeld met de bijnaam Gele Naadje - een geheel in geel gestoken jonge vrouw turend over de bollenvelden - ga ik rechts, terug het dorp in. Ik volg even de doorgaande weg maar voorbij Blote Bertus sla ik plotseling linksaf. Heel onopvallend, tussen een parkeerterreintje en een bushalte, is een klaphek. Je zou het kunnen missen. Overigens, misschien zou het van meer respect getuigen om het herdenkingsmonument geen Blote Bertus te noemen, zeker nu net weer de jaarlijkse kransen en boeketten zijn neergelegd, maar zo staat hij nu eenmaal bekend. Na het klaphek kom ik op een dijkje met een door hondenuitlaters weggesleten pad in het gras. In het verleden liep ook ik hier met mijn hond. Ergens wordt druk gemaaid, links liggen kleine plezierbootjes in de sloot, onder handbereik van hun bezitters. Het slootje eindigt in de Lisserbeek. Verderop mondt de Lisserbeek uit in de Ringvaart, de Haarlemmermeer aan de overkant. In dit vroege ochtendzonnetje aan het begin van een nieuwe dag voelt de wereld vriendelijk en vrij.
Als ik verder loop, ligt rechts van mij een woonwijk doorspekt met dierbare herinneringen. De stenen getuigenissen zijn verdwenen, vervangen door nieuwbouw. Weg zijn het zwembad, de basisschool, de middelbare school, de sporthal en dat ene flatje op driehoog waar ik op zulke mooie dagen als vandaag ver weg keek over de Haarlemmermeer, van de verkeerstoren van Schiphol tot aan de witte rookpluimen bij Halfweg. Het moest allemaal weg. In het hier en nu wandel ik verder. Op de hele dijk, zo'n kleine anderhalve kilometer favoriet uitlaatgebied, kom ik geen hond met baas tegen. Lang leve de nationale feestdag, er kan worden uitgeslapen.
Met de brug over de Ringvaart in het zicht verlaat ik de dijk, linksaf, rechtsaf en verder door de kilometerlange Kanaalstraat. Verderop sta ik kort stil bij de dichtgetimmerde slagerij Koot (voorheen Mosseveld). Als een van de weinige slagers in het dorp had hij achter de winkel nog een eigen slachterij waar hij koe en varken uitbeende en in verhandelbare delen sneed. Het pand staat sinds jaar en dag te verpauperen, onduidelijk waarop het wachten is. Door maar weer. Ook verderop is het opvallend stil. Midden in het winkelgebied bij een mooie, vrijstaande boom sla ik linksaf.
Deze Kapelstraat, ruim honderd jaar geleden nog Kapelsteeg of 't Slop, verwijst niet naar een kapel of de katholieke kerk verderop maar naar de Kapellewei(de) of Kapelleland, een gebied waar het over het water aangevoerde vlas na bewerking in schoven (vlaskapellen) te drogen werd gezet. De vlasbewerking en het water zijn verdwenen. Alleen de straatnaam ter herinnering, net als de Haven, de Molenstraat en de Grachtweg waar ik inmiddels loop.
Dit straatje maakt historisch gezien veel goed, en is misschien daarom wel het leukste straatje van het dorp. Behalve dat de notabelen van weleer er woonden, biedt het nu ook de ingang naar museum de Zwarte Tulp, museum over de bloembollencultuur.
Dan sta ik oog in oog met het Vierkant, het oudste plein van het dorp. Over de herkomst van deze niet-officiele naam is men het niet volledig eens. De driehoekige vorm is het zeker niet.
Op het plein pronkt een enorme ceder van meer dan een halve eeuw oud en de bloemencorso trekt jaarlijks aan hem voorbij. Met terrasjesweer kijkt hij op een levendig plein. Hoewel nu op een gemeentelijke lijst van waardevolle bomen is er niet altijd even waardevol met hem omgegaan. Vooral als dit niet te pas kwam bij een herinrichting. Vandaag heeft hij het plein voor zichzelf. Het is op deze bevrijdingsdag net zo leeg als de andere horecapleinen in het land. Rechtsaf dan, over de lintdorpenlange Heereweg, ontstaan op een oude duinenrij. En dat is vanaf de Grachtweg te merken. Nog een laatste straat tot aan het eindpunt en dan zit de route van dag twee erop.
Kanaalroute
Dag 3
Vandaag staat de Polderroute gepland. Ik heb een vrije dag en dus vertrek ik om half 9 in zuidwestelijke richting. Deze route is vrijwel volledig verhard maar dat is geen beletsel voor een groene omgeving of leuke plaatjes. De route voert eerst langs Huis ter Specke en een verprutst stukje historie Grotenhof maar dat gebeurt hier wel meer. Via een korte verbindingsweg passeer ik even verderop het oudste optrekje van het dorp, 't Huys Dever. Een donjon uit de 14e eeuw, markant vanwege de D-vormige bouw, de vlakke kant ooit tegen het moeras gelegen zodat een sterke verdediging aan die kant niet noodzakelijk was.
Huis Ter Specke
Dever, westzijde
Dever, oostzijde
Ik passeer de brug over de Vennesloot en stuit op een file van auto's voor de gemeentewerf, een nieuw fenomeen in deze tijd. Verderop rechts en voor de Zemelbrug over de Ringsloot ga ik links het schelpenpad op. Lekker, een stukje onverhard onder mijn voeten. Op deze plek staat sinds de 17e eeuw een molen. De huidige molen van begin 21e eeuw is gebouwd nadat de vorige molen, ook al niet de originele, is afgebrand. Maar gelukkig staat hij er weer en kan ook draaien op hoogtijdagen. De vorige bovenas ligt als tastbare herinnering in het gras ernaast.
Verder dan, over het Heempad, langs het 'landje van Schrama', achter de monumentale boerderij Zwanendrift (helaas op onderstaande foto nauwelijks te zien). Het landje is nog een van de weinige overblijfselen van het boerenleven in de uitgedijde bebouwde kom van nu. Een paar jaar terug had een projectontwikkelaar een oogje op het landje. De gemeente Lisse stak er een stokje voor. Gelukkig. Laten we hopen dat ze volhardt. Vergis ik me of stond hier vroeger een ooievaarsnest op stam? En anders is het er echt een plek voor.
Landje van Schrama
Verder gaat het, over de statige Zwanendreef en de Heereweg om via een wijkje uit te komen bij het eindpunt van vandaag.
Polderroute
De laatste dag staat in het teken van het bos, de meest onverharde tocht van de vier. Ik loop er de afgelopen weken bijna dagelijks. Maar hij mag niet ontbreken in het rijtje. Om half 8 loop ik in westelijke richting om de dichtstbijzijnde ingang te nemen. En weer is het een mooie dag. Bundels zonlicht schijnen naar binnen als theaterlampen op een toneel. Ik loop te genieten terwijl een orkest van vogels alleen voor mij lijkt te spelen. Ik kom niemand tegen.
Het is een gebied wat me ook nooit verveelt, net als het Laarzenpad van dag 1. Als ik blijf kijken, zie ik vanzelf iets nieuws. Die gedachte komt uit bij een in bloei staande lijsterbes en twee olifantenpoten.
Wilde lijsterbes
In de verte boven het weiland spot ik een buizerd die met zijn gekke, korte vliegbewegingen terugvliegt naar het bos ernaast. Hij heeft er vast zijn nest. Maar voorlopig kan ik nog lopen in dit deel van het bos. Er zijn jaren dat je niet veilig bent voor zijn aanvallen in de broedtijd. Toch blijft de buizerd een van mijn favoriete vogels. Misschien wijd ik er nog eens een post aan. Langs de manege en buitenzijde van het bos loop ik naar mijn aankomstpunt. Route 4 zit erop. Het is gedaan met mijn vierdaagse. Het is leuk. Iets om vaker te doen. Het gebied is bekend maar door de bril van een vierdaagsewandelaar kijk ik er net even anders naar. Binnenkort weer een nieuwe W4D plannen!
Bosroute
Leuk om door jouw ogen "mee te lopen" over meer of minder bekend terrein.
BeantwoordenVerwijderenDank!
Verwijderen