Vandaag maak ik een wandeltochtje in de buurt. De morgen kampt met wat opstartproblemen. De zon heeft moeite om door de wolken heen te prikken en de ochtendkou te verdrijven. Voor de verandering neem ik mijn camera mee. Juist nu verwacht ik wat mooie plaatjes te maken.
Met een nevelig zonnetje in de rug loop ik vanuit het dorp Lisse over de Stationsweg richting het station. Vlak voor het station sla ik het eerste pad rechts in. Ik ben nu op het korte Laarzenpad. Het maakt deel uit van het Landgoed Keukenhof en is vrij toegankelijk. Aan de linkerkant van de Stationsweg ligt het lange Laarzenpad, onderdeel van het Landgoed Wassergeest en in beheer bij het Zuid-Hollands Landschap. Hier moet je niet opkijken als je al klunend door de weilanden langs de koeien moet. En in het voorjaar broeden de buizerds in dit gebied en ze kunnen dan vrij agressief reageren op je aanwezigheid. Het komt geregeld voor in het broedseizoen dat het gebied is afgesloten voor wandelaars. Wat voor beide Laarzenpaden geldt, is dat je met een paar goede (hoge) schoenen jezelf een groot plezier doet, zeker als je je sokken droog wilt houden.
Maar ik neem dus het Laarzenpad aan de rechterkant, gezien vanaf Keukenhof. Het is een van de hakhoutbossen hier in de omgeving. Opvallend is de invallende stilte, zodra je van de rumoerige doorgaande weg het pad opgaat. Het eerste gedeelte is goed beloopbaar. Ik heb de indruk dat de waterstand laag is. Links van mij ligt het hakbos, rechts het weiland waar in het voorjaar rijen blik geparkeerd staan voor het Keukenhof-seizoen. Nu is het gelukkig gewoon een weiland. Ik blijf langs de rand van het bos lopen. Het wordt steeds drassiger. En hoewel er flink is gesnoeid en gehakt en het meer een open karakter heeft gekregen, blijft het bos zelf nauwelijks toegankelijk. Het is dan ook niet voor niets een hakbos. Boven mijn hoofd vliegen de nijlganzen die verderop in een weiland neerstrijken.
Ik schiet wat plaatjes onderweg. Mijn tempo zakt terug maar dat is oke. Het wijst me op het genieten van onderweg te zijn. In mijn drang zo veel en zo ver mogelijk te komen, vergeet ik dit regelmatig. Dan loop ik mezelf voorbij.
Opnieuw sla ik rechtsaf, neem daarmee bewust een 'omweg' en loop richting het weiland waar de ganzen zich verzameld hebben. Mijn oog valt op een groepje zwanen die zich tegoed doen aan het gras. Links van hen loopt een zwarte kat die pogingen doet om onopvallend een weg in hun richting te vinden. De zwanen zijn er niet van onder de indruk. Uiteindelijk kom ik langs het spoor Leiden-Haarlem te lopen, met een veilige sloot ertussen. Het hakbos ligt links van me. Dit is het laatste stuk van het Laarzenpad. Ongeveer halverwege stop ik bij het kabouterdorp. Het ontstaan ervan ken ik niet maar inmiddels neemt het dorpje flinke afmetingen aan. Overal kabouters, Laven en andere fantasiefiguren hebben hun intrek genomen in of onder een boomholte. Het maakt niet uit: groot of klein, jong of oud, in alle kleuren van de regenboog, het leeft hier allemaal bij elkaar. Het pad eindigt bij het station. Ik loop terug richting het dorp. Vandaag telde niet de afstand, iets van 5 kilometer, maar het onderweg zijn. Ik loop terug naar het dorp. De zon breekt voorzichtig door.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten